Operarecensie

Operadagen: Ondergedompeld in verveling

Post uit Hessdalen bracht op Operadagen Rotterdam 2017 twee voorstellingen voor verschillende doelgroepen. Voor volwassenen was er Poolnacht in een desoriënterend donker sneeuwlandschap en speciaal voor kinderen vanaf 5 jaar speelde Pakman in een trailer. Twee opties van verveling, zag gastrecensent Hilde van Beek.

Scène uit Pakman. (© FKPH)

Verveling. Bestrijden of ondergaan? Het muziektheatergezelschap Post uit Hessdalen toont beide opties in twee zeer verschillende voorstellingen. Pakman, een tekstloze en ritmische circusvoorstelling vol afleiding, en Poolnacht, een door klanken en vertelstem ondersteunde reis van videobeelden. Een onderdompeling in verveling. Beide aangenaam, maar niet leidend tot nieuwe inzichten.

“Windstilte van de ziel.” Zo beschreef Nietzsche verveling. Door de tijd heen is deze staat van zijn nogal verschillend gewaardeerd. Diderot noemde het “de gevaarlijkste vijand van ons bestaan”. Verveling zou droef en zwaarmoedig maken. Spleen.

Tegenwoordig wordt zij positiever beoordeeld. Schrijvers en denkers betogen om geen afleiding te zoeken, maar verveling te ervaren. Dichter Joseph Brodsky bijvoorbeeld pleit ervoor verveling, “onverdunde tijd” noemt hij het, te omarmen. Door los te komen van voorgeschreven kloktijd, zou een betere waarneming zich ontsluiten en ruimte ontstaan voor creativiteit.

Verveling is een interessant en herkenbaar thema voor kinderen. Denk bijvoorbeeld aan Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt van Theater Artemis, vol spannend en ongemakkelijk wachten. Maar in Pakman, een voorstelling voor 5-plussers, zoekt het gezelschap Post uit Hessdalen juist de afleiding op. Pakman speelt in een trailer, op het gras voor het Maas Podium. Hopelijk betekent de toevoeging van deze speellocatie aan het festival voortaan een nog grotere aanwezigheid van jeugdtheater in de programmering.

Het publiek stapt een kartonkleurige ruimte binnen en neemt plaats in de breedte. Een performer (Stijn Grupping – later verschijnt percussionist Frederik Meulyzer vanachter een met dozen gevulde stellingkast) zit in een grijze overall achter een lopende band waarop dozen richting publiek schuiven. Hij voorziet ze verveeld van een stempel, waarna ze door de uitsparing vallen van het plexiglasraam dat speler scheidt van publiek. Kinderen rapen ze op en de dozen verworden tot zitjes. Alles in het beeld roept: dit is saai. Doos pakken, stempel zetten. Doos pakken, stempel zetten. Het clichébeeld van fabriekswerk. Kloktijd bepaalt start- en stopmomenten.

Al gauw ontdekt onze fabrieksmedewerker de muzikaliteit van herhaling. Vanaf hier gaat de voorstelling verveling uit de weg, de dozen aan de kant. Gesteund door de percussionist, die geluid weet te halen uit alle objecten om zich heen, verwordt het fabriekswerk tot een ritmische jongleerperformance die beweegt tussen samenwerking en competitie. Dan weer dringt de percussionist versnelling op, vervolgens is het de jongleur die het ritme doet vertragen. Klanken van hout en staal vallen samen met stuiterende ballen. Het swingt voor oor en oog. Het jongleerspel is zeer vakkundig en tekent een ingewikkeld lijnenpatroon. Stoppen lijkt onmogelijk, net als lopendebandwerk.

Het einde is abrupt, het geheel nogal kort (20 minuten). Thematisch was er vast meer materiaal voorhanden. Hoe knap het ook is – korte jongleersessies die komen tot een finale van acht ballen – de vorm is over het algemeen veel van hetzelfde. En daarmee lijkt verveling bestrijden toch niet helemaal te werken.

Centraal in Pakman staan de kwaliteiten van circusartiest Stijn Grupping (ook cinematograaf). Samen met Ine van Baelen (theatermaker en scenarist) vormt hij de kern van de jonge Antwerpse groep Post uit Hessdalen. Er zijn maar weinig gezelschappen die zowel de jeugdige als volwassenen theaterdoelgroep bedienen en bovendien zo veel verschillende kunstdisciplines en vertelvormen aan kunnen wenden.

Scène uit Poolnacht.

De voorstelling Poolnacht is namelijk eerder een installatie te noemen, een audiovisuele trip bestemd voor volwassen publiek. Hiervoor trokken de twee dubbeltalenten met nog drie kunstenaars naar het sneeuwwitte eilandje Sørøya, in het noordelijkste Noorwegen. Doel was te ontdekken wat een desoriënterend donker sneeuwlandschap met je doet en vooral welke invloed dit heeft op je tijdsbeleving. Geen zon, geen schaduw, geen zichtbare tijd. Een poging verveling niet te ontlopen, maar juist aan te gaan. Poolnacht tracht via taal, beeld en klank die ervaring over te brengen.

Het publiek komt aan in een zwart halletje met helgroene tl-lampen, als een kunstmatig poollicht. In de zaal slaat de donkerte toe. Videoprojectie beslaat het volledige toneelbeeld en toont landschappen met bergen en meren in grijstinten, afbeeldingen met overgangen als van een vertraagde diapresentatie. De beelden stellen even scherp en de vergezichten worden langzaamaan beter zichtbaar. Het is meerkleuriger dan gedacht en doet denken aan schilderijen van Johannes Vermeer, die de kijker verschillende kleuren in aanvankelijk witte wolken liet ontdekken. Zo werkt het hier ook: zwart blijkt ook grijs, geel en blauw.

Een warme Vlaamse mannenstem (Geert van Rampelberg) begeleidt ons door de duisternis. Zijn toon is nuchter en met enige ironie (“landschap laat zich alleen in overdrijvingen vatten”, of: “waarom zou een mens wel en een berg niet koppig mogen zijn?”) afgewisseld met meer poëtische landschapsbeschrijvingen: “Bij de zee, kiezels als knoken die op springen staan.”

De voice-over duidt veelal in ik-perspectief de eenzaamheid, het verlies van tijdsbesef en de beperkte bewegingsvrijheid op het donkere eiland. Verwoede pogingen te concentreren op het nu. Een traag gevecht met verveling, er gebeurt niets nieuws. Die ervaring van eenzaamheid wordt verder overgebracht doordat er geen performers op het toneel verschijnen, er zijn enkel stemmen te horen. De totale ruimte is zo verdonkerd dat het publiek elkaar niet meer ziet.

Ondertussen klinkt een soundscape, als voorbijtrekkende mistflarden. Pulsen van eentonige elektronische klanken die dan weer snerpen, dan weer zachtjes dwalen. De heldere stem van Claron McFadden trekt lange strepen in het geluidslandschap en versterkt het gevoel van oneindigheid.

Voor Poolnacht is gekozen tijd te ervaren in plaats van te meten. Dat lukt. Het zou dan ook eindeloos kunnen duren. Het is wachten op een wending. Dan valt achter het projectiescherm een landschap te ontwaren. Schimmen van een werkelijk wit glooiend veldje. Door slimme belichting lijkt het eerst in de lucht te hangen. Deze verandering in beeld brengt ons terug in het nu, de theaterzaal, en vormt een logisch einde.

De verstilde sessie die Poolnacht biedt, voelt prettig en rustig. Met een aangescherpte waarneming stapt het publiek naar buiten. Maar echt vernieuwend is het inmiddels niet meer. Bovendien levert meditatie of een boswandeling in stilte mogelijk een vergelijkbare ervaring op. En het is een ongelijke strijd: de nagebootste situatie haalt het natuurlijk nooit bij de werkelijke schoonheid van Sørøya.

Pakman is de komende maanden te zien in Vlaanderen en Nederland, bijvoorbeeld op 14 en 15 oktober op Festival Jong! in Maastricht.

Operadagen Rotterdam stond ook dit jaar in het teken van vernieuwing en verjonging. Die lijn trekken we op Place de l’Opera ook door in de recensies. Dramaturg Hilde van Beek nam onlangs deel aan de workshop ‘Schrijven over opera’ tijdens het Opera Forward Festival van De Nationale Opera. We nodigden haar uit een voorstelling tijdens Operadagen Rotterdam te recenseren. Ze koos voor twee producties van het gezelschap Post uit Hessdalen, Pakman en Poolnacht.

Vorig artikel

Netopil leidt uitstekende Elektra in Essen

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Thomas, Tom en Nora

De auteur

Hilde van Beek

Hilde van Beek