FeaturedOperarecensie

Brownlee verbluft in luchtige Armida

Lawrence Brownlee is de grote ster van de eerste productie van Armida bij de Metropolitan Opera in New York. Zijn geliefde, Renée Fleming, vind ik minder overtuigend, al geeft ze de verder luchtig geregisseerde opera van Rossini wel een hels slot.

Fleming en Brownlee in Armida (foto: Ken Howard/Metropolitan Opera).

Rossini’s Armida is vooral show. Het verhaal heeft niet veel om het lijf, maar het stuk bevat zes (!) tenorpartijen, plus een vurige hoofdrolspeelster, plus exotische locaties die de fantasie van de regisseur makkelijk inspireren.

De Metropolitan Opera heeft de opera voor het eerst in haar geschiedenis op het programma gezet. Aan regisseur Mary Zimmerman de eer er wat moois van te maken. Ze is daar naar mijn idee aardig in geslaagd.

De voorstelling komt wat stroef op gang en is niet altijd even boeiend, maar gaandeweg weet Zimmerman me wel voor haar concept te winnen. Ze heeft ervoor gekozen Rossini’s ‘drama per musica’ vooral niet te serieus te benaderen. Soms ironiseert ze zelfs de dramatiek van het verhaal.

De decors zijn kleurrijk en hebben wel wat weg van een stripverhaal. Ook in het spel op het toneel houdt Zimmerman vast aan een luchtige toon, met een komisch, erg levendig ballet als één van de hoogtepuntjes.

Dat haar concept niet de gehele avond (een lange avond) slaagt, komt misschien omdat Armida geen pure komedie is zoals Rossini die ook geschreven heeft. Het stuk is trager en minder energiek. Simpelweg serieuzer, en dat strookt niet altijd met de regie.

Maar de regie doet er niet eens zoveel toe als je eenmaal gesmaakt hebt van het genot dat de zang van tenor Lawrence Brownlee is. In de rol van Rinaldo, de ridder die verstrikt raakt in zijn liefde voor de tovenares Armida, steelt hij de show.

Brownlee’s verschijning is elegant en zijn zang verbluffend. Hij heeft minder hoge noten dan in andere Rossini-rollen, maar degene die hij voor de kiezen krijgt, spuwt hij sprankelend uit. En dat zijn slechts de slagroompunten op een avond vol vocale schoonheid. Hij klinkt, in tegenstelling tot de andere tenoren, alsof het hem allemaal geen enkele moeite kost en zijn melodieën spint hij prachtig en zeer klankrijk uit. Een uitzonderlijke stem.

Scène uit Armida (foto: Ken Howard/Metropolitan Opera).

Zijn geliefde Armida wordt in mijn ogen minder sterk ingevuld door Renée Fleming. Uitstraling, persoonlijkheid en acteervermogen heeft ze zeker en daarop stoelend weet ze in de slotscène nog bijzonder dramatisch en overtuigend uit de hoek te komen. In de akten daarvoor kan ze mij echter allerminst overtuigen.

Het probleem zit ‘m in het belcanto, in de coloraturen. Ze zingt de noten wel, maar daar houdt het bij op. Je kunt horen dat ze zich niet helemaal op haar gemak voelt in dit repertoire. En dat is jammer. Waarom cast een beroemd operahuis als de Met niet gewoon een echte belcanto-sopraan voor een rol als deze, in plaats van local hero Fleming op te stellen?

Naast de twee hoofdrolspelers laat de schare tenoren heel wat hoogstandjes horen. Ik vind met name John Osborn (de laatste tijd regelmatig te gast in Amsterdam) overtuigend, als de commandant Goffredo. Hij weet het autoritaire, commanderende van zijn rol mooi in zijn zang te leggen.

Ook José Manuel Zapata past uitstekend bij zijn rol (Gernando, een jaloerse vijand van Rinaldo) en Barry Banks trakteert het publiek op enkele prachtige topnoten.

Het huisorkest van de Met zorgt bij dit alles voor prachtige, ondersteunende muziek, met onder meer virtuoze viool- en cellosolo’s van David Chan en Rafael Figueroa. Maestro Riccardo Frizza leidt het geheel knap. Ik houd echt van het energieke leven dat de Italiaan in de muziek blaast.

Armida wordt op zaterdag 1 mei live in diverse bioscopen in Nederland uitgevoerd. Al zal het misschien niet de volle vier uur boeien, muzikaal is het naar mijn idee zeker de moeite waard om te gaan. Met dank aan Brownlee.

Vorig artikel

Zürcher Luisa Miller is 'made in Italy'

Volgend artikel

Opera per Tutti zit helemaal vol

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

4Reacties

  1. Alessandro
    20 april 2010 at 17:56

    The real Armida, the amazing and stunning sorceress (apart from the supernatural Callas) is Cristina Deutekom!!! But who could sing like this today???

    http://www.youtube.com/watch?v=1t2a4O9QJ_Y

  2. Laura
    21 april 2010 at 00:39

    Rechtstreeks verslag vanuit the Met! Nu is de grote vraag natuurlijk: hoe bevalt het, is het de eerste keer aan de andere kant van de oceaan en staat er nog meer op het programma? Tosca met Terfel, Kaufmann en Racette? Zo ja, dan mogen we hier allemaal stikjaloers zijn!
    Erg jammer dat La Gheorghiu niet kwam opdagen voor La Traviata. Dan baal je wel als een stekker, lijkt me zo. Ik heb kaartjes voor een Traviata met haar in Londen (ze neemt ook Valenti weer mee, dus ik ben benieuwd…), en ik heb maar op de prima gegokt – dan is de kans het grootst dat madame daadwerkelijk komt.
    Waarom Fleming Armida zingt? Dat lijkt me logisch – ze is door the Met zo afschuwelijk naar voren geschoven als boegbeeld dat ze als ‘merk’ de meeste mensen naar de zaal zou moeten trekken. Dan kunnen ze bij wijze van ook meteen het bijbehorende parfum als souvenir kopen.

  3. Kevin
    21 april 2010 at 08:22

    The photos look wonderful – I hope there will be a dvd. Finally. Even if Miss Fleming is a matter of taste.I also hope that ARMIDA will make its way to Europe in a comparably colourful and fun production, sometime soon.

  4. Spen1992
    28 januari 2011 at 19:39

    Hallo, ik weet waarom Renée Fleming Armida zingt. Het was namelijk Flemings idee om Armida in The Met uit te voeren, dus gaf Zimmerman haar de hoofdrol. Ik snap de kritieken op Fleming maar ik vind dat ze het heel mooi doet, idd vooral het slot.