AchtergrondBinnenkortInterviews

Roderick Williams: positief, gelukkig, geduldig

De stem van de Britse bariton Roderick Williams is geregeld in Nederland te horen. Hij was hier voor Upload, het nieuwe project van componist Michel van der Aa, en hij gaf een kort liedrecital in de Emtpy Concertgebouw Sessions. Dat optreden is op 1 april online te zien. Place de l’Opera sprak Williams na zijn thuiskomst, begin deze week.

Roderick Williams: ‘Ik ben positief ingesteld en ik ben een gelukkig man.’ (© Benjamin Ealovega)

Bariton Roderick Williams verbleef sinds januari bijna twee maanden in Nederland. Laverend tussen de beperkingen van de coronamaatregelen en de gevolgen van de Brexit lukte het om twee artistieke projecten te doen: de repetities en de filmopname van Michel van der Aa’s Upload en een recital met de Songs of Travel van Vaughan Williams. ‘Ik heb de komende negen dagen tijd voor dit interview’, zegt Roderick Williams opgewekt als we per Skype contact maken. Quarantaine bij terugkeer is verplicht in Engeland en die zit hij uit in zijn landelijk gelegen huis in Warwickshire.

‘Ik ben positief ingesteld en ik ben een gelukkig man’, stelt Williams vast. ‘Als deze pandemie me tien of twintig jaar geleden was overkomen, had me dat veel schade berokkend. En als die niet nu, maar over tien jaar was gekomen, zou dat hebben geleid tot een ongewild voortijdig pensioen. Mijn kinderen zijn het huis uit, mijn ouders zijn gezond en we zijn zelf niet getroffen door corona. De hypotheek is afbetaald, dus we hebben niet één van onze kinderen hoeven verkopen, haha! Maar dat is mijn persoonlijke verhaal. Ik weet dat het voor veel mensen anders is. In de eerste lockdown in maart vorig jaar had ik de kans om lang met mijn familie te zijn, veel langer dan ooit sinds de kinderen geboren zijn.’

Maar het duurt wel lang. Kunt u het geduld nog opbrengen?
‘Ik ben gelukkig, positief én ik ben ook nog geduldig. Dat heb ik overgehouden aan mijn jaren in het onderwijs. Het filmen van de nieuwe filmopera Upload, waarvoor ik in Nederland was, vroeg echt veel geduld van mij en collega Julia Bullock. De muziek was goed in te studeren, maar Michel van der Aa heeft veel van de software voor de productie zelf ontwikkeld. We moesten vaak wachten tot de techniek in orde was. Maar ook als ik daar lang stond of zat, dacht ik: dit is wat ik wil en dit is zo veel leuker dan een kantoorbaan.’

U hebt in heel wat van zijn producties gezongen. Wat is de chemie tussen u en Michel van der Aa?
‘We kennen elkaar al meer dan vijftien jaar. Ik componeer zelf ook en daardoor weet ik nog beter dat Michel een absoluut genie is. Hij heeft een eigen manier van kijken en hij is alles: componist, filmregisseur, toneelregiseur. Hij monteert beeld en geluid zelf. Voor mij is het interessant om zijn visie zo helder mogelijk over te brengen. Ik wil dat het werkt, omdat ik in hem geloof. Hoewel ik heel andere muziek schrijf dan hij, heb ik als componist veel van hem geleerd, of eerlijk gezegd: van hem gestolen. Natuurlijk noemen we dat niet jatten, maar inspiratie, haha!’

‘Michel heeft me steeds teruggevraagd voor nieuwe projecten. Hij vertrouwt erop dat ik mijn uiterste best doe voor wat hij voor ogen heeft. En ik vertrouw hem, we kennen elkaar na al die jaren zo goed. Hij maakt intens, ontroerend werk. Ik heb hem een paar dagen geleden voorgesteld dat zijn volgende opera maar eens een lichte komedie moet worden. Het gaat altijd over diep en intens trauma en drama. Licht, dat is niet zijn stijl.’

In mei 2020 maakte Roderick Williams thuis, tijdens de lockdown, een video. In de film is het debuut te zien van de bariton met zijn vrouw Miranda in ‘Greensleeves’.

U reisde naar Nederland onder het regime van de coronamaatregelen en de Brexitprocedures. Hoe was dat?
‘Het was niet gemakkelijk. Ik zat in januari voor het eerst sinds een jaar weer in een vliegtuig, op weg naar Amsterdam. Je stijgt op en je landt, meer is het niet. Maar alles was anders op Heathrow. Aan boord gaan van een vliegtuig en in een groot blik met een hoop mensen zitten was zo ongewoon geworden. Ik zat naast een aardige Nederlander die me wat van zijn handgel aanbood, zo gaat dat tegenwoordig. Door de ontdekking van de Britse variant van het coronavirus en het stijgende aantal besmettingen was men in Groot-Brittannië erg nerveus. In Nederland vond ik het wat relaxter.’

‘Maar er was ook Brexit: de dame die me op Schiphol in Nederland moest toelaten keek langer dan ooit in mijn papieren. Ik stond in een speciale rij voor reizigers uit het Verenigd Koninkrijk en ik kon me ineens voorstellen hoe het voelt als je zonder papieren op de vlucht bent en met zwetende handpalmen voor de controle wacht. Ik legde uit dat ik voor De Nationale Opera naar Amsterdam kwam. Ze had over mijn in het Engels gestelde verklaring heen gelezen en wilde graag bewijs. Ik had misschien met wat uithalen moeten laten horen dat ik záááánger ben, tadadáááá! I am an opera singer! Maar het maakte niks uit. Dat moet ook niet, maar het was onaangenaam.’

‘Ik kwam het land in met een formulier waarop stond dat ik als reizend artiest niet in quarantaine hoefde en meteen aan het werk kon. Ik mocht alleen naar het gebouw van De Nationale Opera, mijn appartement en de supermarkt. Twee weken Amsterdam, dan naar huis en een paar weken later weer terug, dat was het plan. Maar om alle repetities voor Upload bij te kunnen wonen ging dat niet werken, dus ik besloot in Amsterdam te blijven. Ik zat goed, in een fijn appartement op de Groenburgwal, vlak bij Nationale Opera & Ballet. Er was ijs, ik zag schaatsers, het was prachtig.’

Roderick Williams: ‘Een recital mag nooit hetzelfde zijn.’ (© Simon van Boxtel)

‘Door dat langere verblijf in Nederland botsten Brexit en corona. Ik mag in totaal 90 dagen per half jaar in een Schengenland verblijven. Amsterdam kostte 65 dagen. Er staan in april uitvoeringen van Upload in Keulen gepland en Duitsland besloot dat reizigers uit mijn land veertien dagen in quarantaine moeten. Nu Engeland uit de EU is, moet ik mijn dagen tellen. Maar sinds afgelopen weekend is het weer veranderd en nu kan ik waarschijnlijk toch naar Keulen en later ook naar Hilversum voor een optreden bij het Groot Omroepkoor. Zo leef ik in de nachtmerrie die Brexit heet.’

‘Ik wil niet te politiek worden, maar het is me zo duidelijk geworden dat de argumenten pro-Brexit alleen maar negatief zijn. Ze willen dit niet en dat niet. Ik wil best de discussie aangaan met de voorstanders. Maar laten ze deze zin afmaken: ‘Roderick Williams will be better off from Brexit because he now will be able to…’ Ik heb tegen het Brexit-voorstel gestemd en nu zitten we er middenin. Iets simpels: ik wilde mijn contract met Keulen per post terugsturen, maar documenten naar de EU sturen is nu duurder geworden.’

Op 1 april is de Empty Concertgebouw Session te zien van uw optreden met Daan Boertien. Hoe begon de samenwerking?
‘Het Concertgebouw hoorde dat ik voor Upload in Amsterdam was en vroeg of ik wat liederen zou willen zingen voor de serie Empty Concertgebouw Sessions. Dat leek me geweldig. Maar er was een probleem: mijn hoofd zat vol met de muziek van Michel van der Aa en het recital zou vlak voor de filmopnamen van Upload worden vastgelegd op video. Voor liederen van Schubert zou ik mijn ‘Duitse brein’ te hard moeten aanspreken, dus ik koos voor iets wat nog dichter bij me ligt. Dat geldt zeker voor de Songs of Travel van Ralph Vaughan Williams. Maar ik wilde graag een pianist die het werk echt goed kende.’

‘Bij De Nationale Opera Studio, waar ik op mijn vrije dagen met de studenten werkte, vond ik Daan Boertien. Eén van de studiozangers, Frederik Bergman, studeerde met hem op de cyclus. Daan had die dus al helemaal in de vingers. Daan bleek erg geïnteresseerd in het lied – hij ontwikkelt zich ook als repetitor – en houdt echt van de liedkunst.’

Roderick Williams met presentator Floris Kortie in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. (© Concertgebouw)

Ik hoorde van Daan over uw enthousiasme voor het muziek maken. Hij noemde het een heel mooie ervaring. ‘Roderick kent alle finesses van de Songs of Travel’, zei Daan. Moest hij wel eerst bij u auditeren?
‘Nee, absoluut niet! Dat hij interesse had in het werk van Vaughan Williams en in diens liedrepertoire was voor mij als Engelsman al zo’n compliment. Daarmee was voor mij bewezen dat hij een heel goede begeleider zou zijn. Bij onze eerste noten samen was duidelijk dat het goed zou worden. Het zou eerder andersom moeten zijn: ik moet hém vragen of hij wel met zo’n oude, roestige zanger uit Engeland wil optreden…’

Begint zo’n eerste repetitie met een lang kennismakingsgesprek?
‘Onze communicatie gaat via de muziek. Ik kan best goed kletsen, dat merk je nu, maar we zingen iets, ik vertel wat over het lied, over mezelf. Het gaat vooral om doen, om muziek maken. Ik heb al met heel veel verschillende pianisten gewerkt en ieder haalt iets anders bij me boven. Voor het eerste – en wellicht beroemdste – lied van de cyclus, ‘The Vagabond’, koos Daan een net wat langzamer tempo dan ik vaak doe. Op zo’n moment vraag ik me af: wat doet dat met mij? Okay, dacht ik, het maakt mijn karakter wat ouder, wat trager. Zo luister ik naar wat hij geeft en maak daar muziek mee. Een recital mag eigenlijk nooit hetzelfde zijn.’

U zong in het Concertgebouw alleen voor camera’s. Mist u dan het publiek?
‘Dat mis ik heel erg. De behoefte aan communiceren en de mensen in de ogen te kijken stamt misschien uit mijn jaren als onderwijzer, lang geleden. Als ik een verhaal vertel – dat kan een lange boog zijn, zoals in Die schöne Müllerin, of een korte, soms in een enkel lied – wil ik graag zien hoe het publiek reageert. De uitdrukking op hun gezichten geeft mij feedback, vertelt me of ik meer of minder moet doen. Ik kan er ook mee spelen. Zelfs een beetje vijandig doen, de antagonist zijn.

In ‘The Vagabond’ zing ik:

Wealth I ask not, hope, nor love,
Nor a friend to know me.

Dat zijn woorden van iemand die elke hulp afwijst. Een lied met die afwijzing zingen kan ik alleen als er een publiek is dat ik aanspreek. Bij de opname in het Concertgebouw waren er wat cameramensen. Ik keek ze niet aan, maar in mijn hoofd zong ik voor hen; vier of vijf technici. Ze zijn mensen en ze waren op dat moment mijn publiek.’

Wat moeten de kijkers weten die op 1 april naar uw Concertgebouw-sessie kijken?
‘Om te beginnen: er wordt vaak gedacht dat het Duitse lied het allerhoogste is, met componisten als Schubert, Brahms, Wolf. Dan kun je veel van het andere repertoire als tweederangs beschouwen, maar voor mij als Brits zanger betekent het heel veel dat ik in mijn eigen taal kan zingen, dat mensen me – en dat geldt ook voor het Amsterdamse publiek – woordelijk kunnen verstaan.’

‘De cyclus Songs of Travel is vooral muzikaal verbonden. Er zit niet echt een narratief in, het gaat over de dakloze man. Anders dan in Winterreise, waar het karakter een afwijzing ervaart en op reis gaat, gaat ‘The Vagabond’ over het eeuwenoude idee van de ‘noble wanderer’. Een bijna boeddhistisch idee van alles verliezen om alles te vinden.’

‘Er zijn in deze wereld zo veel mensen die dakloos zijn. Met alle privileges die ik, als middle class, comfortabel levende Brit heb, is het een interessant empathie-experiment om mezelf in hen te verplaatsen. Ik heb nog nooit op straat hoeven slapen, maar iets daarvan kan ik begrijpen door me in in dit lied in te leven. Het heeft voor mij als mens betekenis dat ik met een lied dichter bij het leven van deze mensen kan komen.’

De opname in het Concertgebouw ging vrijwel in één take. (© Concertgebouw)

Ging de opname in de Kleine Zaal in één take?
‘In principe wel. Het moest er in één keer op staan, maar we mochten iets hernemen als het echt nodig was. Ik zong in één lied een noot die me niet beviel. Het laatste lied van de cyclus is een echte epiloog, ook muzikaal. In de tekst zing ik dan de regel:

I have trod the upward and the downward slope;
I have endured and done in days before.

Toen ik ‘endured’ zong, kwam het beeld naar boven van al die mensen die overal op de wereld in lockdown zijn, in eenzaamheid en isolatie. Op dat moment brak mijn stem. Ik wilde het graag opnieuw doen om die noot goed te krijgen, maar toen we terug luisterden viel het eigenlijk mee. Ik zong die tweede take technisch beter, maar in die eerste versie zat de reflectie van het gevoel dat we een unieke kans hadden om in het Concertgebouw te zingen. Dus die eerste take is gebleven.’

Hebt u uitzicht op optredens in de komende tijd?
‘Volgens de roadmap die in Engeland wordt gebruikt zal er op 17 mei weer publiek in de zalen mogen komen. Op die dag zing ik meteen een Schubert-recital. Als alles goed gaat, ben ik in september terug in Nederland voor een recital rond Mahler in de Kleine Zaal, samen met Ernst Munneke. En in december staat daar een optreden met Christopher Glynn gepland, met liederen op teksten van Thomas Hardy, een dichter die me zeer dierbaar is. Ik kijk er zo naar uit om het podium van de Kleine Zaal op te stappen en publiek te zien, een volle of desnoods halfvolle zaal. Ik hoop dat de mensen zullen begrijpen dat ik dan misschien even volschiet, mezelf zal herpakken en dan voor ze ga zingen.’

De Empty Concertgebouw Sessions zijn elke donderdagavond om 20.30 uur te zien via de socialemediakanalen en de website van het Concertgebouw. Het optreden van Roderick Williams en Daan Boertien is op 1 april.

Upload, de film van Michel van der Aa (een opdracht van DNO’s Opera Forward Festival), is vanaf eind mei online te zien.

Vorig artikel

Vroege Verdi’s: I due Foscari uit Milaan

Volgend artikel

ZaterdagMatinee speelt Pärts Johannes-passie

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.