Intendant Nikolaus Bachler heeft met zijn eerste Münchner Opernfestspiele groot succes geoogst. Met een gemiddelde bezetting van 98,72 procent zette hij zelfs een record. Hoogtepunt van het festival was de Lohengrin met Jonas Kaufmann.

In de maand juli stond München in het teken van de jaarlijkse Festspiele, met talloze operavoorstellingen en grote sterren. Met een voorstelling van Falstaf werd het feest op vrijdag 31 juli afgesloten.

Het was de debuuteditie van de nieuwe intendant Nikolaus Bachler. Die kan terugkijken op een succesvolle paar weken. Tenminste, als je afgaat op de bezoekersaantallen.

Het Nationaltheater, het Prinzregententheater en het Cuvilliés-Theater (de belangrijkste speelplaatsen van het festival) zaten gemiddeld voor 98,72 procent vol tijdens de voorstellingen.

De wereldpremière van Narcissus und Echo (een opera van Jay Schwartz) was uitverkocht, maar het hoogtepunt was volgens de organisatie Lohengrin – een nieuwe productie met onder andere Jonas Kaufmann en Anja Harteros onder de solisten. Deze voorstelling werd op een groot scherm in de stad geprojecteerd, zodat 14.000 extra mensen hem konden zien.

In totaal werden er 81.000 kaarten verkocht. Daarnaast kregen vele duizenden mensen iets van het festival mee door de projectie van voorstellingen en andere gratis optredens.