Recensies

Karina Gauvin aan het Russische hof

De operaheldinnen van het Russische hof van de achttiende eeuw, daar zou het nieuwe album Nuits Blanches (witte nachten) van de ervaren sopraan Karina Gauvin om moeten draaien. De insteek is interessant, maar de uitwerking laat te wensen over.

Tsaar Peter de Grote was een fervent muziekliefhebber en ook de tsarina’s Anna, Elisabeth en Catharina de Grote hielden een rijke muziektraditie aan hun hof in stand, met hulp van componisten en musici die niet zelden uit West-Europa gehaald werden. Een schat aan muziekwerken ontstond, vandaag de dag vaak niet meer zo bekend.

Op hun album richten Karina Gauvin en het Pacific Baroque Orchestra zich op dit repertoire. De originele insteek doet mij watertanden, want solo-cd’s van sopranen blinken maar al te vaak uit in voorspelbare repertoirekeuzes. Helaas werkt Gauvin het concept halfslachtig uit. Waarom vijf fragmenten uit Armide van Gluck? De enige link met het thema is dat Berlioz het werk, lang na Glucks dood, in Rusland introduceerde. En waarom wordt in het cd-boekje uitgebreid gerefereerd aan de eerste opera op een Russischtalig libretto, maar is dat werk niet met minstens één fragment op de cd vertegenwoordigd?

Dmitri Bortnianski en Maxim Berezovsky doen het thema wel recht. Beide componisten werden klaargestoomd op een koorschool in Oekraïne en vervolgens naar het keizerlijk hof gehaald, waar ze onder meer door een ‘excursie’ naar Italië hun stijl verfijnden. Hun muziek is aangenaam luistervoer, met mooie zanglijnen en verrassende vondsten in de orkestratie.

Karina Gauvin zingt de aria’s met een pezig geluid, gepast dramatisch, maar in de hoogte ietwat versleten. Het Pacific Baroque Orchestra speelt onder Alexander Weimann kordaat en zonnig.

Vorig artikel

Mijn Strauss: Elektra

Volgend artikel

Opera Zuid toont Káťa met Elmar Gilbertsson

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.