Recensies

Faust in de opera: Szenen aus Goethes Faust

Peter Franken bespreekt zes opera’s waarin Faust, de man die een pact met de duivel sluit, centraal staat. In aflevering 3: Szenen aus Goethes Faust van Schumann.

De opera

Robert Schumann werkte van 1842 tot 1853 aan dit muziektheaterstuk. Hoewel hij zichzelf niet als de juiste componist zag om het grote werk van Goethe te verklanken (dat was meer iets voor Mozart geweest) was hij uitgesproken in het benoemen van de relatie met Goethe, wiens naam nadrukkelijk figureert in de titel van het werk.

Schumanns werk bestaat uit drie vrijwel op zichzelf staande delen, waarvan de tekst is ontleend aan Faust I en II – bij elkaar een kleine twee uur muziek. Daarin kon natuurlijk slechts een klein deel van Goethes tekst worden verwerkt en dat verklaart de titel: het zijn slechts drie scènes uit een zeer omvangrijk toneelstuk.

Schumanns Faust had weinig succes; de aandacht ging vooral uit naar diens andere werken. Maar sinds ongeveer 1970 staat het wat meer in de belangstelling.

De muziek

Ik ben niet zo goed bekend met Schumanns andere werk. In een grijs verleden speelde ik de Fantasiestücke voor klarinet en piano. Zijn opera Genoveva hoorde ik concertant in De Doelen en verder ken ik zijn vierde symfonie en de concerten voor piano en viool. Szenen aus Goethes Faust dateert grofweg uit de periode tussen de vierde symfonie en dat vioolconcert, ook wel de missing link tussen de concerten van Beethoven en Brahms genoemd.

In de proloog herken ik duidelijk Schumanns stijl, met name die vierde symfonie. Daarna wordt het gissen. Het werk is een opera-oratorium en in dat opzicht enigszins vergelijkbaar met Berlioz’ La damnation de Faust. Muzikaal is Schumanns werk echter veel minder coherent dan dat van zijn collega. Flarden kerkmuziek, aria’s, lied en koorwerk als in een requiem wedijveren om de aandacht van de luisteraar, met bijna baldadige scènes die vooruitwijzen naar operette en gothic music.

Szenen aus Goethes Faust op dvd

De Staatsoper Unter den Linden in Berlijn werd op 3 oktober 2017 na een renovatieperiode van zeven jaar heropend met een voorstelling van Szenen aus Goethes Faust. Arthaus Musik heeft de opname hiervan in 2019 op blu-ray uitgebracht.

Regisseur Jürgen Flimm heeft gemeend om de drie scènes uit Goethes Faust die Schumann gebruikte te moeten aanvullen met ontbrekende delen uit het toneelstuk, om de overgang tussen de scènes vloeiender te maken. Maar hetzelfde doet hij ook binnen de scènes van Schumanns versie. Het resultaat is een muziektheaterstuk dat bij voortduring wordt onderbroken door toneelspel, waarvoor drie acteurs zijn aangetrokken die de rollen van Faust, Mephistopheles en Gretchen dubbelen. Soms staan ze met z’n zessen tegelijkertijd op het toneel.

Faust zit hier al zo’n beetje uit zichzelf achter Gretchen aan als Mephistopheles zich ermee gaat bemoeien. Dat leidt tot een weddenschap: zodra Faust zegt ‘Verweile doch, du bist so schön’ zal hij Mephistopheles volledig toebehoren, lichaam en ziel. Verder is er de verleiding, de zwangerschap en een gedood kind.

Gretchens ziel wordt zoals gebruikelijk gered en de geheel ontredderde Faust wordt opgelapt door de geest Ariel en diens elfen. Hij voelt zich herboren, maar na een ontmoeting met een andere geest, Zorgen, wordt hij door haar blind gemaakt. Hij ziet nu nog slechts met een ‘inwendig oog’. Na nog een episode met Mephistopheles sterft hij. Daarna verandert het stuk in een oratorium met koorzang in kerkelijke sfeer. Het verhaal wordt steeds ongerijmder en in hoeverre Faust nu wel of niet het slachtoffer wordt van Mephistopheles blijft ongewis.

Allround beeldend kunstenaar Markus Lüpertz nam in Berlijn de decors voor zijn rekening. Zijn stijl is een hybride van de vroege Picasso en Karel Appel en het resultaat oogt heel feestelijk, maar geeft het geheel wel een revuetintje. De kostumering van Ursula Kudrna doet daar nog een schepje bovenop. Overmaatse beelden flankeren een soort kiosk, waarin de meer intieme scènes zich afspelen. Eromheen wordt de ruimte gebruikt voor grote groepen, vooral in de koorscènes, maar ook als figuranten aan het werk zijn.

Mephistopheles komt voor rekening van acteur Sven-Eric Bechtolf en bas René Pape. Vooral Bechtolfs optreden doet bij vlagen nadrukkelijk aan The Joker denken, Pape is wat meer ingehouden in zijn acteren. Waar de twee duivels nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, heeft Faust duidelijk twee gezichten. De acteur, een nogal schreeuwerige André Jung, ziet eruit als een oude man, de zanger, bariton Roman Trekel, als een jonge god. De twee Gretchens ontlopen elkaar niet veel: Melke Droste acteert, redelijk, en sopraan Elsa Dreisig zingt, uitstekend.

Het koor speelt een grote rol in deze productie, feitelijk wordt het geheel erdoor gedragen. Koordirigent Martin Wright kan tevreden terugkijken op de prestatie die zijn zangers hebben geleverd. Compliment! Ook de inbreng van het kinderkoor is uitstekend verzorgd.

Roman Trekel weet zich goed staande te houden als Faust. Hij heeft heel wat te zingen en zeker tegen het einde wordt er nog een flinke wissel getrokken op zijn reserves. Mooie zanger, mijn favoriete Wolfram. Pape is een schitterende Mephistopheles, aanvankelijk nadrukkelijk ‘duivels’, maar gaandeweg meer en meer Fausts gezond verstand, zo lijkt het. Van Faust II ken ik slechts een samenvatting van de inhoud en dat is een lastig te volgen verhaal. Op het toneel staat iemand die daar nog enige betekenis aan probeert te geven. Al gauw beperkte ik me maar tot luisteren naar zijn zang.

Daniel Barenboim heeft de muzikale leiding over het geheel en we zien hem samen met zijn complete orkest na afloop op het podium, luid toegejuicht door het publiek bij deze speciale voorstelling. En daarmee werd de Staatsoper Unter den Linden plechtig voor heropend verklaard.

Vorig artikel

In de zalen: lockdown

Volgend artikel

Opera Magazine: Christmas with Matthew Rose

De auteur

Peter Franken

Peter Franken