AchtergrondFeatured

Hoofdredactioneel: Verzadiging

Weer een Traviata, weer een Bohème, weer een Barbier. Labels krijgen er kennelijk geen genoeg van om bekende opera’s op cd en dvd uit te brengen. Maar heeft het wel zin om de al eindeloze discografieën van deze titels verder te veroneindigen? Ik zie er zelf weinig brood in. Werk liever aan een fatsoenlijke discografie voor onbekender repertoire.

De afgelopen maanden verschenen er weer een paar La Traviata’s op cd en dvd. De officiële discografie van de opera van Verdi telt daarmee zo’n 260 titels. Valt daar nog wat aan toe te voegen?

Als je de namen op de hoesjes ziet, valt dat te betwijfelen. Met alle respect, maar hebben zangers als Giuseppe Varano, Giovanni Meoni en Cinzia Forte wat in te brengen in een discografie met grootheden als Nicolai Gedda, Cornell MacNeil en Ileana Cotrubas?

Hetzelfde gaat op voor werken als La bohème en Il barbiere di Siviglia, waar recentelijk weer nieuwe opnames van zijn verschenen. Met discografieën die respectievelijk zo’n 285 en 135 opnamen omslaan, lijkt het me gerechtvaardigd te vragen wat een nieuwe opname nog voor meerwaarde heeft.

Een uitgebreide discografie is leuk. Het vergroot immers je keus als je een opname wil aanschaffen. Bovendien kunnen verzamelaars hun geluk niet op. Maar wordt er op een gegeven moment geen moment van verzadiging bereikt? Is er op een bepaald punt niet simpelweg genoeg te kiezen?

Bij dvd’s kun je nog aanvoeren dat het elke keer om andere producties gaat. Maar zelfs dan: de opnames zijn er vooral voor de consument en die heeft normaliter genoeg aan één goede disc. Dan is het weliswaar prijzenswaardig dat een groep jonge zangers Bohème heeft aangepakt in Sydney, maar als je als consument moet kiezen, dan weet ik zo een kwartet onvergetelijke opnames van Puccini’s opera die ik liever in huis zou hebben.

Om kort te gaan: behalve als je een nieuwe ster kunt strikken die met zijn of haar vertolking de enorm hoge standaard kan evenaren of verleggen, lijkt het me weinig waardevol om als label voor de klassiekers te gaan.

Wat dan wel? Neem een voorbeeld aan Opera Rara. Dat label zet al sinds de jaren zeventig onbekende opera’s, voornamelijk belcanto, op cd. Hoogwaardige opnamen met eersteklaszangers. In mijn ogen is dat een veel zinvoller vulling van de schappen dan de 270e Aida.

Of denk aan niet volledig onbekende en onbeminde opera’s die slechts een beperkte discografie hebben. Opera’s als L’Arlesiana van Cilea, Robert Devereux en La Fille du Régiment van Donizetti, L’Africaine van Meyerbeer, Arabella van Richard Strauss, Sadko van Rimski-Korsakov of Iolanta van Tsjaikovski.

Nog meer dan bij de programmering van opera’s in theaters geldt bij het produceren van opera’s op schijf mijns inziens dit motto: laat het ijzeren repertoire toch eens links liggen.

Vorig artikel

Giordano vervangt Richards als Don Carlo

Volgend artikel

Actie: Maak kans op cd vol operasterren!

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. Steven SURDÈL
    3 mei 2012 at 14:30

    Applaus, applaus voor deze eh.. hartekreet, zal ik maar zeggen.

    De mensen van Opera Rara verdienen inderdaad alle lof. Zelden of nooit geziene uitgaven zag ik in de winkel van de Brusselse Muntopera; het leek warempel of je uit het complete fonds kon kiezen. Maar de hoge prijs van 40,- tot soms meer dan 60,- euro zal voor menigeen een obstakel vormen, wat toch triest is voor de stille minnaar zonder geld.

    Van Basia Jaworski krijg ik wel eens op mijn kop als ik de huidige generatie de maat neem naar mijn LP-collectie van Callas, Olivero Cerquetti en Cotrubas, alsof ik daarmee een oneerlijke vergelijking bega. Maar wat moet je, zoals U zegt, nog kopen als je zulke meeslepende stemmen al in huis hebt? Op YouTube luister ik graag naar nieuw talent, maar enkel Theodossiou, Mazzola-Gavazzeni en Ghuleghina hebben me nog tot een aankoop kunnen verleiden.

  2. Basia Jaworski
    3 mei 2012 at 16:52

    Eind jaren zeventig/begin tachtig kon Domingo het NOOIT goed doen, althans in de ogen van onze recensenten.
    Glenn Gould (geen opera, maar wel muziek :-)) werd keer op keer met de grond gelijk gemaakt.
    Szymanowski werd voor eclecticus en een epigoon uitgemaakt – er deugde NIETS aan.
    Ik kan natuurlijk veel verder terug in de tijd, maar _dit_ heb ik meegemaakt.
    Callas is Callas, Olivero is Olivero en mijn geliefde Mafalda Favero is Mafalda Favero. En dan hebben we nog Virginia Zeani en nog een paar (Clara Petrella!)
    Sterren komen en gaan, ze bekoren ons of niet – zo hoort dat.
    Ik vind dat men open moet staan voor de nieuwe ontwikkelingen, ongeacht of ze ons bekoren of niet. De tijd kan niet stil gezet worden. Men kan natuurlijk kiezen om op zijn zolder naar zijn verzameling LP’s te blijven luisteren (niets op tegen), maar men kan ook de deur uit en een beetje snuiven wat er zoal gebeurt in de wereld.
    En omdat smaken verschillen, vind juist de drie door u genoemde sopranen niet veel aan (niet serieus aan tillen! :-)), maar voor Eva Maria Westbroek, Anja Harteros en Nino Machaidze wil ik best reizen. En van Piotr Beczala ben ik nu alles aan het verzamelen.

    Mocht u ooit nog de deur uitgaan dan beveel ik u Don Carlo in Amsterdam aan. De productie is prachtig en in de hoofdrol hebben we een echte “wereldster”: Massimo Giordano.

    Overigens: een paar jaar geleden heb ik een artikel over Opera Rara geschreven, met een interview met de een van de oprichters, Patric Schmid.
    Mocht u het gemist hebben:

    http://www.operamagazine.nl/achtergrond/2758/gefascineerd-door-onbekende-opera%E2%80%99s/

  3. Steven SURDÈL
    3 mei 2012 at 17:43

    Ik dacht al: hoe lang zal het duren voor ze bij het lezen van de namen Callas en Olivero weer een lading kruit verschiet. En met argumenten die de mijne volstrekt voorbijschieten, als ze ze al niet bevestigen: houden van een vorige generatie zangers (en stoppen met het kopen van opera’s die je al hebt) is voor U blijkbaar hetzelfde als je afsluiten voor de huidige. Terwijl ik toch op Mezzo, YouTube en andere sites mijn best doe om ook op de hoogte te blijven van wat er nu gebeurt. (Wat ik overigens met Domingo, Glenn Gould en Szymanowski te maken heb, is mij een raadsel.)

    En dat ik ‘ooit nog wel eens de deur uitga’, Mevrouw, had U kunnen weten bij het lezen van mijn verslag over Praag en Boedapest. Ik stel voor dat U voortaan toch iets beleefder schrijft, in het mooie besef dat je inhoudelijk verder komt door te kijken of je ook gelijk hebt, in plaats van het alleen maar te willen krijgen.