Onlangs gaf de Britse mezzosopraan Sarah Connolly een recital in de Rotterdamse Doelen. Voorafgaand daaraan sprak Place de l’Opera met haar. Het gesprek ging over opera, het lied, haar loopbaan en moeder-zijn.

Voordat ze haar succesvolle solocarrière begon, zong Sarah Connolly bij de BBC Singers en in het koor van Glyndebourne. Ze is bekend om rollen als Dido in de opera’s van Purcell en Berlioz, Médée van Charpentier en Phaedra in het werk van Rameau en Britten. Maar ze zong ook Brangäne in Tristan und Isolde van Richard Wagner.

Connolly zette onder haar eigen regie Dido and Aeneas op plaat met The Orchestra of the Age of Enlightment en vorig verscheen My true love hath my heart, waarop ze onder begeleiding van Malcolm Martineau Engelse liederen zingt.

In april 2014 zingt Connolly samen met bariton Henk Neven liederen van Duparc in de serie Songlives in de Londense Wigmore Hall.

In september trof Place de l’Opera de Britse zangeres voorafgaand aan een recital in Rotterdam.