AchtergrondBuitenlandFeatured

Opera på Skäret: uit het juiste hout gesneden

Op een plek in Zweden waar na de sluiting van de mijnen en andere industrie geen ziel meer wil wonen en waar naaldbomen, meren, wolven en bevers de overhand hebben op menselijke beschaving, daar ontwikkelt Sten Niclasson een operafestival. In een oude zagerij. Gekkigheid, denkt u wellicht. Maar de alweer elfde editie van het evenement bewijst anders. Dit zie en hoor je nergens.

Het operahuis van Opera på Skäret.
Het operahuis van Opera på Skäret.

Sten Niclasson is een rustige, bescheiden man. Maar hij kan groot dromen. Toen hij in 1996 op bezoek was bij een vriend in het Västmanland en met zijn auto over de kleine weggetjes door de bossen reed, zag hij vanaf een heuvel opeens een grote houtzagerij liggen, naast een uitgestrekt meer, omzoomd door typisch Zweeds, glooiend landschap.

Hij ging het vervallen gebouw binnen en zong een fragment uit één van de vele rollen die hij als gerenommeerde bariton bij de Scandinavische operahuizen op zijn repertoire had staan. De akoestiek bleek buitengewoon goed te zijn. Direct begonnen de ambities bij hem op te borrelen: een jaarlijks operafestival, een speciale treinverbinding met Stockholm, een restaurant, een hotel, vakantiehuisjes…

Die dag werd Opera på Skäret geboren, al duurde het tot 2005 voordat de eerste officiële festivaleditie plaatsvond. Een dure kunstvorm als opera naar zo’n verlaten gebied halen had namelijk veel voeten in de aarde. Maar Niclasson kreeg het van de grond, samen met zijn vrouw Anna-Carin (een voormalig zangeres) en zijn zoon Alexander, tenor en regisseur.

Niclasson investeerde miljoenen kronen in de restauratie van de zagerij en de omliggende gebouwen, zodat er nu niet alleen een fantastisch operatheater met 800 plaatsen staat, maar ook een pand met kleedkamers voor de artiesten, kantoorruimte voor de staf, een repetitieruimte en kantine voor het koor, een kostuumatelier, een galerie voor tentoonstellingen en een recitalpodium. En in een ander gebouw, iets verderop, zit een toneel voor kleinschalige producties en huist de hele zomer een operacafé, waar de gasten kunnen lunchen en dineren.

De grootste vondst van Niclasson was de bouw van een klein stationnetje pal naast het terrein van het festival. Iedere zomer chartert Opera på Skäret een antieke trein, die op bijna alle voorstellingsdagen van Stockholm naar het festival en weer terug rijdt. “Geen ander festival heeft naar mijn weten zijn eigen station”, zegt Niclasson met gepaste trots.

Door dit soort ‘inventies’ groeide Opera på Skäret uit tot een vaste waarde in het Zweedse culturele landschap, met 8.000 tot meer dan 10.000 bezoekers per editie. Al zijn de ambities van Niclasson nog lang niet op. Onlangs kocht hij een grote heuvel naast het meer, met het idee om daar een hotel en een stel vakantiehuisjes te laten bouwen.

Terwijl we bij het water staan, toont hij me van waar tot waar zijn nieuwe stuk land loopt. “Mijn grote droom is dat we in de toekomst iedere zomer twee producties kunnen aanbieden, waarbij mensen dan in het hotel of in een vakantiehuisje kunnen overnachten en op de dag tussen de voorstellingen kunnen genieten van de natuur”, vertelt hij. “Als we op die manier alles om het festival heen goed verzorgd hebben, denk ik dat we mensen uit de hele wereld gaan trekken.”

Zwemmen

Totdat die accomodaties er zijn, is de treinrit vanuit Stockholm zeer aan te bevelen. Op zaterdag 2 augustus zet de daarvoor verantwoordelijke treinmaatschappij Skåj (Stockholms Kultursällskap för Ånga och Järnväg) een klassieker uit de jaren veertig, vijftig van de vorige eeuw in, met treinpersoneel dat ook ergens uit die periode dateert, maar dat werkelijk voortreffelijk Engels spreekt en de gasten bijzonderlijk hartelijk ten dienste staat.

Operagasten arriveren met een antieke trein bij Opera på Skäret (foto: Opera på Skäret).
Operagasten arriveren met een antieke trein bij Opera på Skäret (foto: Opera på Skäret).

De van veel hout voorziene coupés zijn voorzien van comfortabele fauteuils en een uurtje na vertrek staat je lunch klaar in de restauratiewagen, waar je onder het genot van een ‘melonsallad med fetaost och oliver’ en ‘lax med romsås’ (het Zweeds kent erg veel woorden die je vanuit het Duits en Nederlands kunt herkennen) verder kunt genieten van de natuurrijke omgeving. Bossen, velden, meren, bossen, velden, meren, bossen, velden, meren…

Ingrid is één van de vriendelijke Skåj-dames en vertelt me met nagenoeg perfecte Britse tongval hoe ze al enige jaren de zomerlijn naar het festival helpt bemannen. Ze typeert de reis als een ‘super adventure’ voor de gasten, al geeft ze eerlijk toe dat ze zelf dit jaar het operaonderdeel overslaat. Terwijl de reizigers van Verdi’s Otello genieten, gaat zij op een rustige plek zwemmen in een meer. Wat bij ruim 30 graden ook wel te begrijpen is.

Eenmaal aangekomen bij het koperrode operahuis blijkt Ingrid niet de enige Zweed met zwemneigingen. Bezoekers maar ook zangers nemen vooraf en in de pauze zonder schroom een duik in het meer. Nog voor je goed en wel een pauzedrankje hebt bemachtigd, plonst er al een koorlid in het water.

Syriërs

Marcello Mottadelli – een Italiaanse maestro met een Nederlandse agent en een grote bewondering voor zowel Nederlandse voetballers als Ton Koopman – is voor de vierde zomer te gast bij het festival en is daar trots op. “Ik woon zelf bij het Comomeer en houd erg van water en natuur. Toen Sten mij van dit festival vertelde, dacht ik: dat moet geweldig zijn.”

Mottadelli vindt dat het niveau ieder jaar hoger wordt, ondanks de obstakels die de beperkte financiën opwerpen. Zo moet hij Otello dit jaar dirigeren met slechts 38 musici. “Het is een grote uitdaging om met zo’n kleine bezetting de juiste balans te vinden. Maar gelukkig werken we met musici van de beste operahuizen en orkesten in Scandinavië.”

De dirigent geniet van de zomers in Zweden en heeft met veel zangers en musici een vriendschappelijke band. “Je orkest bestaat uit mensen, niet uit instrumenten”, zegt hij. “Zo ga ik altijd te werk, maar zeker in Scandinavië is het belangrijk om te beseffen, omdat het respect tussen dirigent en musici veel gewicht heeft.”

Mottadelli voegt diezelfde avond nog daad bij woord door met een groep musici en zangers een potje voetbal te spelen in Kopparberg, met 3.000 inwoners de grootste plaats in de omgeving, waarbij de Syrische vluchtelingen die hier geplaatst zijn (hoe is het mogelijk, in deze wildernis) uitgenodigd worden om mee te doen.

Moesson

Een ander inmiddels bekend gezicht bij Opera på Skäret is Ole Jørgen Kristiansen, de vaste bariton van Den Norske Opera in Oslo en na eerdere festivaloptredens als onder meer Rigoletto en Amonasro dit jaar Jago in de productie van Otello. Waarom hij blijft terugkeren? “Ik houd ervan dat ze hier regelmatig zwaardere opera’s programmeren, met veel Verdi. En ik zing graag op dit soort alternatieve plekken. Ik wil niet altijd ‘stijf’ in een operahuis staan, ik wil mijn operapassie ook echt uitleven. Dat kan hier.”

Het artistieke team en de cast van Otello (foto: Opera på Skäret).
Het artistieke team en de cast van Otello (foto: Opera på Skäret).

Kristiansen geniet ook van de pubconcerten die het festival naast de grote productie organiseert – een initiatief dat veel lokale mensen voor het eerst heeft laten kennismaken met opera. “Veel van mijn collega’s zijn er eerst wat huiverig voor, maar als ze dan een keer een aria zingen en de mensen in zo’n pub enthousiast krijgen, weten ze niet meer van ophouden…”

Een ander belangrijk onderdeel van het randprogramma is de academie voor jonge zangers die Opera på Skäret organiseert, met vele masterclasses en lessen voor jonge zangers. Tijdens een rondleiding door de festivalgebouwen stuit ik in de recitalzaal op sopraan en actrice Kamila Benhamza, die een jonge zangeres met een aria helpt.

Benhamza (momenteel in Nederlandse filmhuizen te zien in de film The Reunion) ziet het festival als een plek met vele mogelijkheden. Niet alleen voor jonge zangers, maar ook voor gevestigde zangers als zijzelf. “Er worden elk jaar audities georganiseerd voor de producties, waar veel zangers op afkomen. Bij veel operahuizen hebben audities geen duidelijk doel, maar hier zing je heel duidelijk voor een bepaalde rol. Dat vind ik erg goed.”

In de audities van dit jaar ‘won’ Benhamza samen met Charlotta Larsson de rol van Desdemona en daar is ze zielsblij mee. “Ik kan dit nu van mijn lijstje afstrepen en gelukkig sterven”, lacht ze. “Dit is de mooiste operarol die ik ooit gezongen heb. Niet één noot is saai en het karakter van Desdemona is zo interessant. Ze is niet zo’n vrouw die met veel coloraturen zingt dat ze ‘oh zo blij’ is. Ze is een vrouw van vlees en bloed.”

Bij de premièrevoorstelling van haar cast, een week eerder, brak er naast de fictieve storm in de opera ook een echte storm los. “Het was moessonachtig, zo hard regende het. Door het onweer leek het bijna oorlog. Sommige mensen vroegen zelfs: ‘Staat het orkest wel aan?’ Maar ook dat is de charme van zo’n festival.”

Uniek

Na de voorstelling kun je besluiten om te blijven hangen in de regio. Er is één hotel in Kopparberg: Bångbro Manor, een kleine maar uitstekende accomodatie, bomvol klassiek meubilair en met een prachtig uitzicht. Als je iets verder rijdt, is er meer keuze.

Je kunt ook direct de trein terug naar Stockholm nemen. Die staat keurig te wachten als je het theater uitkomt, met aan boord wederom Zweeds voedsel (een driegangendiner). Tussen 23.00 en 00.00 uur ratel je op antieke wijze tussen de monumentale panden van Stockholm door.

Dit reisgemak, de ongedwongen atmosfeer, de omvangrijke natuur en de hoge artistieke en muzikale kwaliteit (lees de recensie ‘Otello helemaal thuis in Zweedse zagerij‘) maken een bezoek aan Opera på Skäret in vele opzichten uniek. Ik zou zeggen: hebt u volgend jaar zomer zin in een trip naar Stockholm, trek dan een dagje uit voor dit opera-avontuur. U zult er geen spijt van hebben.

Zie voor meer informatie de website van Opera på Skäret.

Vorig artikel

Jelinek schrijft ‘vervolg’ Ring

Volgend artikel

Otello helemaal thuis in Zweedse zagerij

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.