FeaturedOperarecensie

Indringende Poulenc beëindigt biosseizoen Met

In de bioscoopserie van de Metropolitan Opera in New York werd zaterdag een voorstelling van Poulencs Dialogues des Carmélites uitgezonden. Een indringende, emotionele ervaring.

Karita Mattila was fenomenaal als de hels stervende priores Madame de Croissy. (© Ken Howard / Met Opera)

Het verhaal over de Karmelietessen van Compiègne heeft al eerder uitvoerig aandacht gekregen in een achtergrondverhaal op deze website. Wat bij het publiek in Nederland vooral op het netvlies gebrand zal staan, is de Amsterdamse enscenering van Robert Carsen, die een paar jaar geleden nog eens door De Nationale Opera werd hernomen. In New York werd een productie van John Dexter gespeeld, die over het geheel genomen qua intensiteit dicht in de buurt kwam van de ‘benchmark’ van Carsen, maar daar in de slotscène toch wat bij achterbleef.

Gespeeld werd op een toneelvlak in de vorm van een kruis. Traliewerk en scheidingswanden werden neergelaten en opgehesen om andere ruimtes te suggereren. Gecompleteerd met wat eenvoudige zetstukken en meubilair werkte dit wonderwel. De kostumering was in overeenstemming met de periode, eind achttiende eeuw in revolutionair Frankrijk.

Angst speelt de hoofdrol in dit drama. Blanche de la Force zegt van zichzelf dat ze in angst is geboren. Elke nacht is voor haar een verschrikking, die ze vergelijkt met de doodsnood van Christus in Getsemane. En overdag is het leven haar te druk, te luidruchtig. Om die reden besluit ze haar toevlucht te nemen tot een leven als non en dan bij een orde die geen contact met de buitenwereld onderhoudt, maar waarvan de leden hun tijd slijten met bidden tussen de veilige muren van het klooster.

Isabel Leonard boekte als Blanche een nieuwe persoonlijke triomf. (© Ken Howard / Met Opera)

Een woede-uitbarsting waarin God wordt verweten zich niet om haar te bekommeren, is wel het laatste wat de nonnen verwachten van hun priores Madame de Croissy, die op het punt staat te bezwijken aan een slopende ziekte en daarbij veel pijn lijdt. Ze sterft een vreselijke dood; ze gaat niet vredig en berustend heen, zoals van iemand verwacht kon worden die haar leven heeft gewijd aan contemplatie en gebed. Zuster Constance denkt dat ze per ongeluk de verkeerde dood heeft gekregen, dat ze is verwisseld met iemand anders.

Dat sluit aan bij de eerder geuite wens van de priores om de angstige novice Blanche te willen beschermen. Deze sterft aan het einde in volledige sereniteit, totaal afwijkend van hoe ze altijd heeft geleefd. Zij krijgt als het ware de dood van de priores, is de suggestie.

Kort voor haar verscheiden geeft Madame de Croissy haar beoogde opvolger Madame Marie nog de nadrukkelijke opdracht voor Blanche te zorgen. Daar is aanvankelijk weinig van merkbaar, tot de voorlaatste scène, als Marie de weggelopen Blanche weet op te sporen in haar ouderlijk huis. Ze werk daar incognito als dienstmeisje en Marie wil haar meenemen naar een veilige plek.

Karita Mattila was fenomenaal als de priores, die elke controle over zichzelf verliest als ze onder het verduren van helse pijnen de geest geeft. Een leven lang bidden en wat heeft het geholpen? Ze voelt zich in de steek gelaten, net als Christus in Getsemane. Marie stuurt iedereen weg. De zusters mogen haar zo niet zien en vooral niet horen.

Adrianne Pieczonka (midden) was een moederlijke opvolgster van Madame de Croissy. (© Ken Howard / Met Opera)

Toch wel verrassend is de nieuwe priores niet de zeer strikte Marie, door Poulenc getypeerd als een volledig verkalkte non, maar Madame de Lidoine, een uitgesproken moederlijk type. Daar heeft Marie duidelijk moeite mee en zodra de priores even weg is voor ‘zaken’ neemt ze de leiding en arrangeert ze een soort zelfmoordpact onder de achterblijvers. Door niet te gehoorzamen aan het bevel alle religieuze activiteiten te staken en als goede burgers een concrete bijdrage te leveren aan de samenleving, riskeren ze de guillotine wegens verraad aan de republiek.

Marie weet de zusters zover te krijgen dat ze een gelofte van martelaarschap afleggen en vervolgens die dood ter meerdere eer en glorie van het geloof uitlokken door ondergronds hun kloosterleven in stand te houden. Eenmaal terug staat de priores voor het blok. Ze is het er niet mee eens, maar kan het niet terugdraaien. Uiteindelijk sterft iedereen met haar hoofd op het blok, behalve Marie. De boodschap is dat martelaar worden geen eigen keuze kan zijn. Zoekt men het bewust op, dan schuurt het dicht tegen zelfmoord aan en dat is een doodzonde.

De tegenpolen Lidoine en Marie werden zeer fraai neergezet door Adrianne Pieczonka en Karen Cargill. Pieczonka heeft een wat blozend uiterlijk, waardoor ze als non erg blij en moederlijk overkomt, wat haar in deze rol goed van pas kwam. Cargill maakte een opvallende transformatie door, van een iron lady in een betrokken en bezorgde oudere collega die Blanche in veiligheid wil brengen, indachtig de laatste wens van Madame de Croissy. Niet eerder kon ik zo veel sympathie voor haar personage opbrengen.

Isabel Leonard (Blanche) was een aandoenlijk angsthaasje in de eerste scènes, die gaandeweg leerde wat meer voor zichzelf op te komen. Ze kiest voor zichzelf door te vluchten na de afgedwongen martelaarsgelofte en wil eigenlijk maar liever ondergedoken blijven in haar oude huis. Niet sterven maar leven, dat is voor iemand die vroeger elke nacht bijna dood ging een enorme ontwikkeling. Leonard gaf prachtig invulling aan de hoofdrol: na haar Marnie eerder dit seizoen een nieuwe persoonlijke triomf. Erin Morley zorgde als Constance voor de gebruikelijke lichtere noot in het geheel.

Het slot van Dialogues des Carmélites. (© Ken Howard / Met Opera)

In vergelijking met Carsen zet Dexter zwaar in op het tonen van persoonlijke relaties. Er wordt veel gecommuniceerd tussen de nonnen, voornamelijk in stil spel, maar nadrukkelijk waarneembaar. Zodoende is het ook conform de verwachting dat in de laatste scène de vrouwen meer bezig zijn met afscheid nemen van elkaar dan met de naderende dood. Eén voor één lopen ze naar het achtertoneel en eenmaal buiten beeld klinkt het ijselijke geluid van de vallende bijl.

Maar door de onderonsjes van de nog levende nonnen mist deze gruwelijke apotheose de noodzakelijke abstractie. Komt bij dat in tegenstelling tot wat Poulenc aangeeft, niet slechts de nonnen het Salve Regina zingen maar ook vrouwen uit de menigte. Het effect van een steeds dunner wordende koorzang blijft daardoor grotendeels uit. Op dat punt werkt de versie van Carsen veel beter. Daar vallen de nonnen één voor één op het toneel en als de laatste valt, verstomt het geluid. Hier gebeurt alles in een drukke omgeving (correct gelet op de regieaanwijzingen), maar uiteindelijk buiten beeld, waardoor veel van het beoogde effect verloren gaat.

Het is het enige minpunt in deze voor het overige voortreffelijke voorstelling. De algehele leiding was in handen van sterdirigent Yannick Nézet-Séguin, die de zonder uitzondering geweldig zingende nonnen uitstekend muzikaal wist te ondersteunen. Het was een mooie afsluiting van het bioscoopseizoen. En Isabel Leonard zien we in december terug bij De Nationale Opera als Angelina in La Cenerentola.

Vorig artikel

Synode-opera mixt komedie met tragedie

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Stefan, Michael en Tim

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

4Reacties

  1. Leen Roetman
    13 mei 2019 at 23:23

    Ik heb nog nooit zo aangeslagen de zaal verlaten. Na zo’n opera kun je eigenlijk niet applaudisseren (zoals weer veel te vroeg in de Met) maar is het beter stil de zaal uit te gaan…
    Een avond om niet te vergeten. Zo’n ontzettend goede uitvoering, orkest, alle zangers, toneel, regie.
    Uitstekende recensie.

  2. Rudolph Duppen
    14 mei 2019 at 14:56

    @Leen Roetman:Geheel met je eens. Een onvergetelijke voorstelling.In HD zie je zoveel details en subtiele interactie die je in de zaal ontgaan.De type casting was geweldig.

    Gelukkig kunnen we Isabel Leonard (Blanche) in december bij DNO bewonderen in La Cenerentola.In mei, 2020 is Erin Morley (Constance) te gast als soliste bij het KCO in een programma van Händel en Rameau. De samenwerking tussen DNO en de MET wordt voortgezet. Der Fliegende Holländer, volgend seizoen in HD uit de MET is weer een coproductie met DNO.

    De verkoop van de kaartjes voor het volgende MET in HD seizoen is vandaag gestart.Het altijd vriendelijke personeel van Tuschinski wist afgelopen zaterdag na afloop van Dialogues des Carmelites van toeten noch blazen. Er waren geen foldertjes met de titels van het volgende seizoen. Je moest de directie van Pathe e-mailen om erachter te komen wanneer de verkoop zou starten.De website was niet op orde. De online verkoop voor Tuschinski begon pas om 10.30 en niet om 10.00 zoals aangekondigd. Je moest na elke bestelling de procedure opnieuw beginnen.Er was geen mandje.Ik kreeg uren na da aanvang van de verkoop bericht dat de verkoop was begonnen. Pathe heeft duidelijk zijn zaakjes niet op orde. Bij Dialogues des Carmelites ontbrak aanvankelijk de ondertiteling.

  3. Maarten-Jan Dongelmans
    14 mei 2019 at 17:06

    @Rudolph: Pathé heeft helaas andere prioriteiten.

  4. Leen Roetman
    14 mei 2019 at 20:00

    @Rudolph Duppen: In Pathé Rotterdam was er een kort welkomstwoord van een jongeman die zowaar wist te melden dat het programma voor het volgend seizoen vandaag online zou komen.
    Na de pauze viel heel even het geluid weg…