BuitenlandOperarecensie

Luzern: Rigoletto in een oude fabriekshal

Het Luzerner Theater zoekt onder de nieuwe intendant Benedikt von Peter nieuwe wegen om de aandacht van het publiek te trekken. Het seizoen reikt veel verder dan het eigen theater; op tal van ongewone plekken zijn voorstellingen geprogrammeerd. Rigoletto vond in een oude textielfabriek onderdak.

Scène uit Rigoletto in Luzern. (© Ingo Höhn)
Scène uit Rigoletto in Luzern. (© Ingo Höhn)

Duitsland en Zwitserland hebben een eigenaardige relatie. Helvetia kijkt vanaf haar hoge bergtoppen enigszins neer op Germania. “Das große Kanton”, zo wordt de Bundesrepublik hier vaak genoemd. Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat voor veel chefposities in Zwitserland creatievelingen uit Duitsland gehaald worden.

Opera is hier geen uitzondering op. In Zürich heeft Andreas Homoki sinds vier jaar de touwtjes in handen en sinds dit seizoen heeft ook het kleinere operahuis van Luzern een Duitse intendant gekregen: Benedikt von Peter.

De innovatieve, 39-jarige Kölner maakte naam in Bremen, Hamburg en Hannover. Zijn Aida bij de Deutsche Oper Berlin in 2015 viel niet bij iedereen in goede aarde. Het was een akoestische uitdaging, aangezien Von Peter niet enkel het toneel, maar de hele zaal voor zijn enscenering gebruikte.

Om het operaleven aan het Vierwoudstedenmeer te stimuleren, gaat Von Peter nog een stap verder. Bijna de hele stad is zijn toneel. In zijn eerste seizoen wordt gespeeld, gedanst en gezongen op veel ongewone plekken. Provisorische gebouwen, een kerk, volkstuintjes… Er is veel beweging en actie, ongewoon of zelfs uniek, en daarom bij voorbaat interessant. Het programma laat zich lezen als een soort Pop-Up-Theaterfestival. Iets om graag naartoe te gaan.

Wat mij naar Luzern lokte, was een vrijwel volledig uitverkochte serie van zestien voorstellingen van Rigoletto in de Viscosi, een oude fabriekshal in Emmenbrücke, net buiten de stad. De voormalige textielfabriek wordt binnenkort afgebroken, dus het was nu of nooit.

De fabriek mag dan geen lang leven meer beschoren zijn, het terrein rond de fabriek is allerminst dood. Daar bevinden zich nog de Luzerner Fachhochschule en een multiplexbioscoop met acht zalen. Ook de ‘verplichte’ McDonalds is niet ver weg. Te midden van die stereotype, troosteloze suburbsfeer werd nu de tragedie van Rigoletto, Gilda en de Duca di Mantova gespeeld. De fabriek vormde daarbij een perfecte metafoor voor de decadente atmosfeer aan het hof van Mantua.

Scène uit Rigoletto in Luzern. (© Ingo Höhn)
Scène uit Rigoletto in Luzern. (© Ingo Höhn)

Verantwoordelijk voor de regie was huisregisseur Marco Storman, net als de nieuwe intendant fris vanuit Duitsland geïmporteerd. Hij liet de voorstelling haast als een ‘dance-along-event’ beginnen. Het publiek kwam binnen in de kleine machinehal, waar duidelijk een partystemming heerste. Men kreeg snoepgoed en roze suikerspinnen in de hand gestopt en werd opgezogen in het feestgedruis. Akoestisch een catastrofe, maar grappig was het wel. Het muzikale aandeel onder leiding van Stefan Klingele stond in eerste instantie niet op de voorgrond.

De rest van de avond beleefde men op traditionelere wijze, zittend op genummerde stoelen. Het zicht was niet optimaal, maar dat werd door middel van projectieschermen verholpen. Het hele gebeuren vond namelijk plaats op drie verschillende niveaus, achter afrasteringen, balustrades en machinedelen.

De muziek kwam echter, eenmaal zittend, heel goed tot zijn recht. De balans was verrassend goed en in het orkest, dat zich in het midden van de ruimte bevond, werd nu en dan flink wat spanning gecreëerd. Het samenspel in het bekende kwartet uit de opera was zo goed dat ik het graag nog een tweede keer had willen horen.

Vocaal kwam het jonge zangersensemble grotendeels sterk voor de dag, waarbij vooral de donkere stemmen imponeerden: Vuyani Mlinde als Sparafucile en de elegante, geraffineerde en zekereMarina Viotti als Maddalena. Zij bleven prima overeind naast de luide, dominerende présence van Claudio Otelli als Rigoletto, die zijn positie als titelheld niet uit handen gaf.

De opera werd zonder pauze doorgespeeld, maar dat deerde niet. Het was absoluut een buitengewone Rigoletto, die door de Luzerner zeer goed ontvangen werd. Zoals gezegd zijn vrijwel alle voorstellingen uitverkocht.

Door de fenomenale, wereldwijde marketing van MySwitzerland is en blijft Luzern een ware toeristenmagneet. Je ziet in de fraaie straten en op de promenades haast meer Japanners dan locals. Of en hoe het nieuwe artistieke team rond intendant Benedikt von Peter de toeristenstroom (en de Luzerner zelf natuurlijk) richting het theater kan dirigeren, zal de tijd leren. Maar deze Rigoletto is een mooi begin!

Zie voor meer informatie de website van het Luzerner Theater.

Vorig artikel

Boesch soleert in Amsterdam en Utrecht

Volgend artikel

Don Giovanni in de aandelenhandel

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

8Reacties

  1. Pieter K. de Haan
    23 november 2016 at 22:29

    Met de “decante” atmosfeer aan het hof van Mantua zal wel de “decadente” bedoeld zijn, maar was er ook nog iemand die Gilda vertolkt heeft? Het was weliswaar “akoestisch een catastrofe” maar toch: “De muziek kwam echter, eenmaal zittend, heel goed tot zijn recht”. Met voorbijgaan aan de enorme stijlfout in deze laatste stelling vraag ik me af hoe deze constateringen met elkaar te rijmen vallen. Na Andreas Homoki lijkt Benedikt von Peter mij een nieuwe ramp voor de opera in Zwitserland!

  2. Pieter K. de Haan
    23 november 2016 at 22:35

    En wie heeft de hertog van Mantua, toch ook een niet onbelangrijke rol, voor zijn rekening genomen? Kortom: broddelwerk, zo’n recensie.

  3. Maarten-Jan Dongelmans
    23 november 2016 at 22:46

    Wat een verhaal zeg, deze ‘snelle recensie’ door A. Anghinoni. Dit soort bijdragen lijkt me niet voor herhaling vatbaar.

  4. Pieter K. de Haan
    23 november 2016 at 23:31

    Dit mag ook de redactie zich aanrekenen.

  5. Alessandro Anghinoni
    24 november 2016 at 00:19

    Dear Pieter
    thank you for your kind attention to this review.
    1) The feast scene in Act 1 was played with the audience standing around on the ground floor of the hall: the singers were moving around, reproducing the feeling of the party. A operatic happening, maybe – but not in the traditional musical sense. For example, I had 3 member of the choir behind me, singing their lines in my ears – funny, if you want, but not in balance with the rest. But after that moment, sitting at my place and having the singers all only on the opposite side of the hall, and also getting accustomed with the sound situation, the balance was better.
    2) If I do not name an interpreter in special out of a cast, you can assume that there is little or nothing to say about him/her. Umberto Eco spoke about “silenzio tecnico” in this case: if something is not worth mentioning, don’t mention it, so I tried not to abuse of the kind attention of you readers.
    Again, thank you.
    AA

  6. Dick
    24 november 2016 at 00:50

    “If I do not name an interpreter in special out of a cast, you can assume that there is little or nothing to say about him/her.”

    Naast bizarre locaties nu ook bizarre recensies.

  7. Maarten-Jan Dongelmans
    24 november 2016 at 10:05

    @Dick: je slaat de spijker op zijn kop.

  8. Pieter K. de Haan
    29 november 2016 at 15:19

    Na terugkomst van een (opera)weekend in Berlijn, met “Les Huguenots” in de Deutsche en “Jevgeni Onjegin” in de Komische Oper, kwam mij de reactie van de heer Anghinoni op mijn commentaar onder ogen. Mijn reactie daarop: 1. ik wist niet dat de heer A. niet een buitenlandse correspondent maar een redacteur van Place de l’Opera is, maar dat maakt voor mijn kritiek op zijn recensie geen verschil; 2. zijn in het Engels gestelde nadere toelichting doet aan mijn bezwaren tegen zijn recensie niets af; 3. ik voel er niets voor om op een Nederlandse site in het Engels met iemand in discussie te gaan; 3. zoals de recensie van de heer A. vertaald zal zijn, had ook diens reactie wel vertaald kunnen worden; 5. of de heer A. of de vertaler verantwoordelijk is voor de kapitale stijlfout onttrekt zich uiteraard aan mijn waarneming. Met de heren Dongelmans en Dick ben ik het roerend eens.