CD-recensies

Vers goud uit Wenen: Faust

De uitgaven van Orfeo d’Or betreffen meestal legendarische voorstellingen uit een wat verder verleden. Maar ook vandaag de dag wordt er nog goud gevonden. Een Weense live-opname van Faust uit 2009 bijvoorbeeld. Beczala, Youn, Isokoski en Eröd zingen de sterren van de hemel en het orkest onder Bertrand de Billy is zielsverrukkend.

Orfeo d’Or (de topdivisie van het label Orfeo, zou je kunnen zeggen) heeft een speciale reeks ‘Wiener Staatsoper Live’-uitgaven. In die serie zijn reeds vele Weense voorstellingen met legendarische casts uitgebracht. Een Turandot met Nilsson, een Macbeth met Ludwig, een Otello met Domingo: stuk voor stuk producties met de allergrootste artiesten op het toneel.

De cast die op 5 september 2009 Faust van Charles Gounod opvoerde, past zeker in dit rijtje thuis. Ik zie het als een droombezetting. Een droom die in drie uur opera klinkend werkelijkheid wordt.

Piotr Beczala zingt Faust, zijn lijfrol. Hij zet de geleerde melancholisch en smachtend neer; melancholisch over het leven, smachtend naar Marguerite. De emotie ligt dik bovenop zijn alsmaar stromende klanken, regelmatig uitmondend in sublieme hoge noten.

Over hoogte gesproken: Soile Isokoski (Marguerite) resoneert je oren eraf met haar glasheldere, ronzingende topnoten. Zo kan alleen zij ze zingen. En dat zijn slechts de krenten: heel haar vertolking is om van te smullen. Ze begint jeugdig en opgewonden, maar gaandeweg de opera kleurt haar stem steeds dramatischer, met een intens slot als gevolg.

Kwangchul Youn is een uitmuntende Méphistophélès. Hij doorspekt zijn grootse, zware zang met spot, sarcasme en duivels plezier, maar laat op de achtergrond ook altijd een sinister toontje meeklinken.

De Valentin van Adrian Eröd is stoer en sterk. Zijn zang blaakt van trots en zijn verbeten woede bij zijn dood is aangrijpend.

Het meest geniet ik echter van het orkest van de Wiener Staatsoper, geleid door Bertrand de Billy. Werkelijk een huzarenstuk hoe zij Gounods muziek uitvoeren. Het leeft en lijdt, bloeit en broeit, bemint en huivert, kortom: het heeft een hart en een ziel.

Het orkest is voortdurend in perfecte balans, zodat alle lagen van de partituur goed uitkomen. De timing is subliem, de dynamiek ongeremd en de solistische inbreng geperfectioneerd. Alles bij elkaar levert het een verbeeldingskracht op waar ik volledig door meegesleept wordt.

Aanbevelenswaardig dus, deze Faust. Net als de andere opnamen van Orfeo d’Or. Want het label heeft me tot nu toe nog nooit teleurgesteld.

Vorig artikel

Brueggergosman zingt over leven en dood

Volgend artikel

De wereld in 40 operahuizen: Tel Aviv

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Basia Jaworski
    23 november 2010 at 14:02

    helemaal mee eens!