AchtergrondBinnenkortInterviews

De Opera Studio (2): Martin Mkhize

De Nationale Opera startte in september 2018 De Nationale Opera Studio. Binnenkort zijn de jonge talenten samen te zien in de opera Il matrimonio segreto van Cimarosa. In een serie portretten stelt Place de l’Opera de studioleden voor. In deel 2: bariton Martin Mkhize.

Martin Mkhize: “Wat me inspireerde, was de gedachte dat ik weliswaar in deze omstandigheden ben geboren, maar dat ze niet zijn wie ik écht ben.” (© Sebastien Galtier)

Als Martin Mkhize vertelt over zijn leven en zijn werk als operazanger, klinkt geregeld een relativerende, blijmoedige lach, waarin je ook verlegenheid hoort. Hij praat bescheiden over zijn eerste stappen in de operawereld en wie goed luistert, hoort hoe bijzonder zijn route is geweest tot hier, lid van de Opera Studio. Het ging van stap nul in Soweto (Zuid-Afrika) via een conservatoriumopleiding in Kaapstad langs enkele concoursen waar hij prijzen won. Zijn succes bij de competitie Neue Stimmen bracht hem vorige zomer naar Bregenz voor de rol van Figaro in Il barbiere di Siviglia.

Sinds september 2018 woont en werkt Martin Mkhize in Amsterdam. Alle studioleden kregen voor deze serie gesprekken de vraag of ze een favoriete plek in de stad wilden kiezen voor het interview. “Mijn favoriete plek? Eh…ben ik al ergens geweest sinds ik hier woon? Nauwelijks, ik slaap thuis en ben overdag vooral hier in Nationale Opera & Ballet. Af en toe wandel ik een beetje. Met mijn buren heb ik wel medelijden, want ik zing iedere ochtend in de douche. Heel hard.”

Hoe zijn leven als twaalfjarige eruitzag, schetst Martin Mkhize in een paar zinnen. “Eerlijk? Ik woonde in Soweto, had geen interesse in muziek. We woonden met zijn tienen in een klein huis. In die tijd ben ik een paar maal verhuisd. In Durban woonde ik bij een oom.”

Er was in het leven van de twaalfjarige Martin niet veel ruimte voor cultuur of ontwikkeling. “Ik was vooral bezig met de situatie waarin ik leefde. Die was niet erg aangenaam. Voortdurend vroeg ik me af: hoe kan ik mezelf verbeteren, mijn kwaliteiten ontwikkelen? Al mijn broers zijn in de gevangenis terechtgekomen, bij ons in de familie ging niemand naar de universiteit.”

“Wat me inspireerde, was de gedachte dat ik weliswaar in deze omstandigheden ben geboren, maar dat ze niet zijn wie ik écht ben. Ik groeide op zonder vader en mijn moeder moest met vier zonen zien te overleven, met weinig geld. Ik ging naar highschool en kreeg interesse in muziek, opera en koormuziek. Dat hield me weg van de slechte dingen in mijn omgeving.”

“Ik had geen idee wat er gezongen werd”

Het bloedstollende verhaal over zijn auditie voor een conservatoriumopleiding aan de universiteit van Kaapstad begint met een bijbaantje. “Ik had geen geld, maar dankzij die bijbaan kon ik een vliegticket kopen, een dag op en neer naar Kaapstad. Een hotel was te duur.” Martin arriveerde die ochtend na de eerste vliegreis van zijn leven op de auditie. Daar bleek de pianist niet in staat de begeleiding van zijn auditiestuk te spelen. Dus die vertrok. “Ik sloot mijn ogen en zei tegen mezelf: je hebt hier al je geld in gestopt, dit is je laatste hoop. En ik zong! ‘Madamina’, de catalogusaria uit Don Giovanni. A capella.”

Martin Mkhize maakte in 2018 indruk tijdens de finale van de Belvedere Singing Competition. (© Ivars Kezberis)

Toen het lied uit was, keek hij verwachtingsvol naar de jury. Er klonk een kort “thank you” en toen bleef het stil. Martin doet het stemmetje na van het jurylid dat uit het donker het woord tot hem richtte. “We willen jou en onze tijd niet verder verspillen… We zien je graag komend schooljaar.” Martin bekent: “Toen moest ik huilen.”

Vrienden van Martin hadden hem gestimuleerd om naar het conservatorium te gaan. “Ik wist dat ik kon zingen en mensen om me heen vonden dat ik acteertalent had.” Hij las geen noten en kende niet veel repertoire. Voor zijn auditie met de Mozart-aria had hij alleen een opname beschikbaar. Een vriend bracht hem cd’s en dvd’s met opera.

“Ik werd verliefd op de harmonieën. Verder had ik geen idee wat er gezongen werd. We zongen samen mee met platen van Pavarotti. Ik herinner me dat de eerste opname die ik ooit van hem hoorde ‘La donna è mobile’ uit Rigoletto was.” De vriend was tenor en Martin zong mee, maar dat was soms lastig. “Ik kon wel wat hoogte aan, maar ik realiseerde me dat laag me beter lag.”

“Jezelf verliezen is het ergste wat je kan overkomen”

Martin realiseert zich dat een stem nooit ‘af’ is. Voor het bewaken van de kwaliteit en ontwikkeling van zijn geluid nam hij drastische besluiten. “Ik heb me op een bepaald moment voorgenomen heel goed op mezelf te letten. Niet roken of drinken, niet laat naar bed en geen slecht eten. En ik monitor mijn lichaam. Ik ga daar heel bewust mee om.” Die sterke basis is nodig, ook mentaal. “Ik probeer mijn eigen weg te gaan en op mijn eigen keuzes te vertrouwen. Voor sommigen lijkt dat arrogant.”

Never play to the gallery”, zegt popicoon David Bowie in een video die Martin op zijn Facebookpagina plaatste. Hij heeft geleerd wat nodig is in een wereld waar letterlijk iedereen een mening over je heeft. “Een dikke huid helpt. Het gaat erom dicht bij je basis te blijven, want jezélf verliezen is het ergste wat je kan overkomen. Hier in de studio moet ik, afkomstig uit Zuid-Afrika, presteren op een internationaal niveau.” Met een jankerig, hoog stemmetje: “Ach, ik heb niet de ervaring en ik heb niet de juiste opleiding en ik heb een problematische achtergrond.” In zijn baritonale spreekstem: “Ik hou niet van medelijden, ik hou ervan mezelf uit te dagen, daarom ben ik hier.”

Martin Mkhize: “Het minste wat ik kan doen, is alle kansen omarmen.” (© Place de l’Opera)

Afgelopen weken was Martin te zien als Il commissario in Madama Butterfly en bij de seizoenspresentatie van De Nationale Opera zong Martin een fragment uit de nieuwe opera van Willem Jeths, die in 2020 in wereldpremière gaat. Het zelfvertrouwen benodigd voor dat solo-optreden werd versterkt in de coachings met repetitor Eytan Pessen. “Hij heeft me geholpen mijn zelfvertrouwen te vergroten. Ik hoop deze zomer meer met hem te werken aan techniek, interpretatie en repertoireopbouw.”

Martin pakt zijn telefoon bij de vraag naar zijn voorbereiding bij een optreden. “Ik probeer er niet te veel aan te denken. En wie mijn kleedkamer binnenkomt hoort – schrik niet – jazz. Ik luister veel naar een Zuid-Afrikaanse pianist, Charl du Plessis.” Bach op een jazzthema klinkt uit zijn telefoon. “Jazz is zoveel losser dan opera”, beaamt Martin. Hij fluistert: “In het begin had ik de neiging in mijn zang een klein tikje soul te stoppen. Rosemary Joshua zei: ‘Nee! Dat kun je niet doen, dit is opera.’”

“Ze denken dat ik miljonair ben”

Mkhize is een zwarte man uit Zuid-Afrika. Het zijn er veel minder dan witte zangers, maar ze zijn er, zegt hij. “Denk aan Lawrence Brownlee of, van langer geleden, Leontyn Price. Ik heb succes op mijn manier, maar heel veel anderen in Zuid-Afrika hebben dat niet. Er is niet veel steun van de overheid. Ik ben iemand die de kansen krijgt.”

Hij zit in een andere wereld dan zijn broers. “Ze zijn blij voor me en denken dat ik miljonair ben.” Zijn moeder volgt hem ook; hij heeft bij haar in huis internet geregeld zodat ze kan kijken naar video’s van haar zoon op YouTube. “Ze kan alleen voor me bidden. Ik hoop haar ooit uit te nodigen voor een optreden hier.”

In Il matrimonio segreto zingt Martin de rol van graaf Robinson. Het stelt hem voor een vraag die zich voordoet als je in Soweto opgroeide: hoe speel ik een edelman? “Ik heb – denk aan Figaro – veel bedienden gezongen. De laatste tijd heb ik bestudeerd hoe belangrijke mensen met anderen omgaan en zich gedragen. Ik wil er geen karikatuur van maken.”

“Natuurlijk vraag ik me weleens af of ik de kans zal krijgen als zwarte man een prins te spelen. Daar heb ik geen controle over, ik kan alleen het beste geven. Het zal wel discussie oproepen, maar niet iedereen hoeft van de zanger te houden. Het belangrijkste is: erover praten. In dit theater is het geen thema, heb ik gemerkt.”

We ronden het gesprek af. Martin heeft een conclusie: “Ik heb je verteld hoe mijn leven gelopen is en dat ik kansen heb gekregen. Het minste wat ik kan doen, is al die kansen omarmen. Ik ben dankbaar dat ik hier ben en blijf hard werken.”

Lees ook de eerste aflevering van deze serie, waarin Rosemary Joshua, het hoofd van De Nationale Opera Studio, aan het woord kwam.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Paul, Ernst en Jamie

Volgend artikel

Martina Prins zingt Aida aan zee

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.