FeaturedOperarecensie

De klassieke kant van Anne Sofie von Otter

Voor de tweede maal in vijf weken deed de Zweedse mezzosopraan Anne Sofie von Otter ons land aan. Haar recital was geprogrammeerd met werk van onder anderen Mozart, Haydn en Schubert. Met begeleider Kristian Bezuidenhout vormde ze een eminent duo voor een zeer enthousiast publiek.

Anne Sofie von Otter. (© Mats Bäcker)
Anne Sofie von Otter. (© Mats Bäcker)

Ze was er weer, gisteravond in Rotterdam. Gezien de vrijwel volle Jurriaanse Zaal van De Doelen is er voor de vocale en theatrale kwaliteit van Anne Sofie von Otter meer dan voldoende publiek. Herstel: fans. Een dikke maand na haar optreden in Utrecht was aan het opkomstapplaus te horen dat de Zweedse mezzo en haar begeleider Kristian Bezuidenhout meer dan welkom waren.

Vergeleken met het recital in Utrecht was de sfeer geheel anders. Dit zou een klassiek recital worden, en dat werd het ook. Het bewees opnieuw dat Von Otter zich op heel veel terreinen van de muziek thuis voelt en een uitstekend gevoel heeft voor wat wel of niet bij elkaar past. Geen Sting gisteravond, geen Kate Bush, maar Mozart, Schubert, Haydn en meer in hetzelfde idioom van eind achttiende, begin negentiende eeuw.

Von Otter vond meteen haar vorm en stortte een serietje lichte Mozart over het publiek uit. Niet alleen haar talent voor het kleuren van de klank is na al die jaren en al die muziek – ze is de zestig al gepasseerd – nog altijd volledig intact, ook fysiek kan ze steunen op een bijna jeugdige conditie. Het aanzetten van de noten, het spelen met accenten en het maken van mooie lange bogen doet ze met groot gemak, waardoor haar stem en zang een natuurlijke eenheid vormen met de muziek.

De eerste minuten vlogen om; er was bijna te weinig tijd om de kwaliteit van begeleider Kristian Bezuidenhout te beoordelen. Hij speelde op een kopie van een fortepiano uit 1824. Na Mozart kreeg hij het podium voor twee solostukken van Schubert van een verbluffende kwaliteit. Het Allegretto duurde enkele minuten, maar leverde muzikaal vrijwel het complete idioom dat Schubert – ongeveer in diezelfde periode, rond 1827 – voor zijn Winterreise benutte. Er bestaan, voor zover ik kon vinden, geen opnamen van Bezuidenhout met solowerk van Schubert. Het lijkt me een zeer gewenste aanvulling op zijn discografie.

Daarna kwam er een tikje opera in het programma met de cantate Arianna a Naxos van Haydn. Het stuk kent twee recitatieven en twee aria’s, waarvan de eerste geïnspireerd lijkt te zijn op ‘Dove sono’, de aria van de contessa in Mozarts Le nozze di Figaro. Haydn bezocht een uitvoering van die opera in de periode dat hij aan zijn cantate werkte. De tekst van het werk heeft meer drama dan veel liederen, met als exemplarische (voorlaatste) slotzin: “Ik ben ellendig en verlaten, er is niemand die mij troost.” Von Otter bewaakte de bandbreedte van een liedrecital en hield de expressie binnen de perken. Opvallend hoeveel meer kleur de recitatieven van Haydn hebben in vergelijking met die van Mozart.

Meer dan 250 liederen, van constante hoge kwaliteit, componeerde de Zweed Adolf Frederik Lindblad, zo vertelde de zangeres in een korte toelichting na de pauze. Met een uiterst levendig lied over de ochtendbespiegelingen van een meisje sloot het blokje met Lindblads werk.

Het recital eindigde met enkele liederen van Schubert. Als er dan toch iets te klagen zou zijn, was het dat die laatste serie in mijn oren en ogen te weinig diepte kreeg. ‘So lasst mich scheinen’, het tweede Mignonlied op tekst van Goethe, biedt meer diepe, melancholieke droefenis dan Von Otter eruit perste. Misschien is zulke ‘Weltschmerz’ te veel een mannending en is deze mezzo te aards om zo diep onder de bodem van het leven te duiken.

Natuurlijk volgden er toegiften, waarvan enkele in de sfeer van kerst. Von Otter maakte zich nog meer geliefd door één ervan wandelend over het podium te zingen, waarbij ze haar fans achter en naast het podium meer kans bood om haar rechtstreeks te horen. Het was een recital waarna maar één vraag overbleef: wanneer komt ze weer?

Anne Sofie von Otter is de komende maanden vooral te zien in operaproducties, zoals Lulu in Hamburg en The Exterminating Angel van Thomas Adès in Londen. Die laatste productie gaat later naar New York en zal – mogelijk met Von Otter – deel uitmaken van een volgend Live in HD-seizoen.

Vorig artikel

Cité de l’Opera: Lenny, Tristan en Frank

Volgend artikel

Thema Operadagen 2017: Departures

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

1 Reactie

  1. Maarten-Jan Dongelmans
    14 december 2016 at 14:41

    Ja, dat wordt natuurlijk wel iets om naar uit te zien: de bioscoopuitzending vanuit The Met van Adès’ Salzburgse première van afgelopen zomer.
    By the way: Haydns recitatieven kleurrijker dan die van Mozart? Daar geloof ik dus helemaal niets van (luister maar naar de Da Ponte-opera’s of de grote concertaria’s). Laten we het maar op een kwestie van smaak houden.