CD-recensies

Expressieve Luisa Miller uit de oude doos

Grote artiesten vergaan niet. Als de ‘overlevering’ daar niet voor zorgt, dan zijn het wel de platenlabels. Dat blijkt maar weer uit een recent verschenen cd van Luisa Miller. Hoewel de opname meer dan dertig jaar oud is, zijn de expressieve stemmen van onder andere Bonisolli, Taddei en Sukis nog even fraai om te beluisteren.

Giuseppe Verdi schreef Luisa Miller in 1849. De opera loopt in diverse opzichten vooruit op zijn beroemde trio Rigoletto, Il Trovatore en La Traviata. Het heeft ook wel wat weg van Donizetti, beweerde Verdi-expert Leo Karl Gerhartz ooit. Hij noemde de opera zelfs ‘Verdi’s mooiste Donizetti-opera’.

Hoe je het ook typeert, ik vind het een heerlijk werk. Zeker voor cd-opnames, want het bevat tal van fraaie melodieën, die je ook zonder tekst het nodige luistergenot bezorgen.

De Wiener Staatsoper negeerde Luisa Miller meer dan een eeuw. Pas op 23 januari 1974 werd het werk door directeur Rudolf Gamsjäger geprogrammeerd. De voorstelling werd opgenomen en is nu in de reeks ‘Wiener Staatsoper Live’ uitgebracht door het label Orfeo d’Or.

De uitgave verdient naar mijn idee volledig dat labeltje ‘d’Or’. Onder geraffineerde begeleiding van het Staatsoper-orkest (dirigent: Alberto Erede) geeft een uitmuntende cast een uitmuntende opvoering van Verdi’s werk.

Giuseppe Taddei zingt een gevoelige, vaderlijke Miller, die in de slotakte hartverscheurend zijn dochter van zelfmoord probeert te weerhouden. Tegenover zich treft hij twee kanonnen van bassen: Bonaldo Giaiotti als graaf Walter en Malcolm Smith als Wurm. Met forse zang vormen zij bekwaam het duistere duo van de opera.

Bijzonder overtuigend is het optreden van tenor Franco Bonisolli als Rodolfo. Vol passie beweegt hij zich tussen hartstochtelijke liefde en onblusbare woede. Hij heeft veel body in zijn middenregister en formidabele hoge noten. Zijn aria ‘Quando le sere al placido’ is één van de hoogtepunten van de voorstelling. Jammer dat hij later in zijn carrière vanwege zijn kapsones vooral bekend werd als ‘Il Pazzo’ (de gek), want zijn stem is wonderbaarlijk.

De titelrol wordt uiterst expressief gezongen door Lilian Sukis. De keerzijde is dat ze af en toe doorschiet in haar pogingen tot expressief zijn en slordig wordt. Maar met name in de hoogte doet ze versteld staan: ze is ongelofelijk wendbaar en klankrijk, met een bijna Gilda-achtige jeugdigheid in haar stem, wat haar personage ten goede komt. Samen met Bonisolli zingt ze in de finale een vlammend, van emoties overstromend duet.

Vorig artikel

Kranten loven cast van Opera Zuids Figaro

Volgend artikel

Oude maestro laat L‘Italiana in Algeri leven

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Steven Surdèl
    1 augustus 2010 at 11:55

    Inderdaad is Luisa Miller een van Verdi’s opera’s die ten onrechte te weinig bekendheid geniet. Zelf beleef ik veel plezier aan een Bellavoce-CD uit 1996, die alleen al boeit omdat je de stem van Pavarotti zich hoort ontwikkelen: behalve in een volledige uitvoering in San Francisco uit 1974 met Katia Ricciarelli en Huguette Tourangeau is Luciano ook te horen in een aantal bonusfragmenten van een opname in Turijn uit 1969, met Anna di Stasio als Luisa.

    Toch kun je aan de hand van het aantal beschikbare opnames niet zeggen dat de opera vergeten is; de lijst bij ‘operadis’ (Google) bevat er maar liefst 53, met de meest recente uit 2008:

    1 1944(RA) – Elmendorff Karl – Dresdner Staatskapelle*
    2 1951(RA) – Rossi Mario – RAI Roma*
    3 1963(LI) – Sanzogno Nino – Teatro Massimo di Palermo*
    4 1965(LI) – Capuana Franco – Teatro Verdi di Trieste*
    5 1965(STU) – Cleva Fausto – RCA Italiana Orchestra*
    6 1966(LI) – Sanzogno Nino – Maggio Musicale Firenze*
    7 1968(LI) – Bartoletti Bruno – Teatro Colón (Buenos Aires)*
    8 1968(LI) – Schippers Thomas – Metropolitan Opera*
    9 1969(LE) – Molinari-Pradelli Francesco – Teatro alla Scala*
    10 1971(LI;11/12/71) – Levine James – Metropolitan Opera*
    11 1971(LI;30/10/71) – Levine James – Metropolitan Opera*
    12 1972(LI) – Camozzo Adolfo – Gran Teatro del Liceo*
    13 1972(LI) – Patanè Giuseppe – Teatro Comunale dell’Opera di Genova*
    14 1974(LI) – Erede Alberto – Wiener Staatsoper*
    15 1974(LI) – López Cobos Jesús – San Francisco Opera*
    16 1974(RA) – Maag Peter – RAI Torino*
    17 1975(LI) – Kobayashi Ken Ichiro – Orchestra Stabile Emilia-Romagna*
    18 1975(STU) – Maag Peter – National Philharmonic Orchestra*
    19 1976(LI) – Gavazzeni Gianandrea – Teatro alla Scala*
    20 1976(LI) – Kobayashi Ken Ichiro – Orchestra Stabile Emilia-Romagna*
    21 1976(LI) – Previtali Fernando – Teatro Regio di Torino*
    22 1978(LI) – Fabritiis Oliviero De – Orquesta Sinfónica de Bilbao*
    23 1978(LI) – Levine James – Metropolitan Opera*
    24 1979(LI) – Levine James – Metropolitan Opera***
    25 1979(LI) – Maazel Lorin – Covent Garden*
    26 1979(STU) – Maazel Lorin – Covent Garden*
    27 1981(LI) – Gavazzeni Gianandrea – Teatro Regio di Parma*
    28 1981 – Erede Alberto – Orchestre National de France*
    29 1982(LI) – Cambreling Sylvain – Théâtre Royal de la Monnaie**
    30 1982(LI) – Sinopoli Giuseppe – Philharmonisches Staatsorchester Hamburg*
    31 1983(LI) – Guadagno Anton – Wiener Staatsoper*
    32 1983(LI) – Marco Eugenio Mario – Gran Teatro del Liceo*
    33 1986(LI) – Campori Angelo – Orchestra Sinfonica dell’Emilia Romagna «Arturo Toscanini»**
    34 1988(LI) – Santi Nello – Metropolitan Opera*
    35 1988 – Arena Maurizio – L’Opéra de Lyon**
    36 1989(LI) – Guadagno Anton – Opera Company of Philadelphia*
    37 1989(LI) – Peskó Zoltán – Teatro alla Scala*
    38 1990(LI) – Abbado Roberto – Teatro dell’Opera di Roma**
    39 1990(LI) – Abbado Roberto – Teatro dell’Opera di Roma*
    40 1991(STU) – Levine James – Metropolitan Opera*
    41 1992(LI) – Kohn Eugene – Orchestra Sinfonica dell Emilia Romagna «Arturo Toscanini»**
    42 1997(LI) – Jenkins Graeme – De Nederlandse Opera*
    43 2001(LI) – Maazel Lorin – Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks*
    44 2001(LI) – Rovaris Corrado – Opéra de Lausanne*
    45 2001(LI) – Tolomelli Roberto – Orchestra della Regione Lombardia «I Pomeriggi Musicale» di Milano**
    46 2001(LI) – Zambellli Marco – Teatro di San Carlo di Napoli**
    47 2003(LI) – Benini Maurizio – Covent Garden*
    48 2005(LI) – López Cobos Jesús – Orquesta Sinfónica de Madrid*
    49 2006(LC) – Benini Maurizio – Teatro La Fenice di Venezia***
    50 2007(LC) – Montanaro Carlo – Orchestra dell’Ente Concerti «Marialisa De Carolis»**
    51 2007(LI) – Zanetti Massimo – Bayerische Staatsoper*
    52 2008(LI) – Benini Maurizio – Gran Teatro del Liceo*
    53 2008(LI) – Zanetti Massimo – L’Opéra National de Paris*