FeaturedOperarecensie

Van Zweden continueert Wagner-triomfen

Het is een traditie geworden bij de NTR ZaterdagMatinee: eens in de zoveel seizoenen dirigeert Jaap van Zweden een Wagner-opera. Na de grote successen Lohengrin en Parsifal was ditmaal Tristan und Isolde aan de beurt. Mede dankzij de verbluffende prestaties van sopraan Jennifer Wilson als Isolde werd het een knaller van een seizoensopener.

Jennifer Wilson verblufte als Isolde.
Jennifer Wilson verblufte als Isolde.

Wekenlang hadden Jaap van Zweden en zijn team gewerkt aan deze Tristan und Isolde. En dat was te horen: het orkest bracht een volbloed Wagner, waarin alle instrumentensecties minutieus samenkwamen en waarin ook de meest subtiele details, die in andere uitvoeringen soms dreigen te verdrinken, te horen waren.

Een nadeel was dat Van Zweden zijn orkest soms, zeker in de eerste akte, iets te hard liet spelen. Dit ging vooral ten koste van de te elfder ure ingevlogen Tristan, Ian Storey, die de door een keelontsteking gevelde Clifton Forbis op het allerlaatste moment moest vervangen, zonder ook maar één korte repetitie met het orkest te hebben kunnen doorlopen. Allesbehalve een ideale situatie.

De Britse tenor Storey heeft in het verleden in operahuizen als de Scala een grote staat van dienst opgebouwd als vertolker van Tristan, maar wekte zeker in de eerste twee aktes de indruk op zijn retour te zijn. Door het harde orkestspel was Storey vaak niet goed hoorbaar, en als dat wel het geval was, klonk zijn stem zwak, alsof het geluid er met geweld uitgeperst moest worden.

Naar wat er in de lange pauze tussen de tweede en de derde akte is gebeurd en besproken, kan men alleen gissen, maar in het derde bedrijf kwam Storey op stoom en werd zijn zang soepeler en geloofwaardiger. Hij deed geen fysieke pogingen tot acteren of rolbeleving, maar vocaal werd zijn Tristan uiteindelijk toch nog overtuigend.

Wie zich niet door het orkest liet overspoelen, was de verbluffende Amerikaanse sopraan Jennifer Wilson, die een Isolde neerzette van een zeldzaam niveau. Elk moment op het podium bleef ze met haar prachtige, warme stemgeluid ruimschoots boven het orkest uitkomen. Ze klonk nergens schel of vermoeid en wist alle emoties die Isolde doormaakt haarfijn te communiceren door middel van haar stem. Dit is absoluut een Wagner-zangeres om goed in te gaten te houden.

Een klein minpuntje was dat ook Wilson weinig pogingen deed tot fysiek acteren, al was het aanzienlijk meer dan Storey. Hierdoor werd de geloofwaardigheid van de allesverzengende passie van het liefdespaar jammer genoeg ietwat aangetast.

Wel vol overtuiging geacteerd en met volle, indrukwekkende stem gezongen was de Kurwenal van de Duitse bariton Jochen Schmeckenbecker. Vooral in de laatste akte waren elk gebaar dat hij maakte en elke klank die uit zijn mond kwam diep ontroerend.

Jaap van Zweden  (foto: Bert Hulselmans).
Jaap van Zweden (foto: Bert Hulselmans).

De Russische mezzosopraan Marina Prudenskaja – die jaren geleden voor het eerst te zien was op het podium van De Nationale Opera als Mary in Der fliegende Holländer en later als Erda in de Amsterdamse Ring – zong een warmbloedige Brangäne. Ze lijkt een vocale ontwikkeling door te gaan waarin haar stem steeds zwaardere rollen aan kan.

Door Falk Struckmann werd een welluidende, warm klinkende koning Marke gezongen. In deze bariton was een uitermate goede vervanger gevonden voor de eerder ziek geworden Matthias Goerne, een zanger die meer bekendstaat om zijn liedvertolkingen dan om zijn vertolkingen van Wagner-rollen.

Ook de kleinere rollen waren uitstekend bezet door de casting director van de ZaterdagMatinee. Paul Macnamara wist de verraderlijke Melot met felle stem neer te zetten en ook Fabio Trümpy verdient alle lof voor zijn helder klinkende bijdragen als Herder en Jonge Zeeman.

Na afloop van de voorstelling was het applaus luid: voor alle solisten, maar met name voor Jennifer Wilson, die door het publiek zeer warm ontvangen werd.

Het luidste applaus ging echter naar Jaap van Zweden en het Radio Filharmonisch Orkest. Ondanks de tegenslag van de op het allerlaatste moment vervangen Tristan was het eindresultaat een aangrijpende en meeslepende Wagner. Het is te hopen dat deze traditie ook in volgende seizoenen wordt voortgezet.

Vorig artikel

Jonge zangers vieren Russisch repertoire

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Dima, Joyce en Jonas

De auteur

Laura Roling

Laura Roling

5Reacties

  1. Leo van Eden
    14 september 2015 at 21:43

    Wellicht zat mevrouw Roling achter een pilaar, maar dat hoeft niet ten koste te gaan van haar auditief waarnemingsvermogen.

    Is het haar volledig ontgaan dat er een koor meewerkte aan deze productie?

    Ik ben best benieuwd naar de bijdrage van het Groot Omroepkoor, ingestudeerd door zijn pas onlangs aangetreden dirigent Klaas Stok.

  2. Rien Spies
    14 september 2015 at 22:12

    Ik denk dat de recensie van Peter van der Lint in Trouw de kwaliteit van deze uitvoering toch iets beter weergeeft.
    Vooral zijn oordeel over de Isolde van Wilson. De noten op de goede plek, niet schel, warm, maar zonder enige beleving van wie Isolde in deze opera is. De tweede actie die gloedvol moet zijn miste elke zindering (v.d. Lint) en emoties werden bij enkel opgewekt door het orkest, dat fantastisch speelde. Storey ken ik van de DvD uitvoering van Tristan onder Barenboim en deze vind beslist zeer goed en ik verheugde me daar op, toen ik bij de ingang hoorde dat hij zou invallen. Maar de uitvoering was ronduit slecht, in alle aktes. Ik kon er niets van verstaan en soms zelfs niet te horen (ik zat wel achterin de zaal). De overige rollen vond is zeer goed met een wederom uitmuntende Struckmann, naast Prudenskaja de uitblinker op vocaal gebied.
    Ik had me na de grote Wagners van van Zweden erg verheugd op deze Tristan. Want was Lohengrin, Meistersinger en Parsifal fantastisch. Helaas haalde men dit keer niet dat niveau. Natuurlijk is ziekte niet te voorkomen en geef ik een compliment voor het vinden van een vervanger op het laatste moment. Dat neemt de teleurstelling echter niet weg. (van Aken zal wel bezet geweest zijn, de keus voor Wilson begrijp ik bij de casting niet.

  3. Pieter K. de Haan
    15 september 2015 at 01:14

    Ik heb, behalve bovenstaande recensie, (nog) geen kritieken gelezen. Even afgezien van de titelrollen vond ik de zangers, koor en orkest – dat laatste wel vaak te luid – en dirigent uitstekend. Jennifer Wilson heeft – sorry, Wiebke Göetjes – haar verschijning wel erg tegen, maar ze zong schitterend: niet zo’n plaatstalen stem als die van Birgit Nilsson! Ian Storey – last-minute invaller, zonder ook maar één repetitie – verdient alleen al daarvoor groot respect. Ik kan mij niet herinneren hem eerder gehoord te hebben, maar naar mijn gevoel is bij hem het beste ervan af. Zijn stem klonk wat kaal en zijn vibrato is aan de brede kant. Al met al een memorabele uitvoering. Helaas heeft mijn voorgeprogrammeerde opname niet plaatsgevonden, dus als iemand een kopie voor mij heeft…graag!

  4. Pieter K. de Haan
    15 september 2015 at 11:37

    Wat betreft Ian Storey nog een aanvulling. Op Operabase zag ik van hem in 2013 nog 7 engagementen vermeld, in 2014 nog maar 1 en wel in “La Fanciulla del West” in Frankfurt en in dit jaar, vóór de matinee, ook maar 1, t.w. “Tristan und Isolde” in Straatsburg. Dat hij vrij was om in Amsterdam in te vallen is dus niet zó verwonderlijk. E.e.a. ondersteunt wel enigszins wat ik hierboven opmerkte over zijn vocale status.

  5. John de Jong
    15 september 2015 at 19:29

    Op naar Tannhaüser in 2017. Die zit al in de planning.

    En daarna wordt het tijd voor de Ring in de Matinee.