Operarecensie

Matinee brengt hoogkaraatse Parelvissers

Zo aan het begin van het arbeidsseizoen is het heerlijk om in gedachten af te kunnen reizen naar het tropische eiland Ceylon. Dankzij een uitmuntende cast en een ervaren dirigent bewees de NTR ZaterdagMatinee dat Bizets lang verwaarloosde Les pêcheurs de perles meer te bieden heeft dan dat ene beroemde duet.

Michel Plasson.

‘Au fond du temple saint’ voor tenor en bariton heeft door overbekendheid (zelfs André Hazes waagde een poging!) misschien iets van zijn charme verloren. Bij een complete uitvoering van het werk wordt echter duidelijk hoe effectief het fraaie hoofdthema (‘oui, c’est elle, c’est la déesse’) fungeert als leidmotief.

Naar mijn mening vertegenwoordigt dat leidmotief de mysterieuze priesteres Leïla, bron van de rivaliteit tussen Zurga en Nadir, en niet hun vriendschap, zoals vaak wordt beweerd. Bizet benut de melodie in de loop van het stuk steeds wanneer zij haar opwachting maakt, op misschien wel erg kwistige wijze.

Gelukkig hoorden we zaterdag in de aangekondigde ‘oerversie’ als slot van het duet het stoere ‘Amitié Sainte’ in driekwartsmaat, in plaats van wéér een reprise. Dat bood een welkom contrast, al is het zonneklaar dat de bekoring van het werk vooral ligt in delicate lyriek en niet in gespierd drama. Pogingen daartoe komen op mij nogal krachteloos over en het slot is ronduit een anticlimax. Bizet was zelf niet erg tevreden, maar Berlioz (normaal toch een streng criticus) toonde zich enthousiast.

Zeker de eerste helft biedt prachtige momenten, zoals Nadirs dromerige aria ‘Je crois entendre encore’ met zwevende hoge tonen boven een wiegend ritme. Of neem het fluisterkoor dat de tweede akte opent, verrassend minimalistisch begeleid door slechts een tamboerijn en twee piccolo’s. Ondanks de forse orkestbezetting, wat hem het onzinnige verwijt van wagnerisme opleverde, is Bizet op zijn best bij een dergelijk economisch gebruik van muzikale middelen.

Twaalf jaar later wist hij in Carmen zijn finesse en melodieënrijkdom te paren aan diepgravend psychologisch inzicht. Daar is hier geen sprake van, vooral dankzij een matig libretto. Een kwalificatie als ‘bordkartonnen personages’ is op zijn plaats en De Nederlandse Opera zal het werk vast niet snel op het programma zetten. Des te meer reden om dankbaar te zijn voor deze hoogkaraatse concertante uitvoering van de ZaterdagMatinee.

De routinier Michel Plasson, die ons zo veel fraaie opnamen van Frans repertoire heeft bezorgd, benadrukte meer het majestueuze en sacrale dan het opzwepende en exotische karakter van het werk. Met bedachtzame tempi besteedde hij aandacht aan elk detail, waardoor ik plots nog meer ‘deinende’ ritmes meende te horen. Misschien heeft Bizet net als Verdi in Simon Boccanegra de aanwezigheid van de zee in de partituur willen verwerken…

De vocale ster van de middag was voor mij Charles Castronovo als Nadir. De Amerikaanse tenor met Italiaanse achternaam heeft een voorkeur voor Frans repertoire. Met zijn licht nasale timbre is hij daar ook uitermate geschikt voor en hij benaderde de hoge noten met de door mij gehoopte voix mixte.

Zijn frêle geluid contrasteerde met de brede bariton van Jean-François Lapointe, die moeiteloos de hoeken van de zaal bereikte. Het ruige randje aan zijn stem is geknipt voor de rol van Zurga. Maar in het recitatief tot zijn grote aria in de derde akte toonde hij evenzeer zijn subtiliteit en intelligente tekstbehandeling.

Van Annick Massis (een Leïla in toepasselijk witte jurk) was ik aanvankelijk iets minder onder de indruk. Zij klonk juist wat schel in de hoogte en leek zich niet helemaal op haar gemak te voelen in het rijk geornamenteerde gebed tot Brahma. Maar met haar aria in de tweede akte, die ze besloot met een fraaie cadens en een wegstervende noot, wist ze me voor zich te winnen. En in haar duetten met Nadir en Zurga ging ik helemaal voor de bijl, mede dankzij een grotere scenische présence dan haar collega’s in deze traditionele concertopstelling.

De vierde solist, Nicolas Testé als hogepriester Nourabad, is een typisch Franse lichte bas, in timbre niet veel donkerder dan Lapointe. Desondanks wist hij zijn dreigende frasen zeer overtuigend voor het voetlicht te brengen.

Het Radio Filharmonisch Orkest speelde uitstekend, met fraaie blazerssoli die Bizet zo organisch laat overvloeien in de zanglijnen. Het door Thomas Eitler ingestudeerde Groot Omroepkoor ten slotte bewees opnieuw zijn veelzijdigheid, van folkloristische ingetogenheid tot bloeddorstige wraakzucht. Tijdens het daverende slotapplaus toonde Plasson ook waardering door zijn boeket in de richting van het koor te werpen.

Daarna volgde zowaar een toegift: een herhaling van de laatste paar minuten, zodat de bekende gouden melodie nog één keer door de zaal galmde. Mij hoort u niet klagen! In 1963 programmeerde de ZaterdagMatinee voor het laatst deze ooit zo populaire opera. Sindsdien is het überhaupt slechts zeer zelden in Nederland tot klinken gebracht. Laten we hopen dat de volgende gelegenheid niet weer een halve eeuw op zich laat wachten, want ondanks enkele gebreken is het werk absoluut de moeite waard.

Vorig artikel

Vlaamse Opera opent met Berlioz' Faust

Volgend artikel

YouTube-portret: Annick Massis

De auteur

Martin Toet

Martin Toet

3Reacties

  1. chris horsmeier
    10 september 2012 at 09:46

    Grote successen beleefde het werk bij de voormalige Ned.Opera met o.a Louise de Vries, chris Scheffer en Jos Burcksen.Later met Wilma Driessen, Ettore Babini en Paolo gorin en Guus Hoekman .Daarna nooit meer opgevoerd doorde Ned.Opera.Zonde gemiste kansen.
    Wel diverse malen concertant o.a in de Matinee met Erna Spoorenberg.
    In 1970 met Marco Bakker,Charles holland Patricia Madden en Robert Holl.

    er is ook nog een concertante uitvoering geweest in Vredenburg met o.a Nocolai Gedda.
    Zo een 2 of 3 jaar geleden is er een reeks opvoeringen geweest door een Oost europees gezelschap in diverse theaters in het land.
    Dat was ALL.
    NED< OPERA pak je kANS EN KOM EENS MET HET WERK OP DE PLANKEN!!!!!!!!!.

  2. Pieter K. de Haan
    10 september 2012 at 10:46

    In het seizoen 2005-2006 is het werk gebracht door Opera Zuid in een van de vreselijkste producties die ik ooit gezien heb. De concertante uitvoering in Vredenburg, uitgezonden door de KRO, heb ik bijgewoond. Nicolai Gedda was toen al over de 60 maar zong nog als een jonge god. De andere zangers waren Faye Robinson, Richard Stilwell en Henk Smit. Gedirigeerd werd er door Henry Lewis. Laten ze die uitvoering ook nog eens in het Concerthuis zetten.

  3. chris horsmeier
    10 september 2012 at 10:54

    ja er waren ook nog bij de toenmalige opera forum in Enschede uitvoeringen.ó.a in 1955 met anneke van de Graaf onder paul Pella.
    in 1964 met o.a wweer anneke van de graaf in 1975 o.a charles van Tassel.
    1983 o.a Elena Vink en Max van Weegberg.
    en in 1992 .