BuitenlandOperarecensie

Juan Diego Flórez zingt delicate Werther

Juan Diego Flórez is de ster in de nieuwe productie van Massenets Werther bij het Opernhaus Zürich. Letterlijke sterren komen in de productie van Tatjana Gürbaca, gedirigeerd door Cornelius Meister, pas helemaal aan het einde tevoorschijn.

Juan Diego Flórez als Werther bij het Opernhaus Zürich. (© Herwig Prammer)
Juan Diego Flórez als Werther bij het Opernhaus Zürich. (© Herwig Prammer)

Glanzend, maar nergens verblindend. Als mooi, warm, gouden licht. Een menselijke magie, fascinerend, niet overweldigend. Zeer natuurlijk en delicaat. Zo zou je de vocale en theatrale vertolking van Juan Diego Flórez als de titelheld in Massenets Werther in Zürich kunnen omschrijven.

Flórez geeft een absoluut geslaagde interpretatie. Met groot gevoel voor balans en een haarfijne klankvorming geeft de rijpe, mooie Peruaan – een ervaren idool in het belcantorepertoire – de jonge dichter Werther een innemende geloofwaardigheid. Zonder daarbij in de vocale excessen van een geforceerde ‘Sturm und Drang’-stijl te vervallen.

Velen zullen het zich waarschijnlijk afgevraagd hebben: lukt het hem? Is dit een rol voor zijn stem? Is het niet te zwaar? Liefhebbers van harde, hoge tonen zullen wellicht teleurgesteld naar huis gegaan zijn, aangezien Flórez’ elegante, fluwelen instrument de fortissimogolven uit het orkest niet kan trotseren op de manier van een helden- of Verdi-tenor. Maar dat hoeft ook niet, als hij zich – zoals hier in Zürich – met een ononderbroken, ontroerend charmeoffensief en enorme muzikaliteit een weg baant van de eerste naar de vierde akte.

In feite is de rol perfect voor een tenore di grazia als Flórez. De intervalsprongen zijn, mutatis mutandi, een karakteristiek expressiemiddel bij zowel Rossini als Massenet. Werther springt neurotisch van gepassioneerde liefdesgevoelens naar de meest troosteloze melancholie, waarbij hij in de donkere, vertwijfelde delen van de partituur zijn ziel lijkt te vinden. Op die manier, meer dan met enkel volume, weet Flórez het publiek mee te nemen en diep te raken.

Mijns inziens een geweldige interpretatie, die een mooie aanzet vormt voor de verdere ontwikkeling van de carrière van Flórez, weg van het terrein van de belcanto. Een vocaal hoogstandje dat op zichzelf al een bezoek aan het Opernhaus Zürich waard is.

Scène uit Werther bij het Opernhaus Zürich. (© Herwig Prammer)
Scène uit Werther bij het Opernhaus Zürich. (© Herwig Prammer)

De nieuwe enscenering kan helaas slechts op gematigd enthousiasme rekenen. Regisseur Tatjana Gürbaca, die met haar decorontwerper Klaus Grünberg sinds de aanstelling van Andreas Homoki als intendant ieder jaar te gast is in Zürich, benadrukt de benepenheid en onverdraagzaamheid van het Duitse burgerlijke milieu waarin het verhaal zich afspeelt.

Het eenheidsdecor heeft uit een koud, hoofdzakelijk houten interieur, met een trompe-l’oeil-perspectief à la Bramante. Het speelvlak is nog geen drie meter diep, wat de gehele handeling in een haast verdoofde tweedimensionaliteit dwingt. De zangers zijn daarbinnen geëtaleerd als de poppetjes in een koekoeksklok, met letterlijk weinig ruimte om hun karakters te ontplooien.

Anna Stéphany zingt met gelijkmatige stem een vurige maar plichtsgetrouwe Charlotte, die weinig op heeft met sentimentaliteit. Mélissa Petit is een nette Sophie en de Noorse Audun Iversen zet interessante vocale middelen in voor zijn vertolking van Albert.

Na een enigszins bleke en strenge directie in de eerste en tweede akte lukt het de jonge Cornelius Meister niet om meer kleur en vitaliteit uit het orkest te halen en daarmee muzikaal de eindelijk openbrekende toneelbeelden van de grote, mystieke finale te dragen. Om het met Dante te zeggen: “Daar gingen we uit, om wéér te zien de sterren.” Het toneelbeeld gaat, samen met de muziek, in hora mortis helemaal open. Te zien is het firmament, in een buitenaardse voltooiing van het lijden in een laatste ogenblik van liefdesvreugde. “Höchste Lust”, noemde iemand voor Massenet het eens.

Werther is nog tot en met 30 april te zien. Zie voor meer informatie de website van het Opernhaus Zürich.

Vorig artikel

Audi's Gurre-Lieder uitgebracht op dvd

Volgend artikel

Coppens maakt ongewoon Vosje bij de Munt

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni

3Reacties

  1. Maarten-Jan Dongelmans
    5 april 2017 at 21:11

    Mooie recensie. Alleen de eerste zin van de laatste alinea loopt niet en roept bij mij onduidelijkheid op. Doordat iets niet lukt met kleur etc. kan de dirigent de finale dragen? Vermoedelijk is hier iets met de vertaling misgegaan?

  2. Mauricio
    6 april 2017 at 13:36

    Ik had ook mijn twijfels over Florez een paar jaar geleden als Arnold in Pesaro maar toch heeft hij deze moordpartij heel muzikaal gedragen zonder te vervallen in gebrul. Werther is natuurlijk van een totaal andere orde en ik vraag mij af of hij genoeg in zijn mars heeft om de twijfelachtige en getormenteetde figuur overtuigend neer te zetten. Onlangs hoorde ik Piotr Beczala in Barcelona in de oude Dekker-productie en ik was ronduit gefascineerd door zijn interpretatie: vocaal zonder smet, geen larmoyante dichter maar een wereldvreemde outsider in een hypocriete en versteende maatschappij. Hij is voor mij de Werther hors concours!

  3. Maarten-Jan Dongelmans
    6 april 2017 at 14:16

    Beczala is een schitterende tenor, maar vlak Jonas Kaufmann ook niet uit. Ik hoorde hem in 2014 naast Sophie Koch als een bijzonder overtuigende Werther in The Met. Dat was voor mij een prestatie sans pareil.