Recensies

Hera Hyesang Park debuteert bij DG

De jonge sopraan Hera Hyesang Park heeft haar eerste solo-cd bij Deutsche Grammophon uitgebracht. Het is een persoonlijk album, met echter weinig verrassend repertoire. Twee Zuid-Koreaanse liederen compenseren de voorspelbaarheid.

I Am Hera. Zo heet de eerste cd van Hera Hyesang Park. Het is alsof ze je de hand schudt en zich voorstelt. Toepasselijk, want ik had eerlijk gezegd nog nooit van haar gehoord. Dat is ongebruikelijk voor een zangeres die bij zo’n groot label een cd mag vullen; meestal ken je de naam allang van de grote operatonelen.

Park studeerde aan de Juilliard School in New York en werd daarna opgenomen in het talentenprogramma van de Metropolitan Opera. De afgelopen jaren trad ze op in rollen als Despina, Musetta en Rosina bij onder meer de Bayerische Staatsoper, de Komische Oper Berlin en het Glyndebourne Festival. Bij de Met zong ze een paar kleinere rollen.

Het cd-boekje beschrijft de gedachte achter I Am Hera. Al tijdens haar training als Met-talent kreeg Park vocale problemen. Eén van haar coaches adviseerde haar om eens te reflecteren op de woorden ‘I am…’ Dat leidde tot een, zo lijkt het, levensveranderende periode van introspectie en meditatie, waarin Park zichzelf beter leerde kennen en makkelijker en ‘vrijer’ begon te zingen. Haar carrière kwam van de grond en nu wil de sopraan met I Am Hera laten zien wie ze is, zich presenterend met de muziek die tot nu toe een belangrijke rol in haar loopbaan speelde.

De toelichting bij de cd zet Park vrij nadrukkelijk neer als het tegendeel van een diva, een ‘heel normale, gewone vrouw’ (haar eigen woorden), die succesvol is door haar ‘radicaal eerlijke’ vertolkingen. Maar is het niet juist pretentieus om jezelf, met slechts drie operaseizoenen in je rugzak, zo prominent aan te kondigen, met een programma dat geheel om je eigen biografie en de mijlpalen in je eigen carrière draait?

Mijn moeite met het uitgangspunt is dat de ijkpunten uit iemands carrière niet als vanzelf tot een interessant cd-programma leiden. Ik vermoed dat het de luisteraar niet zo veel uitmaakt wat de muziek voor een zanger zelf betekent, als de cd maar een mooie, liefst coherente luisterervaring oplevert. In dit geval krijg je een groot aantal clichés uit het sopraanrepertoire voorgeschoteld (‘Una voce poco fa’, ‘Ach, ich fühl’s’, ‘Quando men vo’, ‘O mio babbino caro’) zonder rode draad of thematische samenhang.

Park heeft ontegenzeggelijk een mooi instrument. In alle registers weet ze een volle klank te produceren en kan ze zich soepel en moeiteloos bewegen. In de achttien tracks op de cd zet ze qua klank en stemcontrole een prestatie neer die wel te vergelijken is met de manier waarop de ruime hoeveelheid portretten in het boekje haar presenteren: onberispelijk, clean, haast klinisch perfect.

Die klinische uitstraling is tegelijk mijn bezwaar. Ondanks haar stembeheersing komen veel van de bekende aria’s niet tot leven. In ‘Una voce poco fa’ hoor ik nergens de opwinding en de verliefdheid van Rosina. Mozarts Pamina hoor ik niet lijden en Puccini’s Musetta (toch een zeer uitgesproken, kleurrijk personage) klinkt braaf en gepolijst.

De enige twee verrassende nummers op de cd zijn ‘Like the Wind that Met with Lotus’ van de jonge Zuid-Koreaanse componist Joowon Kim en het iets oudere ‘Psalm 23’ van Un-Yung La. Het eerste stuk klinkt musicalachtig, het tweede is meer contemplatief. Beide stijlen passen goed bij Parks stem, waarin schoonheid en beheersing het primaat lijken te hebben boven expressie en drama. Líjken, want wie zal het zeggen? Ze is pas net begonnen.

Vorig artikel

Ching-Lien Wu neemt afscheid van DNO-koor

Volgend artikel

Matthias Goerne soleert in de Matinee

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.