AchtergrondBinnenkortFeaturedInterviews

Isabel Leonard: “Angelina personifieert hoop”

Isabel Leonard is vanaf 3 december Assepoester bij De Nationale Opera. Na een seizoen vol zware, messed up personages is de Amerikaanse zangeres wel toe aan een luchtige Rossini. Place de l’Opera spreekt met haar over de productie, de stemspier en de wereld rondreizen met een jonge zoon.

Isabel Leonard stond in 2006 al op het toneel van de Metropolitan Opera en is sindsdien niet weg te denken uit de programmeringen van grote operahuizen. (© Sergio Kurhajec)

Voor veel jonge zangers is de stap ná hun zangopleiding het moeilijkste. Hoe kom je aan werk? Isabel Leonard had daar geen last van. Na haar studie aan Juilliard nam ze deel aan een zomeracademie van Marilyn Horne, waar ze artiestenmanager Matthew Epstein ontmoette. Ze imponeerde hem zodanig dat hij haar contracteerde.

Als prijs van de academie mocht Leonard een recital geven in New York City. Epstein zorgde ervoor dat de nodige kopstukken in de zaal zaten, onder wie Metropolitan Opera-directeur Peter Gelb. Het volgende jaar stond Leonard al op het legendarische Met-toneel.

Inmiddels zijn dertien jaar verstreken en heeft Isabel Leonard talloze hoofdrollen bij de Met achter haar naam staan. Afgelopen seizoen zong ze er maar liefst drie toprollen: Marnie in de gelijknamige opera van Nico Muhly, Mélisande in Pelléas et Mélisande en Blanche in Dialogues des Carmélites.

Het was een zwaar seizoen, vertelt Leonard in Nationale Opera & Ballet, want de karakters die je vertolkt doen wat met je. “Vorig jaar waren de karakters die ik zong behoorlijk messed up. Aan het einde van het seizoen was ik helemaal op. Het is fijn om dit seizoen weer wat komische rollen te zingen.”

“Ik houd van haar in deze productie”

Leonard zingt dit seizoen de twee bekendste Rossini-rollen voor vrouwenstem: Angelina in La Cenerentola en Rosina in Il barbiere di Siviglia. Met Angelina maakt ze haar debuut bij De Nationale Opera in Amsterdam.

In Amsterdam treft de zangeres een aantal bekende collega’s. Met tenor Lawrence Brownlee (Don Ramiro) vormde ze al vaak een koppel op het toneel en ook met regisseur Laurent Pelly werkt ze al jaren samen. “Ik houd van Laurents manier van werken”, zegt de zangeres. “Hij weet wat hij wil. Hij begrijpt alle componenten van opera en hij heeft aan alles gedacht. Hij komt binnen met een geweldige visie. Dat is niet altijd het geval bij regisseurs.”

Isabel Leonard in Laurent Pelly’s productie van La Cenerentola. (© DNO 2019 / foto Matthias Baus)

“Elke keer dat ik Angelina zing, is anders, afhankelijk van de regisseur. Bij Laurent beleeft ze het verhaal als een droom. Ze loopt in zekere zin achter de feiten in. Ze is telkens de laatste om iets te ontdekken, zij is niet degene die het verhaal stuurt. Ik houd van haar in deze productie.”

“Wat ik bij Angelina altijd gevoeld heb, is dat de sleutel tot haar personage een gevoel van hoop is. Ze personifieert hoop. In haar is altijd hoop: op een beter leven, op een betere relatie met haar stiefvader en stiefzusjes. En het wórdt ook beter.”

“Wij doen een marathon, en dan weer een sprint”

Wat de vocale uitdaging bij Angelina is, kan Leonard moeilijk zeggen. “Elke rol is makkelijk én uitdagend, afhankelijk van hoe je je die dag voelt. En van factoren als de regie. In deze productie moet ik veel rennen. Het is moeilijk om direct daarna legato te zingen. Daarover moet je niet klagen. Terug naar de sportschool, zodat je er fit voor bent.”

“Opera is niet makkelijk”, vervolgt Leonard. “Het is een heel atletische kunstvorm, die veel concentratie en voorbereiding vraagt. Soms vergeten mensen dat we onze producties heel snel in elkaar zetten. In de wereld van toneel en musical heb je vaak maanden voorbereiding. Wij hebben maar een paar weken.”

Voor je muscle memory is het funest dat je telkens maar een paar weken met een rol bezig bent, vertelt Leonard. Muscle memory is iets wat tijd kost, maar in de operawereld heb je die luxe van tijd niet. Als je een rol vaak zingt, gaan de noten gaandeweg wel in je stem zitten, maar tussendoor zing je telkens weer andere muziek. “Atleten trainen of voor een marathon of voor een sprint. Wij doen een marathon, dan weer een sprint en dan weer een marathon. Of we doen een maand lang alleen maar sprints…”

Isabel Leonard: “Het is fijn om dit seizoen weer wat komische rollen te zingen.” (© Becca Fay)

“Twee maanden geleden zong ik Charlotte in Werther. Dat is een heel lyrische rol, bijna voor sopraan. Angelina is een rol met veel beweging, heel anders. Je zingt natuurlijk met dezelfde stem, ongeacht het repertoire, maar je lichaam past zich wel aan een rol aan. En je lichaam verandert ook in het algemeen voortdurend. Daar wordt niet veel over gepraat. Als je bijvoorbeeld een kind krijgt, veranderen je spieren. En als je ouder wordt, ga je door hormonale veranderingen die invloed op je stem hebben. Je instrument is een spier, heel intern en complex.”

Leonard vindt dat er meer over deze dingen gepraat mag worden. “Als iemand zich ziek meldt vanwege een vocaal probleem, word je niet als een atleet behandeld, in die zin dat je een paar maanden tijd krijgt om te herstellen. Nee, opeens weet niemand wat er aan de hand is en wordt afstand genomen: misschien is er wat mis met je techniek… Er worden vaak voorbarige conclusies getrokken. Waarom worden mensen zo behandeld?”

“Al die lof zou ik toch niet geloven”

“Opera is een vak waarin je voortdurend het gevoel hebt dat alles perfect moet zijn. Dat is stressvol, want je voelt je niet elke dag optimaal. Op die dagen moet je vechten voor je techniek. Maar dat is tegelijk een deel van de schoonheid en de worsteling van deze business. Ik vind het fascinerend. Opera is een finely tuned experience.”

Leonard is rijkelijk bekroond voor haar prestaties in dat fascinerende vak, onder meer met meerdere Grammy’s en de Beverly Sills Artist Award. De kritieken zijn doorgaans ook zeer juichend. Geeft dat meer vertrouwen om met de stress in haar job om te gaan? “De meeste dingen lees ik niet”, zegt ze. “En zelfs als ik ze zou lezen: ik ben opgevoed door een heel harde moeder, dus al die lof zou ik toch niet geloven. Er zijn maar een paar mensen wier complimenten echt wat met me doen.”

“Als je goed voorbereid bent, hoef je je geen zorgen te maken voor voorstellingen. Vertrouw jezelf en je instinct. En doe waarvoor je hier bent: entertainen. Mensen kunnen nogal verheven over opera praten, maar uiteindelijk is het entertainment. Daar oefen je veel voor, tot in perfectie, maar dan moet je het ook kunnen loslaten. Ik weet niet of je dat woord wil opschrijven, maar vaak zeg ik voordat ik het toneel opga: ‘Fuck it, let’s go.’”

“Hij huilde de hele tweede akte”

Er is meer dan opera in het leven van Isabel Leonard. Ongeveer net zolang als dat ze met Laurent Pelly samenwerkt voedt ze, in haar eentje, een zoon op. Tot hij 4,5 jaar was, reisde hij overal mee naartoe. Daarna bleef hij vaker thuis om naar school te gaan, maar sinds dit jaar komt hij weer regelmatig mee. “Dat is beter voor hem”, vertelt Leonard. “We doen samen onderweg zijn scholing. Het is heel intensief. Ik heb zelfs amper tijd om mijn haar te wassen…”

Haar zoon komt soms mee naar voorstellingen. Bij het Royal Opera House in Londen liet Leonard hem eerder dit seizoen voor het eerst een dramatischer werk zien, Werther. “Ik had hem voorbereid door vooraf het verhaal te vertellen. Hij wist dus wat er ging gebeuren, maar juist daardoor vond hij het heel verdrietig. Hij huilde de hele tweede akte.”

“We houden ook erg van komedies. Hij komt natuurlijk naar La Cenerentola.” Krijgt mama achteraf kritiek? “Nee hoor, zo veel maakt het hem niet uit. Hij is altijd erg aardig!”

La Cenerentola gaat op 3 december in première en is tot en met 28 december te zien. Op 22, 26 en 28 december vertolkt Cecilia Molinari de rol van Angelina. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera. Zie voor meer informatie over Isabel Leonard haar persoonlijke website en haar Instagram.

Vorig artikel

Bartoli vertolkt Farinelli in Concertgebouw

Volgend artikel

Laurent Pelly laat Cenerentola dagdromen

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.