Recensies

Giulio Cesare uit Glyndebourne: een terugblik

Regisseur David McVicar baarde in 2005 veel opzien met zijn enscenering van Giulio Cesare voor het Glyndebourne Festival. Peter Franken bekeek de dvd-uitgave van de productie en blikt erop terug. Ook om Danielle de Niese aan het werk te zien als Cleopatra.

Normaal gesproken houd ik een boek bij de hand als ik thuis eens een barokopera bekijk, maar David McVicar heeft van deze Händel zo’n spektakelstuk gemaakt dat ik geboeid bleef kijken, zij het verdeeld over drie avonden.

De cast is absoluut top, met Sarah Connolly als een zeer mannelijk ogende Cesare en Danielle de Niese als Cleopatra, in die rol debuterend. Ze krijgen uitstekend tegenspel van countertenor Christophe Dumaux als Tolomeo, beter bekend als Ptolemaeus, Cleopatra’s broer en tevens formeel haar echtgenoot. Beiden betwisten elkaar de Egyptische troon. Uiteindelijk weet Cleopatra de strijd in haar voordeel te beslechten, met dank aan de protectie van de Romeinen. Farao zijn als vazal is beter dan de troon aan je irritante broer laten, en dat is hij zeker in deze productie.

Naast deze machtsstrijd is er de subplot van Pompeus’ weduwe Cornelia en haar zoon Sesto. In mijn beleving houdt hun streven om zich op Tolomeo en zijn henchman Achilla te wreken de handeling nodeloos op, met als gevolg een uurtje extra muziek. Overigens is de invulling van deze rollen zeer goed verzorgd, met een mooie Patricia Bardon als Cornelia en een overtuigend jongensachtige Angelika Kirchschlager als Sesto. Christopher Maltman heeft als Achilla heel wat met ze te stellen en legt uiteindelijk het loodje als hij door Sesto wordt afgeknald.

Dat laatste maakt duidelijk dat er sprake is van een zekere modernisering, waarbij de handeling is verplaatst van Caesars tijd naar die van Queen Victoria en de hoogtijjaren van het British Empire. De Romeinen zijn gekleed in die karakteristieke felrode uniformen die eind negentiende eeuw overal ter wereld opdoken. Het betreft een parallel met de feitelijke bezetting van Egypte, waarbij het land als een protectoraat bij het British Empire werd ingelijfd. Alles om de route naar India via het Suezkanaal veilig te stellen.

De achterwand van het toneel toont de zee, waar oorlogsschepen te zien zijn. Als de strijd is beslecht, vaart er een luxe Oceanliner langs. Door meerdere doeken achter elkaar te benutten, kunnen verschillende ruimtes worden getoond. Alles open biedt zicht op de zee. Bijna alles gesloten suggereert een paleis. En meerdere mogelijkheden daartussenin. Al met al is het decor tamelijk eenvoudig; de voorstelling leeft van de uitgekiende kostuums en de choreografie.

Met name in de kostumering van Cleopatra heeft Brigitte Reifenstühl zich helemaal uitgeleefd. We zien Danielle de Niese in een ‘oriëntaals’ kostuum, in een cocktailjurk met kort jarentwintigkapsel, in een uitdagende nachtjurk met weer haar eigen lange haar en verkleed als man in een tweed kostuum. Haar allroundtalent wordt volop benut. Zingen, dansen, komische acteermomenten: het gaat De Niese allemaal heel gemakkelijk af.

Het leukste moment komt als ze de urn van Pompeus gebruikt om haar parasol even in te parkeren. Later laat ze er een sigarettenpijp in vallen. Dat De Niese in deze productie zo’n enorm succes had geboekt, was voor mij de directe aanleiding om deze dvd alsnog aan te schaffen. Ze maakte de verwachtingen helemaal waar.

Sarah Connolly geeft een onberispelijke invulling aan de titelrol, maar in haar monologen (met al die eindeloze herhalingen) ontbreekt het comic relief-aspect dat het optreden van Dumaux en vooral De Niese zo de moeite waard maakt. Connolly beperkt zich hoofdzakelijk tot zingen en daar is ze erg goed in.

Het Orchestra of the Age of Enlightenment staat onder leiding van William Christie. Het levert een prima prestatie, al merk ik wel dat de hoornblazers op hun periode-instrumenten een beetje een hoempageluid laten horen in de passages waarin ze de begeleiding moeten domineren.

Vorig artikel

Kozelj en Egarr vieren Valentijnsdag

Volgend artikel

Loot (1943-2021) maakte toporkest mogelijk voor DNO

De auteur

Peter Franken

Peter Franken