FeaturedOperarecensie

Julia Kleiter zingt prachtige Pamina bij Met

Die Zauberflöte werd gisteravond (15/4) voor de 400e keer opgevoerd bij de Metropolitan Opera. De productie van Julie Taymor zit vol oogverwennende scènes en knipogen. Bovendien is de muzikale invulling uitstekend, met een prachtige Julia Kleiter als Pamina.

Scène uit Die Zauberflöte (foto: Ken Howard/Metropolitan Opera).

,,Ik had niet gedacht dat Die Zauberflöte zo grappig kon zijn”, merkt een toeschouwer tijdens de pauze op. En inderdaad: Julie Taymor heeft in haar productie voor het New Yorkse operahuis kosten noch moeite gespaard om het Mozart-singspiel te doorspekken met humor.

Soms bedient Taymor zich van wat clichématige, flauwe handelingen op het toneel, maar de verrassende ingevingen overheersen. En bovendien: juist door het soms wat simpele spel wordt de voorstelling erg toegankelijk. Geen verkeerde zaak, gezien de vele jongeren in de zaal.

Naast de humor is de voorstelling ook gewoon oogstrelend. De decors van George Tsypin zijn fantasierijk, gaan vloeiend over van de ene naar de andere scène en zitten vol magische symbolen.

De diverse scènes worden bovendien verlevendigd door amuserend spel met een soort poppen (de slang van de eerste scène, de vogeltjes van Papageno, levensgrote beren, flamingo’s en veel meer). De poppenspelers leveren bewonderenswaardig werk door knap op de muziek te acteren, wat bij het publiek op veel lachende instemming kan rekening.

Muzikaal is er evenmin reden tot klagen. De cast is sterk bezet en het huisorkest van de Met onderhoudt voortdurend. Paul Nadler leidt het overtuigend en strak, al vind ik dat hij soms wat doordraaft en te snelle tempi kiest.

Rodion Pogossov als Papageno (foto: Ken Howard/Metropolitan Opera).

De Tamino van Matthew Polenzani is allerminst een softie. Hij zingt stoer en krachtig. Prinswaardig, zou je kunnen zeggen.

Zijn geliefde Pamina wordt prachtig vertolkt door Julia Kleiter, voor het eerst bij de Met te zien. Haar stem heeft het perfecte timbre voor haar rol – helder, rijk aan klank, een tikkeltje melancholisch – en haar frasering is weergaloos. Ze glijdt op een heerlijke, pure manier door haar melodieën.

De jonge Rodion Pogossov benut met verve de komische mogelijkheden van de rol van Papageno. Daarbij is zijn zang lekker fris en levendig.

Hans-Peter König laat als Sarastro een gigastem horen. Op een of andere manier weet hij bij mij echter niet de indruk te wekken van een wijze, allesoverziende heerser. Misschien dat daar zijn legato niet groots en vloeiend genoeg voor is. Daardoor komt hij soms wat plomp over.

Eén van de hoogtepuntjes van de avond komt van Albina Shagimuratova, met de beroemde aria van de Koningin van de Nacht. Hoewel ze niet alle noten volledig raakt, overtuigt ze zeer. Vooral doordat haar stem bijzonder vol blijft klinken in die absurde hoogte.

Al met al een luchtig Mozart-avontuur waarbij je je geen moment hoeft te vervelen. Noch theatraal, noch muzikaal.

Vorig artikel

Schwanewilms herkanst liedrecital

Volgend artikel

Domingo weer terug op het toneel

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.