AchtergrondFeatured

Kameroperahuis maakt zich sterk voor genre

De wereld van kameropera en kleinschalig muziektheater is bedrijvig als een mierenhoop, maar ligt voor veel mensen nog verborgen onder een dikke steen. Het Kameroperahuis wil daar wat aan doen. ,,Veel theaters kiezen voor veilig, daar moeten we hard aan werken”, zegt oprichter Annemarie Reitsma.

Annemarie ReitsmaHet Kameroperahuis heet dan wel Kameroperahuis, maar eigenlijk richt het zich op alle vormen van muziektheater. ,,We staan open voor alles, van heel klassiek tot heel hedendaags”, zegt Reitsma.

Maar wat is muziektheater? Juist omdat het uiteenloopt van heel klassiek tot heel modern is er geen peil op de term te trekken. Je kunt het op tal van manieren invullen.

Misschien is dat ook wel één van de redenen waarom het genre nog niet echt tot het grote publiek is doorgedrongen. En misschien is het ook wel de oorzaak van het feit dat het wereldje van de producerende kant bezien zo versnipperd is. Jonge theatermakers hebben weinig podia om op te acteren, dus beginnen ze maar iets voor zichzelf.

Het Kameroperahuis probeert aan beide dingen iets te doen: het probeert het genre in de markt te zetten en probeert meer lijn in het muziektheaterwereldje te brengen door echt getalenteerde makers verder op weg te helpen.

Reitsma: ,,Ik denk dat er te veel initiatieven zijn. Daardoor raakt het subsidiegeld versnipperd en is de kwaliteit van het resultaat uiteindelijk middelmatig. Wij willen daar wat aan doen door een selectie te maken van goede makers en die te helpen een stevige basis te krijgen.”

Zolder

Reitsma zette het Kameroperahuis in 2007 op. Daarvoor had ze een eigen productiebureau voor kleinschalig muziektheater en opera. Er klopten regelmatig mensen aan voor advies, die doorgestuurd waren door het Nederlands Fonds Voor Podiumkunsten.

Omdat dat nogal vaak gebeurde, ging Reitsma met het fonds in conclaaf. Wat volgens hen ontbrak, was een werkplaats of productiehuis voor kleinschalig muziektheater. Met die conclusie gingen ze aan de slag en zo verrees het Kameroperahuis.

‘Veel makers blijven op een gegeven moment hangen’

Reitsma had in de jaren daarvoor al OperaNu opgezet, een soort impresariaat dat diverse kleine opera- en muziektheaterproducties gebundeld aanbiedt aan theaters, zodat de gezelschappen dat niet allemaal afzonderlijk hoeven te doen.

Het Kameroperahuis vestigde zich in Theater Odeon in Zwolle, omdat daar na de opening van Schouwburg De Spiegel ruimte vrijkwam. Op de zolder van het theater werken nu diverse mensen aan de ontwikkeling van een heel genre.

Weinig geld

Het Kameroperahuis heeft drie duidelijk afgebakende takken van sport. Allereerst is er een werkplaats. Daar kunnen de ‘echt’ jonge makers terecht om te experimenteren. ,,In eerste instantie worden de producties uit de werkplaats alleen in Zwolle opgevoerd”, vertelt Reitsma. ,,Maar als iets slaagt, kan het ook het land door.”

De tweede poot is het productiehuis. Daarin krijgen een paar geselecteerde, gevorderde makers de kans een stevige basis te leggen. ,,Veel makers blijven op een gegeven moment hangen. Een eerste productie lukt nog wel met veel enthousiasme en werken voor weinig geld. Maar na twee keer wordt het lastiger en worden de fondsen kritischer. Op die manier krijg je nooit gezelschappen met een traditie.”

Het Kameroperahuis wil getalenteerde makers met name organisatorisch op weg helpen, zodat ze zich langer handhaven dan twee of drie producties. Momenteel begeleidt het productiehuis drie makers en gezelschappen. Daarbij neemt het huis geen werkzaamheden over – zoals marketing – maar helpt het makers om daar zelf bedreven in te raken.

‘We moeten de kansen bij jonger publiek aan grijpen’

De derde tak binnen het Kameroperahuis is OperaNu, het al eerder genoemde impresariaat. Voor diverse kleine gezelschappen is het voordelig dat het Kameroperahuis hun producties gebundeld aan theaters aanbiedt. Daardoor slepen ze er vaak meer voorstellingen uit dan wanneer ze op eigen houtje aan de slag gaan.

Er is veel animo voor de diensten van het Kameroperahuis. Al voor de officiële start had Reitsma zeventien à achttien aanvragen binnen van makers die graag geholpen wilden worden. Momenteel heeft ze iedere maand wel één of twee gesprekken.

Jonger publiek

Ondanks de grote belangstelling in het wereldje zelf, is er nog veel werk te verzetten, erkent Reitsma. ,,Het nieuwe muziektheater moet in de markt worden gezet. Als dat niet lukt, gaat er iets mis.”

Reitsma denkt dat makers heel bewust moeten weten voor wie ze hun werk maken. ,,Het is niet zoals vroeger dat je je stuk maakt en vanzelf wel ziet of en zo ja wat voor publiek erop afkomt.”

Het Kameroperahuis mikt met name op nieuw, jong publiek. Twintigers, dertigers, dat volk. ,,Je kunt wel een gedeelte van het traditionele operapubliek winnen – bijvoorbeeld de mensen die bij de Nationale Reisopera al naar hedendaags werk gaan – maar verder moet je je kansen bij jonger publiek aangrijpen.”

Ook in het contact met theaters is nog werk te verrichten, zegt Reitsma. ,,Theaters kiezen tegenwoordig vaak voor veilig. Daar moeten we hard aan werken.”

Het Kameroperahuis is momenteel bezig met het opzetten van een project – werktitel: Opera Click – waarin tien theaters de komende seizoenen vrijwel ongezien zes voorstellingen zullen programmeren. Er is subsidie voor ontvangen en er zijn al zes theaters gevonden die mee willen doen. Het is een kans voor muziektheatermakers op ervaring en voor het muziektheater in het algemeen om meer bekendheid te krijgen.

,,Er is, ook ten opzichte van andere landen, zeker nog een slag te maken”, stelt Reitsma. ,,Er zijn veel initiatieven, maar er is weinig aandacht.”

Uit de koker van het Kameroperahuis zijn binnenkort meerdere voorstellingen van de double bill Mamalucca/Doodleuk van I Piccoli Olandesi te zien. Zie voor speeldata de website van het Kameroperahuis.

Vorig artikel

Op adem komen met 26 Purcell-liederen

Volgend artikel

Gelaarsde Kat nog driemaal te zien

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.