FeaturedOperarecensie

Duncan Rock ster in doeltreffende Giovanni

Niet voor maar óp het toneel, aan drie kanten van orkest en decor, zat het publiek bij Don Giovanni van HET Symfonieorkest. Het gaf Mozarts opera een frisse dynamiek en bracht de zangers heel dichtbij. Zeker in het geval van hoofdrolspeler Duncan Rock was dat geen straf.

Scène uit Don Giovanni (vorige speelreeks).
Scène uit Don Giovanni (vorige speelreeks).

Regisseur Eva Buchmann ensceneerde Don Giovanni oorspronkelijk voor een chique hotel in het Zwitserse St. Moritz. Uit de beperkte ruimte daar werd haar concept geboren. Ze zette het orkest in het midden, plaatste een paar stellages en een catwalk eromheen en liet het publiek aan weerszijden daarvan plaatsnemen, dicht op de musici en de zangers.

De productie was een succes en toert nu door Nederland. In theater De Spiegel in Zwolle, waar op zaterdag 17 januari de voorpremière plaatsvond, was de constructie uit St. Moritz in zijn geheel, dus inclusief publiekstribunes, op de bühne geplaatst en daarbij iets uitgebouwd, zodat de toeschouwers aan drie in plaats van twee zijden konden gaan zitten.

De opstelling had z’n voor- en nadelen. Sterk vond ik de intimiteit. Het verhaal werd letterlijk dichtbij gebracht. Dat stelde hoge theatrale eisen aan de zangers, maar die gingen daar bekwaam mee om.

Ook bewees het decor bijzonder functioneel te zijn. Buchmann had geen moeite om er de verschillende scènes mee te localiseren en nutte de talrijke bewegingsmogelijkheden van de set slim uit, wat veel dynamiek in de voorstelling aanbracht. Samen met de prachtige kostuums van Jorine van Beek, die de karakters raak typeerden, en de sfeerversterkende led-strips op de stellages, die per scène van kleur verschoten, schiep het artistiek team zo een overtuigende vertelling van Mozarts opera. Een toonbeeld van een doeltreffende lowbudgetenscenering.

Akoestisch pakte de setting soms minder goed uit. Wanneer de zangers zich aan de andere kant van het decor bevonden en met hun rug naar je toe stonden te zingen, viel er weleens een passage weg. Verder stoorde het gerommel en geloop van technici en andere backstage-figuren; iets waar je in de zaal doorgaans niets van meekrijgt.

Het waren details die je bij zo’n experimentele opstelling op de koop toeneemt. Onvergeeflijk vond ik daarentegen het ontbreken van boventiteling. Zeker bij Don Giovanni, met zijn grote hoeveelheid tekst en grappige dialogen, is dat welhaast de allereerste eis waaraan voldaan moet worden. Nu ging er veel humor en ook veel muzikale gevatheid, die enkel in combinatie met de tekst te begrijpen is, verloren. Een onnodige drempel voor bezoekers die de opera niet zin voor zin kennen, en ik denk dat het overgrote deel van het publiek daartoe gerekend kan worden.

Piotr Micinski als Leporello.
Piotr Micinski als Leporello.

De cast bestond uit acht uitstekende zangers. Voor mij sprong aanstormend talent Duncan Rock als Don Giovanni eruit. De bariton lijkt wel een jonge versie van Gerald Finley, zowel qua uiterlijk als qua stem en performance. Hij heeft veel uitstraling, groot acteertalent en een stoer, strak gevoerd stemgeluid. Ideaal voor de vrouwenversierder. Hier en daar klonk hij nog wat onbesuisd – het is te hopen dat hij niet te snel te grote laarzen aantrekt – maar verder bleek in alles dat hier een bariton met enorm potentieel stond.

Ook Jaco Huijpen verraste me. Hij zette een imposante Commendatore neer en maakte met zijn grootse, dreigende bas de slotscène tot wat het is: één van de mooiste, spannendste operafinales ooit gecomponeerd.

Piotr Micinski verzilverde de smaakmakende rol van Leporello met sterk acteerwerk en tekstbewuste, diep resonerende zang. Renate Arends blonk uit onder de vrouwen als een schoon maar pittig gezongen Elvira en Yves Saelens had een knappe ‘Il mio tesoro’ in huis als Don Ottavio, hoewel hij zijn stemgeluid soms wel erg sterk terugbracht in volume.

Vili Gospodiva (Donna Anna), Marina Zyatkova (Zerlina) en Jan Szurgot (Masetto) lieten stuk voor stuk knappe stemmen horen, maar communiceerden hun tekst naar mijn mening wat minder sprekend dan de anderen.

HET Symfonieorkest gaf onder Jan Willem de Vriend een kraakheldere interpretatie van Mozarts muziek. Heel clean en transparant, soms zelfs wat timide. Net als de zang en het spel kwam ook de orkestbegeleiding heel dichtbij, waarbij het klankbeeld voortdurend uitgebalanceerd bleef. Mooi om de opera eens zo ‘up close’ mee te maken.

Don Giovanni is nog te zien in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam (20 en 21 januari) en het Zuiderstrandtheater in Den Haag (24 en 25 januari). Zie voor meer informatie de speciale website van de productie.

Vorig artikel

The Fat Lady brengt DNA 2015

Volgend artikel

Nelson regisseert Parelvissers bij Reisopera

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Patrick van Rhedenborg
    22 januari 2015 at 18:30

    Leuk verhaal, maar misschien een komma’tje achter Duncan Rock? Wat doet een rockster in Don Giovanni, dacht ik in eerste instantie… 😉 Maar wellicht was dat wel de bedoeling. 🙂