BuitenlandFeaturedOperarecensie

Schlossfestspiele herpakt zich met Tosca

Het Mecklenburgisches Staatstheater in Schwerin heeft sinds 2016 een nieuw leidingsteam en dat is te merken. Het niveau is opgekrikt, de artistieke visie is weer relevant. Dat bewijst een krachtige Tosca, deze weken te zien tijdens de Schlossfestspiele van het theater.

Wolfgang Kurima Rauschning ontwierp een eenvoudig maar effectief decor. Op de achtergrond het kasteel van Schwerin. (© Silke Winkler)

In 2016 verliet Joachim Kümmritz het Mecklenburgisches Staatstheater. Hij sloot zijn zeventien jaar lange intendantschap af met een teleurstellende Aida tijdens de Schlossfestspiele Schwerin. De enscenering was een opeenhoping van regietheaterclichés, de zang was matig en het ontbreken van boventiteling deed het publiek de hele avond naar de verhaallijn gissen. Ondanks de unieke entourage – de festivalbühne ligt ingeklemd tussen het kasteel van Schwerin, de Schweriner See, het klassieke Staatstheater en het negentiende-eeuwse museum – was het een verbitterende ervaring.

Kort daarna trad de nieuwe intendant Lars Tietje aan, die zijn eigen artistieke team meenam. Vorig jaar maakte hij tijdens de Schlossfestspiele een uitstapje naar het musicalgenre (West Side Story), dit jaar brengt hij zijn eerste klassieke opera in de openlucht, Giacomo Puccini’s Tosca. Zijn operadirecteur Toni Burkhardt tekent voor de regie.

Duivelse intenties

Midden op het toneel ligt een groot rood kruis, dat uit zijn 14 meter hoge omraming gevallen lijkt te zijn, of daar nog in bevestigd moet worden. Daaromheen heeft ontwerper Wolfgang Kurima Rauschning een eenvoudig maar effectief speelvlak gecreëerd, met marmeren trappen en een gouden wand met mozaïekachtig motief. Eyecatcher is een groot gebeeldhouwd vrouwenhoofd met gesloten ogen; Maria Magdalena of Marchesa Attavanti, net hoe je het bekijkt… De kostuums van Adriana Mortelliti geven het geheel een twintigste-eeuwse tint.

Rodrigo Porras Garulo als Cavaradossi. (© Silke Winkler)

Burkhardt volgt nauwgezet het libretto van Giuseppe Giacosa en Luigi Illica. Het publiek kan het checken aan de hand van de Duitse boventitels aan weerszijden van het toneel. Wat een verbetering ten opzichte van de onvertaalde Aida! Je merkt direct meer betrokkenheid bij de toeschouwers.

De gevluchte Cesare Angelotti (uitstekende Bruno Vargas) zet het verhaal met veel vaart in gang, waarna Cavaradossi en Tosca hun eerste intieme scène beleven, hét moment waarop hun liefde geloofwaardig gemaakt moet worden. Karen Leiber en Rodrigo Porras Garulo zingen elkaar gepassioneerd toe, maar de ontmoeting had mijns inziens speelser en flirtender gekund.

De geliefden ruimen het veld voor politiechef Scarpia, vol autoriteit en dreiging neergezet door Derrick Ballard. Hij positioneert zich fraai voor het gebeeldhouwde hoofd om zijn duivelse intenties te belijden, ‘Va, Tosca! Nel tuo cor s’annida Scarpia’. Het koor contrasteert zijn goddeloze woorden met het imposante ‘Te Deum’. Het schuurt en siddert aan alle kanten; Puccini op zijn best.

Burkhardt laat een priester met zijn onderdanen voorbij schrijden, Bijbel hoog in de lucht, wierook over de tribunes verspreidend. Samen met het omgevallen kruis en de power van de Staatskapelle Schwerin onder Martin Schelhaas maakt het de scène nog bijtender. Een kippenvelmoment.

Hits

De tweede akte kan net zo bloedstollend zijn, maar op een andere manier. Het intense psychologische spel tussen Scarpia en Tosca vraagt om acteerwerk van het hoogste niveau. Derrick Ballard en Karen Leiber spelen de scène knap uit, maar weten de spanning niet voortdurend vast te houden. Ballards Scarpia had zijn sinistere karakter verder kunnen uitdiepen door meer met zijn ‘prooi’ te spelen. Tosca had een breder scala aan emoties kunnen tonen.

De moord op Scarpia is niettemin aangrijpend. Leiber toont met een paar kleine gebaren treffend haar innerlijke strijd – wel dat mes pakken, niet dat mes pakken – waarna ze uiteindelijk toch toeslaat. Er gaat iets mis met Scarpia’s zakje nepbloed, maar dat doet weinig af aan het drama.

Scène uit de tweede akte, met rechts Derrick Ballard als Scarpia. (© Silke Winkler)

Even daarvoor zingt Leiber een prachtig ‘Vissi d’arte’. De regie isoleert de aria volledig van de handeling; een passende keuze. Leiber zet in andere passages haar zang soms erg fors aan, haar dictie verwaarlozend, maar in deze hit houdt ze haar stem compact en gefocust, met een beeldschoon resultaat.

Ook tenor Rodrigo Porras Garulo laat zich in zijn hit, ‘E lucevan le stelle’, van zijn beste kant horen. De uiterst puur gespeelde klarinetsolo leidt zijn moment suprême optimaal in, met een luidkeels voorbijvliegende groep ganzen als sfeerverhogers. Garulo haalt enigszins de flow uit zijn solo door veel adempauzes in te lassen, maar het sentiment in zijn stem is meeslepend en ontroerend.

Gedenkwaardig slot

De overgang van de tweede naar de derde akte is problematisch bij een openluchtuitvoering, waar je niet even een changement kunt doorvoeren. Scarpia’s lichaam moet op één of andere manier afgevoerd worden, zonder de indruk te wekken dat iedereen al voor de derde akte op de hoogte is van de moord. Ondertussen begint Puccini in zijn intermezzo het ochtendgloren rondom de Engelenburcht te schilderen.

Burkhardt maakt er het beste van, maar kan een zekere ongeloofwaardigheid niet vermijden. Gelukkig vergeet je dat snel als het tragische slot van de opera zich ontvouwt.

De regisseur laat een groep soldaten naar de top van de kruisomraming klimmen, vanwaar ze Cavaradossi met een luid schot executeren. In de toren worden nog vier gevangenen omgebracht. Luguber, maar theatraal sterk gedaan.

Als Tosca ontdekt dat haar geliefde werkelijk de kogel heeft gekregen en Scarpia’s gevolg haar in het nauw drijft na het ontdekken van de moord, beklimt ze het kruis en springt in de diepte. Een gedenkwaardig slot van een zeer geslaagde voorstelling.

Deze Tosca weerspiegelt precies wat Lars Tietje en Toni Burkhardt bij hun aantreden als doel stelden: toegankelijke, moderne operaproducties maken waarin niet één of ander concept, maar het verhaal centraal staat. Ik vind het een relevante artistieke weg, die hopelijk in de toekomst verder bewandeld wordt.

Nadeel voor operaliefhebbers: onder Tietje schuift het musicalgenre steeds verder naar de voorgrond. Volgend jaar brengt de Schlossfestspiele Anatevka, dus het is waarschijnlijk wachten tot 2020 voordat er weer opera voor het Schweriner kasteel te zien is.

Tosca is nog tot en met 28 juli te zien. Zie voor meer informatie de website van het Mecklenburgisches Staatstheater.

Vorig artikel

Written on Skin terug in Amsterdam

Volgend artikel

Vooruitblik: Verbier Festival 2018

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.