Operarecensie

Hannigan betovert in Dutilleux-liederen

Voor een vol Concertgebouw voerden Jaap van Zweden, Barbara Hannigan en het Radio Filharmonisch Orkest zaterdag 5 oktober een intrigerend programma op in de NTR ZaterdagMatinee. Met werken van Rimski-Korsakov, Dutilleux en Sjostakovitsj creëerden ze een onvergetelijke middag.

Barbara Hannigan (foto: E. de Haas).
Barbara Hannigan (foto: E. de Haas).

De zaal was vol. Echt vol. Er kon werkelijk niemand meer bij. Lag het aan het programma? Aan de dirigent? Of (wat ik hoop) aan de soliste? Het feit: wie erbij was, mag zich gelukkig prijzen.

Wie het gemist heeft, kan het nog altijd naluisteren via Concerthuis van Radio 4. Al is de belevenis toch anders dan wanneer je er lijfelijk bij bent. Zeker ook omdat je de akoestiek van de Grote Zaal van het Concertgebouw moet missen en omdat het visuele ontbreekt, wat in het geval van deze zangeres echt een gemis is.

Barbara Hannigan kan niet alleen als een zingende engel in de hoogste regionen der engelen geplaatst worden, ook haar verschijning is engelachtig en betoverend. Haar gebaren, die een geboren dirigent verraden, lopen parallel met de muziek, maar zijn er niet minder sierlijk om.

Henri Dutilleux behoort tot de componisten die je niet in een hokje kan plaatsen. Hij was een twijfelaar die nooit precies wist of hij de juiste toon had gecreëerd en of hij er het juiste instrument voor had gebruikt. Hij sleutelde dan ook eindeloos aan zijn composities. Eén van de redenen dat zijn oeuvre zo klein is gebleven?

Als één van de weinigen van zijn generatie voelde hij zich nooit aangetrokken tot de ‘serialisme-mafia’, die hem jarenlang negeerde (tonaliteit was in de jaren vijftig en zestig taboe). Niet dat zijn composities ouderwets klinken, want daar was hij te veel een innovateur voor. Hij ging uit van een klank, een melodie, en daar borduurde hij op voort, gebruikmakend van óók atonaliteit. Waarom niet?

Zijn Correspondances componeerde hij in 2003 voor Dawn Upshaw en Simon Rattle. Sindsdien, twijfelaar als hij was, reviseerde hij het werk een paar keer en paste het een en ander aan de stem van Barbara Hannigan aan. Zij, op haar beurt, maakte er een beetje een eigen versie van, maar niet zonder de volledige medewerking en instemming van de maestro zelf.

Jaap van Zweden (foto: Bert Hulselmans).
Jaap van Zweden (foto: Bert Hulselmans).

De cyclus bestaat uit zes liederen. ‘Gong’ en ‘Gong 2’ naar gedichten van Rilke, ‘Kosmische dans’ op een tekst van Prithwindra Mukherjee en twee echte brieven: die van Solzjenitsyn aan zijn vrienden Rostropovitsj en Galina Vishnjevskaja en van Vincent van Gogh aan zijn broer Theo.

Kan je een schilderij vertalen naar de taal van de muziek? Afgezien van de ideeën van Scriabin: kan je een ‘sterrennacht’ met behulp van alleen noten schilderen? Dutilleux deed het. Met ogen dicht zag je het voor je: ‘de sterren en het oneindige voel, daarboven, helder.’ Merkwaardig genoeg moest ik aan ‘Roxane’s Lied’ uit Krol Roger van Szymanowski denken. Toeval? Wellicht. Schoonheid kent geen grenzen.

“Timbre dat niet meer door het gehoor meetbaar is. Alsof het geluid dat ons van alle kanten overtreft de rijp wordende ruimte was” (Rilke, vertaald door Michel Khalifa). Heeft Rilke ooit Barbara Hannigan gehoord? Ik ken waarachtig geen één hedendaagse artiest die zich met haar kan meten.

Het Dutilleux-gedeelte werd geprogrammeerd tussen de ouverture ‘Het Russische paasfeest’ van Rimski-Korsakov en de vijfde symfonie van Sjostakovitsj. Op het eerste gezicht leek dat een beetje op een ‘sandwich-formule’, maar dat was het in geen geval. Voor mij werkten de Dutilleux-liederen als een soort schakel tussen het romantische ‘Matjoeska Rassija’ en het grimmige Stalin-regime. En dat niet in de laatste plaats vanwege de brief van Solzjenitsyn.

Van Zweden weet als geen ander een eigen stempel op alles wat hij dirigeert te zetten. In combinatie met het Radio Filharmonisch Orkest wist hij een soort symbiose te bereiken die soms beangstigend werkte, zo nauw was het.

Ik vond het jammer dat hij in Rimski-Korsakovs ouverture iets te veel kracht gebruikte. Zijn tempo vond ik iets te snel, het duizelde mij een beetje, maar de vioolsolo aan het begin van de ouverture was meer dan adembenemend mooi, en ook de Russische sfeer wist hij goed te vatten.

Sjostakovitsj was niet minder dan perfect. Het Largo was zeer teer en de prachtige xylofoonsolo liet mij niet onberoerd.

Over de symfonie is het laatste woord nog niet gezegd. Sommigen zien er een knieval in voor het regime, anderen vinden er juist verwijzingen in dat het om satire gaat. Waar? Niet waar? Wie zal het zeggen? Het was in ieder geval mooi.

Alweer een Matinee om niet te vergeten!

Zie voor meer informatie over concerten in het Concertgebouw www.concertgebouw.nl.

Vorig artikel

Cosi: deden ze het allemaal maar zo…

Volgend artikel

Clash in Freiburg: Csárdás versus Hojotoho

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski