Interviews

Bastiaan Everink in coronaproof Nabucco

Slechts een paar weken geleden kwam het groene licht voor de zomerproductie in Koblenz, die al lang gepland stond: Nabucco van Verdi in de openlucht. Er zijn ontelbare haken en ogen bij een opera in coronatijd, maar hoofdrolzanger Bastiaan Everink heeft er vertrouwen in dat het gaat lukken.

Bastiaan Everink: ‘We hebben tekst, zang en spel en daar komt nu dus nog iets bij: het bewustzijn dat we dat met elkaar veilig moeten doen.’ (© S. Boerma)

De eerste repetitieweek zit er bijna op voor Bastiaan Everink. Hij zingt vanaf 11 juli in Koblenz de rol van Nabucco in de opera van Verdi. Het wordt een complete productie met orkest, koor en solisten. De locatie van het openluchtspektakel is Ehrenbreitstein, een negentiende-eeuws fort op de heuvel aan de Rijn. Die omgeving biedt wat extra ruimte voor een productie die moet voldoen aan de veiligheidseisen.

Het was even wennen, een paar uur in de trein met een mondkapje, vertelt Everink aan de telefoon in een korte pauze van de repetitie. Hij reisde in het weekend naar Koblenz om te beginnen aan wat klinkt als een avontuur. Het begon al met de ontmoeting met een oude bekende: collega Gabrielle Mouhlen, die Abigaille zingt. Ook die begroeting moest op afstand, waarna de twee collega’s, voorzien van een mondkapje, naar een restaurant konden. Ook in Duitsland gaat dat alleen op reservering.

Het operahuis in Koblenz zoekt naar een verantwoorde vorm om de productie uit te voeren. Regisseur Anja Nicklich maakte voor de zekerheid drie concepten voor haar enscenering. Er wordt nog voortdurend gesleuteld aan de voorstelling, maar iedereen is zich bewust van het belang om het project te laten slagen, zo merkte Everink in de eerste dagen van de repetitieperiode.

Twintig vierkante meter

Het repetitieproces begon met een document, het Sicherheits- und Hygienekonzept. Daar staan allerlei regels in, van vaak je handen wassen tot het verbod op het dragen van open schoenen op het podium. Iedereen wordt geacht tijdens de repetities een mondmasker te dragen, de zangers zijn uiteraard daarvan uitgezonderd. Bij de repetities, die op de grote bühne van het theater plaatsvinden, moet er rond alle zangers drie meter rondom vrij blijven; elke zanger heeft twintig vierkante meter. Wie niets te doen heeft, moet weg van de bühne en na elk uur repetities wordt de lucht gezuiverd.

Voor de voorstelling – die bijna drie uur duurt – wordt nog nagedacht over het inbouwen van hygiënische maatregelen in de enscenering. Zo zijn er ideeën over figuranten die schalen water dragen zodat de handen kunnen worden gewassen en ook de kroon van Nabucco kan op die manier tussentijds worden gereinigd.

Everink vertelt: ‘Onze Probebühne wordt helemaal afgetapet, met grote vakken voor de zangers. Zo leren we dat er altijd één vak tussen moet zitten als je met een ander aan het spelen bent. Als ik over een lijn stap, moet de ander alert zijn om een stap naar achter te zetten. We hebben tekst, zang en spel en daar komt nu dus nog iets bij: het bewustzijn dat we dat met elkaar veilig moeten doen.’

Zelf doen

De orkestbak zal worden vergroot en het orkest verkleind, zodat er voldoende ruimte blijft. ‘Niet de gebruikelijk 60 musici, maar 38 mensen gaan hun best doen om het publiek de indruk te geven dat er niets ontbreekt’, zegt Everink. Strijkers worden voorzien van dubbele partijen zodat er meer muziek door minder mensen gemaakt wordt. De blazers krijgen een speciale afscherming met plexiglas.

Everink vindt het niet heel erg dat de kleedsters, die achter de schermen de zangers helpen bij een kostuumwissel, er niet zullen zijn. ‘Normaal zijn er mensen backstage die om je heen lopen, aan je jas staan te trekken en controleren of alle knopen goed zitten. Ik vind het wel prettig om dat gewoon zelf te doen.’

De kleding zal klaar hangen in een speciale kleedruimte achter het podium, alleen Everink als Nabucco en Danielle Rohr als zijn dochter Fenena hebben enkele verkledingen. Alle anderen dragen één kostuum. ‘Het worden mooie, tijdloze kostuums’, zag Everink aan de ontwerpen.

Alle kap en grime wordt gedaan in het theater, waarna de zangers op basis van een uitgewerkt vervoersplan eerst naar de burcht worden gereden en daar met een gondel omhoog zullen gaan. Die gondels zijn er ook voor het publiek, maar ze zullen slechts voor de helft bezet kunnen worden. Over zulke zaken wordt nog druk overleg gevoerd, weet de zanger.

Het fysieke contact tussen de zangers wordt zo veel mogelijk vermeden in de regie. Everink geeft een voorbeeld: op een bepaald moment vindt Abigaille haar geboorteakte, waaruit blijkt dat ze de dochter van een slavin is. ‘Het idee voor de productie is dat ze die brief aan het publiek toont en hem op de grond smijt, waarna ik hem weer opraap.’

Nog niet alles is geregeld door het maatwerk dat voor deze Nabucco noodzakelijk is, maar er zijn nog enkele weken te gaan tot de eerste voorstelling. Er komen in de enscenering geen nadrukkelijke verwijzingen naar corona en dat juicht Bastiaan Everink toe. Al kan hij er niet omheen dat op verschillende plaatsen in het libretto het c-woord valt. ‘Ik zing bijvoorbeeld over mia corona al sol. Maar dat staat echt in mijn tekst!’

De voorstellingen in Koblenz zijn van 11 tot en met 19 juli. Zie voor meer informatie de website van het Theater Koblenz.

Vorig artikel

Raad voor Cultuur publiceert advies BIS

Volgend artikel

Opera in de media: week 24 van 2020

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.