AchtergrondCD-recensiesFeatured

De Domingo-discografie: Rariteiten

Plácido Domingo heeft niet alleen meer dan 3500 voorstellingen achter zijn naam staan, maar ook honderden opnames. Naar aanleiding van zijn 70e verjaardag publiceert Place de l’Opera de komende weken een achtdelige Domingo-discografie. In het laatste deel enkele rariteiten.

L’Africaine
Vasco da Gama (ja, de Vasco da Gama) houdt van Inès, maar als zijn leven bedreigd wordt, verschuilt hij zich achter de Afrikaanse koningin Sélika. Arme Sélika! Zij houdt oprecht van hem, maar op het moment dat Inès weer ten tonele verschijnt, moet zij opzij gaan. Dat doet ze letterlijk, door aan een giftige bloem te ruiken.

Natuurlijk gebeurt er in de opera veel meer, voornamelijk muzikaal. Ik vraag me dan ook af hoe het komt dat het stuk nog maar zo weinig wordt uitgevoerd. Ligt het aan de zwakke mannelijke hoofdrol, die voornamelijk de roem nastreeft? Hij heeft in ieder geval een pracht van een aria van Meyerbeer gekregen, wellicht één van de mooiste ooit: ‘Pays merveilleux/O paradis’.

Domingo heeft altijd vertrouwen in de opera gehad en heeft Da Gama meerdere keren gezongen. Er bestaat een piratenopname op cd (Legato Classics LCD-116-3), met in de hoofdrol Shirley Verrett. Het is uit 1972, maar er wordt nergens vermeld waar het opgenomen is. Aangezien dat jaar een serie voorstellingen in San Francisco hebben plaatsgevonden, met Verrett, vermoed ik dat het daar is opgenomen.

De geluidskwaliteit is slecht, maar niet getreurd: de opera werd later ook voor tv opgenomen, zodat we er nu met volle teugen van kunnen genieten op dvd (Arthaus Music 100217).

De werkelijk prachtige productie werd gemaakt door Lotfi Mansouri (regie) en Wolfram en Amrei Skalicki (bühnebeeld en kostuums). Inès wordt gezongen door een (letterlijk) mooie, lichte coloratuursopraan Ruth Ann Swenson en Justino Díaz doet zijn best om ons te overtuigen dat hij eng is. Dat moet u echt gezien hebben!

In 1977 werd de opera in het Teatre Liceu in Barcelona opgenomen, met Montserrat Caballé als Sélika (Legato Classics LCD 208-2). Maar of ik deze opname kan aanbevelen? Niet echt.

Il Giuramento
Zo’n 25 jaar geleden heb ik werkelijk een vermogen betaald voor twee slecht gekopieerde cassettebandjes met Il Giuramento (de eed) van Mercadante, op 9 september 1979 live opgenomen in Wenen. Inmiddels diept de Oostenrijkse omroep ORF de ene na de andere live opgenomen opera uit haar archieven en zet ze op cd’s. Zo kwam Mercadante’s opera ook aan de beurt (Orfeo C 6800621).

Il Giuramento is net als La Gioconda gebaseerd op Angelo, tyran de Padoue van Victor Hugo, maar tussen beide werken zit een wereld van verschil. La Gioconda is een zeer gepassioneerde, bij vlagen bombastische opera. Il Giuramento is kleiner, intiemer; meer Bellini, met een vleugje vroege Verdi.

Het werk zit barstensvol prachtige melodieën, die je dwingen te luisteren zonder mee te willen zingen. Of het moet ‘Compita è ormai la giusta e terribil vendetta’ zijn, een pracht van een aria met veel weemoed en elan gezongen door Domingo, die de rol in vier dagen instudeerde en na slechts één repetitie inviel voor de zieke Peter Dvorsky. Over wonderen gesproken!

Mara Zampieri had, in tegenstelling tot veel van haar hedendaagse collega’s, een zeer eigen geluid. Je kon er wel of niet van houden, maar je kon haar onmogelijk met een ander verwarren. Haar zilvergekleurde, zinnelijke sopraan mengt prachtig met het gouden fluweel van Agnes Baltsa (toen nog zonder de lelijke registerbreuk die haar latere optredens zo ontsierde) en in ‘Oh! Qual nome pronunziaste’ smelten hun stemmen samen tot een prachtige eenheid, die zo mooi is dat het pijn doet.

Il Guarany
Antônio Carlos Gomez (1836-1896) wordt wel eens de ‘Braziliaanse Verdi’ genoemd. Niet zonder reden: niet alleen zijn muziek, maar ook zijn sterk nationalistisch gekleurde thema’s doen sterk aan zijn Italiaanse collega denken. Tijdens zijn leven was hij zeer succesvol, tegenwoordig is hij zowat helemaal vergeten, al worden zijn opera’s nog her en der opgevoerd.

Domingo is altijd voorvechter van zijn muziek geweest en het is alleen aan hem te danken dat Il Guarany in 1994 in Bonn uitgevoerd en live door Sony (66273) opgenomen werd.

Toegegeven: het libretto is af en toe lachwekkend. Stel je twee rivaliserende indianenstammen voor die zowel met de Portugese edelen en Spaanse avonturiers als met elkaar vechten. Er komen kannibalen voorbij, er worden goudmijnen beroofd en kastelen in de fik gestoken en tussendoor gaat een mooie blanke er met het indianenhoofd vandoor. Maar eerst moet hij natuurlijk gedoopt worden. Het is allemaal niet na te vertellen, maar de muziek is zo goddelijk!

Domingo zingt de Guarany-indiaan Pery met een enorm gevoel voor stijl. Daar word je vanzelf stil van. Een draak van een rol, maar hij gelooft erin.

Ik ben nooit een grote bewonderaar van Verónica Villaroel (Cecilia) geweest en ook hier klinkt ze een beetje geknepen. Carlos Álvarez daarentegen is niet te versmaden en ook de rest van de cast is mooi.

Misschien ben ik een beetje bevooroordeeld (ik ben erbij geweest!), maar ik kan u allemaal de opname aanbevelen.

La Dolores
Thomas Bretón ken ik als één van de beste zarzuelacomponisten, maar van zijn opera La Dolores had ik tot een jaar of tien geleden nooit gehoord. Het was een zeer spannende kennismaking, want al bij de eerste inzet ging ik rechtop zitten. Het voorspel deed mij sterk aan Cavalleria Rusticana denken en het werd alleen maar versterkt door de daaropvolgende koorpartij.

Het verhaal stelt niet veel voor. Het gaat over een dame en een aantal op haar verliefde heren. Maar de muziek is beslist prachtig en onmiskenbaar Spaans. De eerste opvoering in 1895 kende een enorm succes en de opera werd zelfs verfilmd.

Manuel Lanza (geen familie van) beschikt over een fraaie baritonstem, die mij sterk aan Carlos Álvarez deed denken. Tito Beltrán heeft sinds 1993, toen hij het concours van Cardiff won, een paar solo-cd’s opgenomen en het voelt goed om hem in een complete operaregistratie tegen te komen. Domingo is, zoals (bijna) altijd, superieur. Zeer anbevolen (Decca 4660612)!

Merlin
Deze totaal onbekende opera biedt een geweldige mogelijkheid voor een muzikaal spelletje: de klanken zijn Wagneriaans, de taal is oud-Engels en de componist is een Spanjaard. Wie o wie?

Isaac Albéniz (want om hem gaat het) woonde geruime tijd in Londen, waar hij bevriend raakte met Money–Coutts, een bankier met grote ambities en literaire aspiraties, wiens grootste droom een Engelse tegenhanger van de Nibelungen was. Het verhaal van koning Arthur vormde daarvoor een dankbare onderwerp.

Albéniz kreeg alle mogelijke steun van de librettist/opdrachtgever en in 1897 ontstond Merlin, het eerste deel van de trilogie. De opera werd in zijn geheel nooit opgevoerd en de partituur lag verspreid tussen Madrid en Londen. Dat het gevonden en gerestaureerd werd, is te danken aan de dirigent José de Eusebio. Gesterkt door een sterbezetting (onze Plácido alweer! Zonder hem was het NOOIT gelukt!) nam hij het werk op voor Decca (4670962).

De werkelijk geweldige cast wordt aangevoerd door Domingo op zijn best als Arthur. Als Merlin horen wij Carlos Álvarez: een droom van een bariton. Warm, rond en gezegend met een bijna ouderwetse morbidezza.

Ana María Martínez is onweerstaanbaar als de slavin Nivian. Luister naar ‘Hark, hark! Did he call?’ aan het eind van de eerste akte: kippenvel! Jane Henschel is perfect als de gemene Morgan.

De muziek is zeer Wagneriaans, met een vleugje impressionisme en een snufje Spaanse folklore. Een absolute aanwinst.

Gulda
En nu we aan het einde van de ‘Domingo-journey’ zijn gekomen (bent u er nog?), wil ik u op een echte rariteit trakteren. Een liedje, in 1972 gecomponeerd door de beroemde Oostenrijkse pianist Friedrich Gulda.

Het was bedoeld als een persiflage op een Italiaanse liefdesliedje, maar het is bijna zijn eigen leven gaan leiden. Bijna, want Philips overwoog het ooit om het op te nemen. Het label deed het echter niet, waardoor ze natuurlijk een echte hit hebben gemist.

Gulda speelde het vaak op zijn recitals, als een toegift. Niemand kwam er ooit achter wat het was…

Vorig artikel

Youtube-portret: Natalie Dessay

Volgend artikel

Una Voce Particolare van de buis

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Ola
    19 maart 2011 at 22:39

    Interesantissimo! Ferka

  2. Nelly Barendregt
    28 april 2011 at 16:01

    Beste Basia,

    Met veel interesse heb ik je besprekingen over de opnamen van en met Plácido Domingo gelezen (heb bij deze laatste ‘rariteiten’ wel een van de meest bijzondere gemist: Beethoven’s “Christus am Ölberge”). Wat heb je daar veel tijd en energie in gestoken!
    Telkens bij het zien van mijn in zo’n 35 jaar opgebouwde audio/-videoverzameling van Plácido (nee, het is niet compleet: ik vind niet alles mooi en/of goed wat hij doet!) en de lijst van de door jou besproken opnamen, verbaas ik mij dat er nog nooit een Edison aan hem is toegekend. Wel aan diverse opnamen waaraan hij heeft meegewerkt – zoals de CD van het eerste “3Tenors Concert” (Rome 1990), diverse complete opera’s en in 2009 de DVD met de speciaal voor hem door Tan Dun gecomponeerde opera “The First Emperor” (Live MET) waarin hij de hoofdrol zingt – maar voor een persoonlijke komt hij blijkbaar (nog steeds) niet in aanmerking. In 2005 heb ik Uni-versal, EMI, Sony en de Edison Stichting hierover aangeschreven en getipt dat zijn 65ste verjaardag (21-01-2006) een perfecte gelegen-heid zou zijn om – als blijk van waardering en erkentelijkheid voor zijn enorme bijdrage aan de muziekindustrie – de Oeuvre Edison aan hem toe te kennen. Geen van hen kon het fatsoen opbrengen hierop te reageren!Entoen ik in 2009 de Stichting belde (wilde weten of er in het Edison Gala iets aan de “The First Emperor” Edison werd gedaan(niet dus, ondanks dat Plácido in die periode in Parijs in en als “Cyrano de Bergerac” optrad en daar door SBS6 opnamen werden gemaakt waarin hij een ‘klassiek’ finalist aan “Holland’s Got Talent” succes wenste) en de Oeuvre Edison ter sprake bracht, werd mij verteld dat hij wel in aanmerking komt maar hem persoonlijk in ontvangst moet komen nemen (deden in 2006 Jessye Norman en vorig jaar Pierre Boulez dat?) en, in verband met reis- en verblijf-kosten, dit in combinatie met een door een ander georganiseerd optreden.
    “Ik moet worden gevraagd” zei hij toen ik hem naar de mogelijkheid van een optreden in ons land vroeg, maar ondanks een enkele poging is een 3de optreden in 39 jaar (debuut op 15-01-1972) blijkbaar niet te realiseren, en is ook zijn 70ste verjaardag geen reden om hem eindelijk te eren.
    Voor mijzelf en mijn nu al bijna 25 jaar bestaande groep Domingo-vrienden, zal 10 juni a.s. een trieste dag worden als Plácido na op een maand na 21 jaar na zijn 2de optreden (4 juli 1990) als Presi-dent van Europa Nostra (organisatie voor behoudt van Cultureel Erfgoed) in het Concergebouw prijzen voor Culturele projecten in Europa zal uitreiken, zonder dat dit in combinatie met een optreden zal gaan. Gelukkighebben we al die prachtige en bijzondere opnamen van hem om van te genieten, maar een live-optreden – of het nu in een theater is, op het Musuemplein, De Dam, Het Vrijthof, of waar dan ook – is een wens van velen die hopelijk nog vervuld wordt voor hij zijn stembanden met pensioen stuurt en achter de geraniums gaat zitten! Wilde de Jackpot maar op mijn lotnummer of Postcode vallen, want dan wist ik het wel……!