FeaturedOperarecensie

Sunken Garden: “Bril opzetten NU”

“Deze herziening bood mij een unieke kans om Sunken Garden een betere toekomst te geven”, aldus Michel van der Aa in zijn toelichting bij de Nederlandse première van de vernieuwde versie van zijn creatie uit 2012, op 22 oktober in de NTR ZaterdagMatinee. Die betere toekomst zit er wel in.

Scène uit Sunken Garden, met op de voorgrond Roderick Williams als Toby. (© Mike Hoban)

Het orgel ging schuil achter een enorm projectiedoek, het hele podium werd in beslag genomen door de opbouw en het speelvlak en het orkest zat op zaalniveau vóór het podium. Het Amsterdams Concertgebouw was voor één middag omgetoverd tot een zaal voor muziektheater. Geen tweedimensionaal, maar driedimensionaal theater dankzij verfilming in 3D-techniek, ook gerealiseerd door multikunstenaar Van der Aa. Om het 3D-effect te ervaren, werd aan alle Matinee-bezoekers een speciale bril uitgereikt. Op het doek verscheen op het beslissende moment de mededeling: “Bril opzetten NU.”

Er golfde geen “oooh” door de zaal, want het effect was, althans naar mijn ervaring, niet schokkend. Er zat enige dieptewerking in de beelden van de plantentuin, die een centrale rol speelt in het verhaal. Het is de tuin van het grote vergeten, waar herinneringen en schuldgevoelens over wat scheef ging in het leven van de bezoekers worden gewist in onsterfelijkheid. Een metafoor voor het (aards) paradijs?

Het verhaal werd geschreven door de Brit David Mitchell, in samenspraak met Michel van der Aa. Het gaat over de zoektocht door de videokunstenaar Toby Kramer naar een vermiste man, Simon Vines genaamd. Kramer maakt een documentaire over die verdwijning. Dat trekt de aandacht van een fonds dat jonge kunstenaars financiert; ene Zenna Briggs vertegenwoordigt dat fonds en biedt Kramer een flink bedrag aan om zijn documentaire verder uit te werken. De ontwikkelingen die daarna volgen, zijn even ingewikkeld en mysterieus als de inhoud van opera’s uit de achttiende eeuw met tovenaars en gecompliceerde liefdesverhalen.

Zenna is er de moderne variant van, want zij blijkt zelf de hand te hebben in de verdwijning middels een door haar gebouwde machine in het schemergebied tussen leven en dood. Een thema dat componist Van der Aa fascineert en dat hij eerder verwerkte in zijn opera After life, waarin ook van film gebruik werd gemaakt. Beelden in 3D was de volgende stap, genomen in de eerste versie van Sunken Garden.

Gesynchroniseerd

De techniek speelt een belangrijke rol, zelfs in de geluidsversterking van de zangers; die faalde meteen met de eerste inzet van de bariton Roderick Williams als Toby Kramer. De opera moest opnieuw beginnen, maar daarna verliep alles vlekkeloos. Om het geluid van de verfilmde zangers (Jonathan McGovern als Simon Vines en Kate Miller- Heidke als de eveneens verdwenen Amber Jacquemain) gelijk te houden met de begeleiding door het orkest (Amsterdam Sinfonietta) werden beeld en geluid ter plekke gesynchroniseerd met behulp van een computer.

Momenten in de film konden zo worden verkort of verlengd, wat soms nogal bibberig verspringende scènes opleverde. De live optredende zangers en de filmzangers leken aan een echte interactie deel te nemen, met als hoogtepunt een perfect uitgevoerd kwintet. Toch bleef – ondanks de 3D-bril – de scheiding tussen hier en daar duidelijk, omdat er geen verkeer door de wand heen plaatsvond; er werd wat gesuggereerd met een verticale vijver die als een spiegel in de plantentuin hing en af en toe ‘ontplofte’.

Ook popmuziek

Het virtuoze beeldwerk kreeg soms de overhand in de aandacht, maar de muzikale laag was minstens zo virtuoos en aantrekkelijk. Bij Van de Aa sluipt de klassieke tonaliteit door de orkestrale onderlaag, terwijl hij in de eroverheen liggende zangstemmen lonkt naar de lyriek en dramatiek van de negentiende eeuw. Met gemak tovert hij er ook de eigentijdse popmuziek doorheen.

De Australische popzangeres Kate Miller-Heidke als Amber Jacquemain mengde zich gesteund door snoeiharde technomuziek in het spel met de klassiek geschoolde, weliswaar versterkte stemmen van bariton Roderick Williams (Kramer) en de sopranen Katherine Manley (een krachtige en verleidelijke Zenna) en Claron McFadden (in de rol van de mysterieuze psychiater Iris Marinus).

De live- en filmklanken werden stevig bij elkaar gehouden door de zowel in klassiek als pop doorknede Duitse dirigent André de Ridder, die in Amsterdam Sinfonietta een ideaal klinkend orkest tot zijn beschikking had. Helaas een eenmalige uitvoering, maar een betere toekomst zit er dik in.

Vorig artikel

Opera in de media: week 43

Volgend artikel

DNO introduceert Nationale Opera Studio

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

1 Reactie

  1. Herman
    23 oktober 2017 at 12:28

    Ik ben erg blij dat ik er zaterdag bij was en was bijzonder geroerd door het mooie verhaal van dit intelligent gemaakte werk. Ik hoop dan ook van harte dat het in de toekomst wordt opgenomen in de programmering van DNO, zodat meer mensen hiervan kennis kunnen nemen. Bravo voor Michel van de AA en zijn librettist David Mitchell.