Operarecensie

Riksman zingt mooie Pamina in St. Gallen

Met een nieuwe productie van Die Zauberflöte viert de Nederlandse sopraan Simone Riksman deze weken haar vaste betrekking in het ensemble van het Theaster St. Gallen, Oost-Zwitserland. Een stem die meer in zich heeft dan enkel een Pamina.

Simone Riksman als Pamina (foto: Toni Suter / T+T Fotografie).

St. Gallen, de stad met de beroemde Stiftsbibliothek, is met 73.000 inwoners het belangrijkste centrum van de ‘Ostschweiz’. De plaats telt onder meer een voortreffelijke universiteit, een stabiele economie en een ambitieus, levendig theater, waar ook opera op niveau gebracht wordt.

Operadirecteur Peter Heilker zoekt én vindt een interessante balans tussen vermaak en artistieke creativiteit, wat zich telkens weer vertaalt in bezienswaardige opera-ensceneringen. Een balans die zich ook in de casting laat zien, met een geslaagde mix van bekende namen als Lawrence Brownlee, Jane Archibald en Paolo Gavanelli, en een ensemble dat praktisch iedere titel realiseren kan.

Sinds seizoen 2011/2012 is ook de jonge Simone Riksman vast lid van het huisensemble. Als vertegenwoordigster van ‘Made in Holland’-zang lijkt ze in Zwitserland een nieuw thuis gevonden te hebben. De mooie en levendige sopraan is momenteel als Pamina in een nieuwe enscenering van Die Zauberflöte te zien.

Met veel fantastie heeft regisseur Bernd Mottl van Mozarts ‘evergreen’ een vlotte theateravond gemaakt, waar het meer gaat om de vreugde van het spel dan om de bovennatuurlijke, filosofische betekenissen van het libretto. Meer dan Kant en zijn kritiek van de zuivere rede zijn het de vrolijke kostuums van Friederich Eggert die op de voorgrond treden, en een sterk contrast vormen met de zwarte muur die als draaiende coulisse dient.

Simone Riksman ziet er droomachtige mooi uit in haar roze kostuum. Haast een Barbie-prinses. Ze wordt omgeven door zeepbellen, die de Drie Dames (Evelyn Pollock, Susanne Gritschneder en Katja Starke) om haar heen blazen, terwijl Tamino (Julien Behr) in pyjama toekijkt en verliefd wordt.

De ogen van de kinderen glinsteren van verwondering als de Koningin van de Nacht (Beatre Ritter) als een Aladin op een bed begint op te stijgen, terwijl haar stem zich gewichtsloos door de coloraturen van haar eerste aria omhoog beweegt en een opmerkelijke, ronde hoge f bereikt.

Aan de andere kant van de toondladder bereikt enkele minuten later de bas Roman Polisadov met zijn markante, slavisch gekleurde stem knap de donkerste, zwaarste noten van de partituur.

Scène met rechts Riksman als Pamina (foto: Toni Suter / T+T Fotografie).

Ondertussen huppelt Markus Beam’s sympathieke hippie-Papageno met dreadlocks zorgeloos en joviaal over de bühne, om tegen het einde van de avond zijn hippie-Papagena (Alison Trainer) gelukkig in de armen te sluiten.

Dat de lyrische eisen van de Pamina-partij de vocale mogelijkheden van Simone Riksman allesbehalve uitputten, toont haar nog geheel flexibele zangorgaan, dat ik me goed in een breed palet aan rollen kan voorstellen. Veel breder dan het Mozart-repertoire. Interessant om te zien in welke richting ze zich in haar Zwitserse optredens zal ontwikkelen.

Met het theater van St. Gallen heeft ze in elk geval een solide huis waar ze kan groeien. Een huis dat ook goed is voor verrassingen. Grote verrassingen: in mei zingt Alexandrina Pendatchanska er de rol van Salome, dochter van de Herodias van Gabriele Schnaut…

Zie voor meer informatie de website van het Theater St. Gallen.

Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn en Zürich. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

Place de l’Opera viert derde verjaardag

Volgend artikel

Andreas Scholl zingt memorabele Oswald

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni