CD-recensies

Villazóns Nemorino is één groot feest

Aan de vooravond van Villazóns rentree op het operatoneel heeft Virgin Classics een oude productie van L’Elisir d’amore met hem als Nemorino op de markt gebracht. Het is één groot feest. Villazón geeft een wervelende show, met briljant acteerwerk en fantastische zang.

Villazón was het afgelopen jaar niet op het toneel te zien vanwege een operatie aan zijn stembanden. Maandag 22 maart maakt hij als het goed is zijn rentree, in een productie van Donizetti’s komische opera L’Elisir d’amore bij de Wiener Staatsoper.

Beter kon Virgin Classics de uitgave van een dvd van L’Elisir d’amore met Villazón in de rol van Nemorino dan ook niet timen. De productie is van het Gran Teatre del Liceu uit Barcelona en werd opgenomen in juni 2005, één van de triomfjaren van Villazón.

Het is puur plezier om naar de vertolking van Villazón te kijken. Barstend van de energie zet hij Nemorino neer als een niet altijd snuggere, maar niettemin zeer levendige dorpsjongen met een gouden hart. Symphatiek en oprecht.

De manier waarop hij dat beeld creëert, is simpelweg briljant. Zijn uitstraling is magnetisch. Alles wat hij doet – zijn gebaartjes, zijn bewegingen, zijn dolkomische maniertjes – is even overtuigend en neemt je volledig in beslag.

Even levendig is Villazón in zijn zang. Hij pakt zonder schroom uit in de hoogte en ontroert met zijn piannismo en prachtige decrescendi. Het brengt het publiek zo in verrukking dat hij zijn aria ‘Una furtiva lagrima’ mag herhalen.

De rest van de cast staat een treedje lager. María Bayo (Adina) zingt onberispelijk, maar lijkt zo gericht op het zingen van de goede noten dat haar acteren erbij inschiet. Haar Adina vind ik daarom niet altijd tot de verbeelding spreken.

Bruno Praticò is een prima gladjanus als Dulcamara. Hij overdrijft lekker in zijn zang, al vind ik zijn stem zelf niet heel verfijnd. Niet meer dan netjes vind ik het optreden van Jean-Luc Chaignaud als Belcore.

Deze Elisir blijft daarom toch vooral de show van Villazón. Die wordt overigens goed geholpen door de pientere regie van Mario Gas. Gas weet met één decor (een prachtig dorpsplein van de hand van Marcelo Grande) en slim gebruik van de muziek van Donizetti een leuke dorpskomedie te creëren.

Als dit het niveau is waarmee Villazón na al zijn stemperikelen terug kan keren, dan mag heel operaland zich vanaf maandag in de handen wrijven.

Vorig artikel

Mattila overtuigt in solo-opera Émilie

Volgend artikel

Teatro Colón opent na vier jaar weer deuren

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. J. v.d. Bee
    19 maart 2010 at 17:26

    Ik was op deze avond in het Liceu bij deze voorstelling. Wat een feest was het !!! Villazon was de eerste die na Alfredo Kraus (in dezelfde rol) weer een bis mocht zingen en de magie van dat moment was onvergetelijk. Ik ben zeer blij dat ik mijn kwalitatief mindere televisieopname kan inruilen voor deze DVD.