AchtergrondBinnenkortInterviews

De Opera Studio (1): Rosemary Joshua

De Nationale Opera startte in september 2018 De Nationale Opera Studio. Binnenkort zijn de jonge talenten samen te zien in de opera Il matrimonio segreto van Cimarosa. In een serie portretten stelt Place de l’Opera de studioleden voor. In deel 1: Rosemary Joshua, hoofd van de studio.

Rosemary Joshua: “Ik heb veel werk gestoken in deze groep.”

“Het is een job die veel multitasking vraagt”, zegt Rosemary Joshua over haar functie. “Ik kan al mijn talenten hier inzetten: ik ben mentor, ik coach, ik geef les en ik besluit wat de leden gaan doen in recitals en welke rollen ze gaan zingen.”

Haar taken zijn zowel organisatorisch als artistiek, en als dat nodig is, besteedt ze aandacht aan de onderlinge verhoudingen in de groep jonge zangers. “Ik heb veel werk gestoken in deze groep. Ik houd niet van geroddel en ik wil niemand voortrekken. Als er gedoe is tussen mensen, sta ik klaar om de boel glad te strijken.” Haar eisen aan de leden van de studio zijn duidelijk: professionaliteit en onderling respect.


Een nieuwe studio
De Nationale Opera Studio is een samenwerking met de Nederlandse Reisopera en Opera Zuid. De studio biedt een tweejarig traineetraject voor zes afgestudeerde zangers en een repetitor-in-opleiding. Achter de schermen is er voor de studioleden intensieve muzikale en vocale coaching en zijn er masterclasses van zangers, stemcoaches, dirigenten en regisseurs. Voor het publiek zingen de leden kleine (en soms grotere) rollen in grote producties. De DNO-productie Il matrimonio segreto, die op 25 juni in een regie van Monique Wagemakers in première gaat, is helemaal bezet met de jonge talenten.


Op het eerste oog zit er maar weinig verschil tussen de jonge leden van de studio en hun hoofd, Rosemary Joshua. Op witte gympen, met een kekke rugtas en in de hand een bekertje coffee-to-go dat ze onderweg naar haar werkplek in Nationale Opera & Ballet oppikte, oogt ze jaren jonger dan haar officiële leeftijd. Toch is ze met een carrière van ruim drie decennia rijk voorzien van ervaring en vakwijsheid om de zangers van morgen te begeleiden op hun weg naar de grote podia.

Ooit nam ze zich voor haar zangcarrière met 50 te beëindigen. Ze was 25 toen ze met het oog op haar toekomst een pensioenplan afsloot. “Dat nu natuurlijk niks meer waard is”, constateert ze laconiek.

Nadat ze haar opleiding aan het Royal College of Music in Londen afsloot, reisde Joshua over de wereld. “Het was 32 jaar leven uit een koffer. De kinderen gingen soms mee en we hadden nanny’s, maar zeker toen de kinderen wat ouder werden, viel weggaan van huis me steeds zwaarder.”

Ze wilde gaan lesgeven. Een baan als hoofd van de Dutch National Opera Academy – een masterprogramma van de conservatoria van Den Haag en Amsterdam – diende zich aan. Na een jaar was ze er weg. “Het was een ramp, een bittere teleurstelling. Maar mijn stelling is: in het leven leidt elke slechte ervaring tot wat beters.”

Toen de vraag van Pierre Audi kwam om de Opera Studio bij DNO te gaan leiden, nam Joshua ruim de tijd om na te denken. “Het leven dat ik ervoor leidde als freelancer, gaf me alle ruimte. Ik had een agent die projecten aan me voorlegde en ik besloot zelf wat ik wilde doen. Geef ik al die vrijheid op om deel te gaan uitmaken van een grote organisatie, om ‘one of the bees in the company’ te worden?”

Haar uitstekende ervaringen bij DNO speelden mee bij het besluit om ja te zeggen. “Ik merkte dat men er echt werk van wilde maken, midden in het instituut dat DNO is. Ik kende hier al veel mensen, dat gaf een zeker gevoel. Het was Pierre Audi die het me voorstelde; ik had graag meer met hem willen samenwerken. Gelukkig kende ik zijn opvolger, Sophie de Lint, al uit Zürich.”

“Ik ben eerlijk en direct, dat zijn ze niet allemaal gewend”

Vorig seizoen waren de audities voor de zes plaatsen in de nieuw opgerichte studio. Rosemary Joshua nam Jesús Iglesias Noriega, toen nog casting director bij DNO, mee, “want we hebben allemaal verschillende oren”. Ze zocht naar meer dan alleen een stem en keek naar de potenties van de kandidaten. “Ik wil een bepaald intellectueel niveau zien, zodat ik met ze kan werken. Ja, dat heeft wel iets van een waarzegger. Ik kijk naar hun leeftijd, hun opleiding en hoe ze op het podium projecteren en communiceren. Je kunt voorzien zijn van een geweldig stem, maar niks te vertellen hebben. Ik zoek naar diepte, en die mag best een ruw randje hebben. Hun doel moet zijn: communiceren met het publiek.”

Ze kijkt heel scherp naar jonge talenten, ze luistert goed en let bij de auditiekandidaten op hun ademhaling. “Ik zie in de manier waarop ze ademhalen voor een frase – meer nog dan in het geluid dat ze produceren – hoe hun commitment voor de tekst is. Zuiver zingen en een goed instrument hebben, dat is het begin. Hun artistieke kwaliteit kan ik steunen en gidsen, maar die moeten ze wel in huis hebben.”

De leden van de studio vormen een groep, maar zijn ook veel individueel bezig in producties waarin ze alleen of met een enkele studiocollega staan. Joshua hecht aan het contact met haar jonge zangers. “Ze moeten me vertrouwen, maar zoiets kun je niet simpelweg afspreken. Er moet een klik zijn, een vorm van wederzijds respect. Verder ben ik eerlijk en direct; dat zijn ze niet allemaal gewend. Sommigen verwachten kritiek met een strikje erom. Daar doe ik niet aan.” Ze is regelmatig ’s avonds bij de voorstelling als één van haar jonge talenten op de bühne staat. Na afloop stuurt ze even een opname, ter lering.

“Er staan altijd drie andere zangers klaar om je rol over te nemen”

Joshua heeft het zelf zonder een periode bij een operastudio gedaan. Meteen na haar afstuderen kreeg ze een aanstelling bij de English National Opera. “Ik heb er alle piepkleine rollen gezongen en leerde door naar anderen te kijken. Ook bouwde ik ‘stamina’ op.” Ze realiseert zich dat de tijden zijn veranderd. Ooit was een niet helemaal gelukt optreden iets voor die ene avond. “Nu is er elke keer dat zangers hun mond open doen een camera voor beelden op YouTube of Medici.tv.”

Het is geen makkelijke wereld waarop ze haar zangers voorbereidt. Ze legt de nadruk op bouwen, kleine rollen zingen en netwerken – zodat je als jong talent in de aandacht komt – en heel precies begrijpen wat er van je verwacht wordt. Want: “Er staan altijd drie andere zangers klaar om je rol over te nemen.”

In Amsterdam, waar zangers niet in vaste dienst zijn, zoals bij Duitse operahuizen, nemen de studioleden een unieke plaats is. Ze krijgen een salaris waarmee ze zich in de stad kunnen redden. “Dat is een enorm privilege. We bieden ze een internationaal platform en dat levert ze kansen op. Er wordt al naar ze gevraagd in de branche.”

“Ik ben hun grootste fan en zij zijn mijn eerste prioriteit”

In een branche die al overvoerd wordt met jonge talenten, vecht iedereen om zijn plaats, constateert Joshua. “We bieden onze zangers naast de kleine rollen ook gasten als Christof Loy, die uitgebreid met ze gewerkt heeft. Jetske Mijnssen was hier, Marc Albrecht, noem maar op. Er zijn coaches voor taal en een bewegingsdocent leerde ze vaardigheden die je op een operapodium nodig hebt, zoals zwaardvechten, vallen en doodgaan.”

Daarmee houdt het nut van al die grote namen niet op, stelt Joshua. “Al die mensen gaan terug en herinneren zich onze studenten. ‘Tony Pappano’, zal iemand ooit zeggen, ‘ik hoorde in Amsterdam een geweldige sopraan!’ Zo leggen de zangers contacten met actieve professionals in de operawereld. Onze zangers gaan na maximaal twee jaar weg, maar we blijven ze volgen. Zij zijn de ambassadeurs van dit bedrijf, met hen willen we de toekomst van opera ontwikkelen.”

Het is de energieke leider van de Opera Studio gelukt om veel ruimte te creëren voor haar zangers in het reguliere aanbod van DNO. Vaste bezoekers hebben de jonge talenten al verschillende malen aan het werk kunnen zien op het hoofdpodium. Dat spreekt niet vanzelf. “Vergeet niet: als we voor een rol in een productie van DNO iemand zoeken, is er een internationale markt met uitstekende zangers. Er is keus genoeg! Die gedachte moet mijn studenten motiveren om hun best te doen. Ik ben hun grootste fan en zij zijn mijn eerste prioriteit.”

Over de toekomst van haar studenten maakt Joshua zich niet veel zorgen. Zij, en het bedrijf als geheel, investeert grote hoeveelheden geld, energie en aandacht in de zangers. “Onze ambitie is ze naar een niveau te brengen dat ze 100 procent inzetbaar zijn in een operahuis. Een ‘Festvertrag’ in Duitsland is één van de mogelijkheden. Wat we doen, is bepalend voor de toekomst van opera op hoog niveau. Ik ben trots dat we die stap gezet hebben.”

De komende weken leest u op Place de l’Opera interviews met alle leden van de Opera Studio.

Vorig artikel

Opera in de media: week 23 van 2019

Volgend artikel

Markus Stenz tekent voor grootse Schreker

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.