FeaturedOperarecensie

Reprise degelijke Lucia is vocaal genot

Vrijdagavond ging de ‘moeder van alle prima donna belcanto-opera’s’, Lucia di Lammermoor van Donizetti, in première bij De Nationale Opera in Amsterdam. Een fraaie herneming van deze productie uit 2007.

Jessica Pratt als Lucia (foto: BAUS).
Jessica Pratt als Lucia (foto: BAUS).

De roep om meer belcanto lijkt inmiddels ook bij De Nationale Opera (DNO) te worden gehoord. Met name Rossini mag zich in veel belangstelling verheugen gelet op de recente producties van Il Turco in Italia en Guillaume Tell en de voor komend seizoen aangekondigde Viaggio a Reims. In die reeks past een herneming van Monique Wagemakers’ Lucia natuurlijk naadloos.

Wagemakers kiest niet voor een eigen concept, maar laat het verhaal voor zichzelf spreken. Dat wil niet zeggen dat we een ouderwets kostuumdrama krijgen voorgeschoteld, maar de handeling speelt zich wel degelijk af in Schotland en de politieke verwikkelingen zijn historisch authentiek. Dus geen transpositie naar Bosnië – altijd een goudmijn als het gaat om actualisering van clanconflicten en oorlogshandelingen.

Ook de kostumering verwijst duidelijk naar de betreffende tijd en regio, met mannen in kilt, veel zwaarden en stemmige kleding. Dat laatste had wat mij betreft wel iets minder somber gekund: iedereen met uitzondering van Lucia gaat in het zwart gekleed. Alleen de kilts tonen een klein beetje kleur.

Lucia loopt rond in een witte jurk, die zij verwisselt voor een zwarte zodra tot haar bruiloft is besloten. De bruid ervaart haar komende verbintenis als een doodvonnis en gaat overeenkomstig gekleed: “Mourning becomes Lucia.” Uiteraard wordt het nog erger, aangezien zij haar kersverse echtgenoot tijdens de huwelijksnacht doorsteekt (duidelijk zichtbaar gemaakt door de regie) en vervolgens na deze bevrijding weer in een – nu met bloed bevlekte – witte jurk haar waanzinaria zingt.

De gehele voorstelling wordt gespeeld in een monumentaal eenheidsdecor, met hoge grijze wanden en een paar deuren. Aanvankelijk staat er een wit hemelbed in, later een zwart bruidsbed. Op een gegeven moment wordt er een tienzits Chesterfield-bank naar binnen geschoven. Er zijn levensgrote poppen, die duidelijk betere tijden hebben gekend. Afhankelijk van de handeling stelt de ruimte onder meer een park met een fontein, een kasteelkamer, een feestzaal en een grafkapel voor. Geen slaapkamer.

Het is alsof het artistieke team, met daarin nadrukkelijk de inbreng van dramaturg Klaus Bertisch, worstelt met de gedachte dat het stuk aan geloofwaardigheid inboet als afgezien wordt van een concept, of op zijn minst een actualisering. En het lijkt dat men om die reden op zoek is gegaan naar een aanvullende component.

Zo zijn er de eerder genoemde poppen in de ‘veilige ruimte’ waarbinnen Lucia zich kan terugtrekken, en wat is veiliger dan je eigen slaapkamer? De huispriester Raimondo, tevens Lucia’s gouverneur, voelt zich er ook duidelijk thuis. Hij is kennelijk gewend om bij haar op bed te mogen zitten en schuwt handtastelijkheden niet.

Raimondo moet in deze regie ook sterk overdreven acteren: vingertje hoog in de lucht, onbeweeglijk blijven staan in een dramatische pose. Maar ook andere leden van de cast en met name het koor vertonen dit gekunsteld spel. Op een gegeven moment kreeg ik de indruk naar losse plaatjes uit een stripverhaal te zitten kijken. Op zich was het niet slecht bedacht en ook niet storend, maar wat mij betreft had het achterwege mogen blijven.

Scène uit Lucia di Lammermoor (foto: BAUS).
Scène uit Lucia di Lammermoor (foto: BAUS).

Het verhaal is veel sterker dan menigeen denkt en de waanzinscène doet daar niets aan af. Lucia verliest haar verstand, heel goed invoelbaar. Vooral niet te verwarren met die scènes waarin de protagonist vervolgens weer bij zinnen komt; dat zijn slechts excuses voor muzikaal vuurwerk.

Wat betreft zang viel er volop te genieten. Over Jessica Pratt hoeft nauwelijks nog iets verteld te worden na het uitvoerige interview dat afgelopen week op deze website verscheen. Zij maakte de verwachtingen helemaal waar en zette een in alle opzichten schitterende en ook zeer geloofwaardige Lucia neer.

Belcanto betekent voor mij meer dan de juiste noten zingen in een partij vol muzikale acrobatiek. Het wordt pas echt wat als er ook zacht en expressief gezongen wordt en dat is Pratt wel toevertrouwd. Toch wil ik een kleine kanttekening plaatsen bij haar cadens in de waanzinaria. Daar ging het op een gegeven moment in zo’n rustig tempo dat het leek alsof ze aan het studeren of voorzingen was. Niettemin een geweldig mooi optreden.

Haar tegenspeler Ismael Jordi (Edgardo) vond ik wat aan de luide kant. Hij zong zijn partij met verve, maar het had wat mij betreft wat minder volumineus mogen zijn waardoor de metalige klank van zijn stem wat minder op de voorgrond zou zijn getreden. Maar ook voor hem een ruime voldoende.

Bariton Marco Caria nam de rol van Lucia’s broer Enrico voor zijn rekening. Het zette een nerveuze man met een kort lontje neer, geheel in overeenstemming met de omstandigheden waarin zijn personage zich bevond. Ook qua muzikale prestatie was ik zeer over hem te spreken. Datzelfde geldt voor Alastair Miles als Lucia’s handtastelijke gouverneur, altijd een genoegen om deze man te horen en te zien.

Het koor van De Nationale Opera was zoals eigenlijk altijd voortreffelijk. Het is het kroonjuweel van het huis en bewijst zich elke keer weer als zodanig. Het uitstekend spelende Nederlands Kamerorkest stond onder leiding van Carlo Rizzi.

Lucia di Lammermoor is nog tot en met 6 april te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Bieito regisseert Sjostakovitsj's Lady Macbeth

Volgend artikel

Bloedstollende Frau ohne Schatten bij ROH

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

22Reacties

  1. Olivier Keegel
    16 maart 2014 at 12:00

    Gedegen recensie! Ik ga volgende week, ben benieuwd naar Pratt.

  2. kersten
    16 maart 2014 at 14:10

    Ben al even benieuwd, Obama volente zijn we er zondag op tijd.

  3. Hans van Verseveld
    17 maart 2014 at 11:07

    De Nederlandse Opera heeft een verleden met fantastische Lucia’s.
    Virginia Zeani, Sonja Poot, Joan Sutherland en Christina Deutekom.
    Daar komt nu de overweldigende Jessica Pratt bij. We mogen ons gelukkig prijzen met zo’n juweel van een zangeres.

    Kijk vanavond naar de herhaling van ‘NTR Podium’ of kijk op uitzending gemist.
    Een werkelijk prachtig gemaakte uitzending over Lucia di Lammermoor met respect voor de componist en liefde voor belcanto.

    Meer van zulke zangers en meer van dat soort opera’s, al wordt in sommige kringen beweerd, dat de huidige uitvoeringspraktijken te grof en te luid zouden zijn. Gewoon onzin en dat wordt op het podium van de Nationale Opera in Amsterdam zondermeer bewezen.

  4. Olivier Keegel
    17 maart 2014 at 20:09

    Roeland Hazendonk schreef een geweldige recensie in Het Parool van 17 maart. Over de “highbrow” regie van Monique Wagemakers: “Wagemakers maakte een modelenscenering” (…) die “volstrekt wezensvreemd is aan de rauwe, ordinaire musical avant la lettre die Lucia eigenlijk is.”

    Hazendonk heeft het ook over de “hoop pretentieuze kletspraat” in het programmaboekje “waarin Donizetti een diepgang wordt toegedicht die kant noch wal raakt”. En ten slotte: “Deze esthetiek, dit publiek en het denken achter dit soort operaconcepten horen helemaal niet bij dit soort opera.”

    Hoort u het ook eens van een ander.

  5. Paul Huygen
    21 maart 2014 at 22:51

    @Olivier Keegel: Wat een zure recensie was dat dan. Ik vond de enscenering juist heel goed, maar ik heb het programmaboekje dan ook niet gelezen.

    Voor mij was het een top-opera terwijl ik eigenlijk dacht dat ik niet zo van die belcanto-opera’s hield.

    Paul.

  6. Olivier Keegel
    22 maart 2014 at 10:09

    LUCIA – IS THAT ALL THERE IS?

    Kwam ik gisteren toch heel anders van die Lucia vandaan dan ik gedacht had. Op grond van alle uitbundig enthousiaste berichten had ik verwacht dat we Deutekom en Sutherland voorgoed zouden kunnen vergeten, maar niets is minder waar. Niet dat Jessica Pratt niet kan zingen. Integendeel. Ze heeft prachtige fraseringen en de coloraturen zijn puntgaaf, maar ze heeft geen volume. Of beter gezegd, haar stem draagt niet. Althans niet tijdens de uitvoering die ik op 21 maart bezocht. Het kan haast niet anders of ze was op deze avond niet gedisponeerd (een van de verschrikkelijkste woorden uit de opera-boeventaal). Misschien de Vliegende Bohème-tering onder de leden? Want dit kon onmogelijk de Pratt zijn die alom zo luid bejubeld wordt. Als het orkest even aanzette, was ze soms nauwelijks te horen. Ook de waanzinscène, waarin wij haar vocale kwaliteiten natuurlijk wel goed konden bewonderen, was hoewel goed gezongen een beetje muizerig. De laatste waanzinscene die ik meemaakte (mijn huiselijke beslommeringen niet meegerekend) was van Nathalie Dessay, en daarbij liepen de rillingen over mijn rug. Pratt vond ik eerder sneu en zielig dan het ontregelende slachtoffer van een angstwekkende klap van de molen.

    Mijn avond werd echter geheel goedgemaakt door Ismael Jordi als Edgardo. Wat is die vent verschrikkelijk goed! Van zijn eerste tot zijn laatste noot intens van genoten. Een überkrachtige tenor (met snik) en een onontkoombare ijzersterke podiumaanwezigheid. Kortom een “Mensch” waarmee je de oorlog wint. Het is natuurlijk niet voor niets dat Ismael Jordi in een vorig leven beroepsvoetballer was.

    En dan de regie. We hebben wat te stellen met u, mevrouw Wagemakers. Mag ik u even snel een kleine tip geven: beter geen scenisch gefriemel tijdens de ouverture. Daar is de ouverture, laten we in dit geval zeggen “openingsnoten”, niet voor bedoeld. Nog een tip: beter niet “herheimiseren” (men herinnert zich Herheims bespottelijke Onegin nog wel?), dus personages die in bepaalde scènes niet voorkomen, er liever niet toch met alle geweld in proppen. Is heel modern, dat wel, maar vaak toch ook behoorlijk belachelijk. En dan die poppen, overduidelijk aangeschaft bij de buren, de vlooienmarkt op hetzelfde Waterlooplein. Lucia di Lammermoor meets Ik Stond Laatst Voor Een Poppenkraam! U moet wát, mevrouw Wagemakers, dat begrijp ik wel, maar deze farce had u ons beter kunnen besparen. Evenals de aan pagina 1 van het handboek “Psychologie voor Beginners” ontleende truc van het witte tegenover het zwarte bruidsbed. Hoe achterlijk denkt u dat we zijn? De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat de regie vanaf de huwelijksscène behoorlijk meeviel. Alleen, kunnen de mensen op het toneel niet een keer GEWOON bewegen?

    Tot slot. Nederlands Kamerorkest onder leiding van Carlo Rizzi: subliem. En na Ismael Jordi de tweede ster van de avond: de glasharmonicaspeler die het nooit droog kan houden. Zelden zo’n dweil zo adembenemend horen spelen.

  7. kersten
    22 maart 2014 at 11:55

    @ Olivier Keegel: over die alom zo luid bejubelde Dessay las ik eindelijk eens – ik zou bijna zeggen : met een soort van malicieus genoegen – een mening (Basia Jaworski; `Lucia di Lammermoor in beeld en geluid`, Place de l`Opéra 13-3-13) die overeen kwam met mijn appreciatie mbt deze zangeres.
    Getuige Natalie`s uitspraak: `Opera is 70% acteren en 30% zingen` kan zelfkennis haar niet worden ontzegd maar van die 70% zou best een portie naar haar louter onbekommerd virtuoze zang mogen gaan. (Sorry, meneer Keegel, maar zo heeft iedereen z`n eigen rillingen!)

  8. kersten
    22 maart 2014 at 12:02

    (PS)
    Pardon; 13-3-14.

  9. Robin
    22 maart 2014 at 14:44

    wij waren bij de premiere en vonden ook dat de Lucia te weinig volume had – kan van de Edgardo niet gezegd worden!!

  10. Olivier Keegel
    23 maart 2014 at 10:27

    Ik lees nu op Facebook berichten van andere Lucia-bezoekers dat ook zij zich afvragen of Jessica Pratt wel voldoende volume in huis heeft. Misschien is het dan toch een structureel “probleem”. Aan haar longinhoud kan het niet liggen, ze heeft 10 jaar trompet gespeeld! 🙂

  11. Loesje
    23 maart 2014 at 16:10

    Ik zat redelijk voorin de zaal en vond haar volume zonder meer toereikend en dat van Jordi te groot. Misschien dat de plaats in het theater mede een verklaring kan zijn voor de verschillen in perceptie.

  12. Maria
    23 maart 2014 at 19:46

    Vanmiddag bij de matinee geweest. We zaten 2e balkon, maar geheel geen klachten over het volume. Prachtige uitvoering. Alleen dat gedoe met die poppen… Nou ja, we begrijpen het, denk ik dan, laat u verder maar.

  13. Leendert
    23 maart 2014 at 21:22

    Vanmiddag ook bij de matinee geweest. Het was in één woord prachtig! Pratt en Jordi in blakende vorm. Vond misschien het orkest in de eerste acte, in vergelijking met de zang, soms te luid. Later geen last meer van. Ik vermoed inderdaad dat de plaats in het theater hier een rol speelt. Zat op 2e balkon in het hoekje, je krijgt daar waarschijnlijk de volle mep van het orkest. Niettemin: voor 15 euro voor 150 euro genieten. Ik wil nog een keer!

  14. kersten
    23 maart 2014 at 21:25

    Zat evenals Loesje vrij voorin de zaal (rij 5) en deel haar volume-oordeel over zowel Jessica – die haar stem klein houdt met incidentele uitschieters – als Jordi. Ik vond het een juweel van een productie, zowel qua uitvoerenden als regie en toneelbeeld. (Het is me eerlijk gezegd een raadsel dat me van de vorige keer voornamelijk `dat gedoe met die poppen` is bijgebleven. In dat licht bezien verdient mevrouw Wagemakers’ Rigoletto, destijds door mij als overgestileerd ervaren, wellicht mijn herwaardering.)
    Vrij kort maar enthousiast slotapplaus vanmiddag, doek, vervolgens
    géén terugroepen ! Kan eigenlijk niet, vind ik.

  15. Robin
    24 maart 2014 at 09:41

    “klein houdt’ vind ik wel iets sympatiek hebben. zou Pratt onder invloed van een waanzinsaria teveel in de war geweest zijn met Lucia de Kameropera?

  16. kersten
    24 maart 2014 at 10:22

    Dat `klein houden` wordt juist ook door mij gewaardeerd, Robin. Ik zie het als onderdeel van het regieconcept: ze zingt nu en dan als een mijmerend kind, haar gedachten voor zich uitneuriënd. Dat kleine cabalettaatje zal nog ter versterking van dat idee gediend hebben, denk ik.

  17. kersten
    24 maart 2014 at 10:27

    (PS)
    i n g e l a s t e cabalettaatje, bedoel ik.

  18. kersten
    24 maart 2014 at 10:44

    (PS 2)
    Sorry (bis) : c a d e n s j e , had ik moeten zeggen !

  19. Pieter K. de Haan
    24 maart 2014 at 10:53

    Zondagmiddag 23 maart bleek de stem van Jessica Pratt, als gehoord in het midden van het 1e balkon, zeker niet (te) klein. Als er al één vocalist was met en wat kleinere stem dan de rest was dat voor mij de bariton Marco Caria. In muzikaal opzicht vond ik het een zeer geslaagde uitvoering en de enscenering, heel zwart-wit, een trend zo lijkt het (o.a. “Les Huguenots” en “Hamlet” in Brussel/Straatsburg en “I Puritani” in Amsterdam en in Parijs), waarover ik in 2007 niet erg enthousiast was, is me nu eigenlijk best bevallen. Al met al een mooie operamiddag!

  20. Gert-Jan
    4 april 2014 at 09:58

    Op 3 april waren alle zangers vanaf rij 12 goed te horen. Ik vond het een redelijke voorstelling, meer niet. De personages waren van bordkarton en kwamen geen seconde tot leven en dat ligt echt niet aan Donizetti. Ik hoorde geen vuur, geen passie, ook al zongen de zangers redelijk. Op welke toneelschool leren regisseurs toch dat zangers wanhopig met hun handen en hoofd tegen de muur moeten leunen? Een gekunsteld gebaar dat ik buiten het operatoneel (gelukkig) nooit zie. Kan dat niet eens verboden worden?

    Jessica Pratt heeft duidelijk affiniteit met de rol en is vocaal vrij goed (begin) tot uitstekend (waanzinsscène), alleen kan ik mij voorstellen dat zij in een andere productie meer tot haar recht komt. Ik herinner mij de Puritani in Amsterdam een aantal jaren geleden. Ook een vrouw die niet echt bij haar verstand is en wordt vermalen door de mannenwereld. Alleen wist de regisseur van toen een beklemmende wereld op te roepen waardoor ik als toeschouwer warempel medelijden kreeg met Elvira, toch niet Bellini’s meest boeiende heldin.

  21. kersten
    4 april 2014 at 13:00

    Miste jij een Jan Derksen ook zo?

  22. Gert-Jan
    4 april 2014 at 14:15

    Heb helaas Jan Derksen nooit live gehoord